“Wie koopt dit uniek erfgoed?”: eigenaar Joris Dierickx zet brouwerijsite in Fortem te koop
De brouwerijsite De Snoek – woonhuis, museum en herberg – in het gehucht Fortem bij Alveringem staat te koop. Eigenaar Joris Derickx verhuist naar Torhout en hoopt vurig om die ene juiste eigenaar te vinden. “Dit is geen gemakkelijke verkoop”, beseft Joris. “Maar het meest evidente is eigenlijk dat de gemeente deze erfgoedsite zou aankopen.”
De brouwerijsite in Fortem is prachtig gelegen, op een klein pleintje weg van de grote baan. De authentieke brouwerij van Omer Derickx uit 1922 is nu een museum. Alveringemnaar Philip Nock is de herberguitbater en eigenaar Joris Dierickx woonde de voorbije 59 jaar in het woonhuis. Maar niet voor lang meer, want Joris verlaat Alveringem en zette de hele site te koop.
Fortuin
“De brouwerij stond initieel aan de overkant van de vaart”, vertelt Joris Derickx. “Maar de site zoals ze nu is, dateert van 1871. In die tijd was het brouwerij Vanderheyde. De brouwer had pal achter het front de oorlogsjaren meegemaakt, hij had er een klein fortuin mee vergaard en de man besliste om in Brugge te gaan rentenieren. Mijn grootvader Omer had de stiel geleerd in de brouwerij van zijn zus in Beauvoorde. Hij trouwde met Martha Vandaele en ze namen de brouwerij in Fortem over. Het was voor hen dag en nacht hard werken. Mijn grootvader was voornamelijk onderweg naar cafés om te verkopen, terwijl mijn grootmoeder samen met drie werkgasten thuis de zaak leidde. In 1952 zijn ze gestopt met brouwen. De industriële brouwerijen kwamen op en daar konden de kleintjes niet meer tegen op.”
“Vroeger verliep het brouwproces nog manueel; onder mijn vader kwam er welgeteld één stopcontact”
Hun zoon Daniel is nooit brouwer geworden. “Hij kocht bier in en verkocht het aan cafés en particulieren. Mijn ouders woonden samen met mijn grootouders in het woonhuis naast de herberg, elk aan een kant van de gang. Het huis was groot genoeg. Alles aan de brouwerij bleef intact, ze werd stockageruimte voor de voorraad bierbakken die mijn vader verhandelde. Als kind had ik maar liefst drie verdiepingen om me uit te leven.”
Ondanks de frequente leveringen van grote palletten bier en frisdrank, beschikte Daniel niet over een heftruck. “Dat was geen lachertje. Er waren vier medewerkers nodig om de bakken te lossen: één op de vrachtwagen, één beneden aan de vrachtwagen, één aan het keldergat om de bakken op de glijbaan te zetten en tot slot de klasseur in de kelder die het zwaarste werk had. Ik heb daar ook nog gestaan… Want was het toevallig woensdagnamiddag, dan was het helpen geblazen.”
Frank Becuwe
Halverwege de jaren 80 kwam historicus en kabinetsmedewerker Frank Becuwe in beeld. Hij groeide op naast de brouwerij. Daniel Derickx sprak tegen Frank zijn droom uit om de site in orde te maken, maar als particulier was dat voor hem onbegonnen werk. “Frank was de site zeer genegen en zorgde er mee voor dat de brouwerij en het museum geklasseerd konden worden”, vertelt Joris. “In die tijd was er gelukkig nog volop geld voor zulke projecten. Frank richtte een vzw op aan wie de familie van 1989 tot maart 2022 erfpacht gaf. De grote restauratie van de brouwerij vond in 1986 en 1987 plaats: het dak en een aantal vloeren werden vernieuwd, de schoorsteen werd hervoegd, ramen werden hersteld of vernieuwd en er werd elektriciteit aangelegd. Je moet weten dat onder mijn grootvader het brouwproces nog manueel verliep en dat de brouwerij met kaarsen en lantaarns verlicht werden. Onder mijn vader kwam er welgeteld één stopcontact met een verlengkabel naar het woonhuis. Het interieur werd opgefrist door de mensen van de vzw: vele zaterdagen hebben ze geschilderd en het koper en de machinerie opgepoetst. De herberg – die tot dan vooral woning was geweest – werd opnieuw als herberg ingericht en op 2 juli 1994 was de grote opening, in aanwezigheid van ministers Sauwens en Detiège.”
Frank Becuwe realiseerde ook nog de bescherming van het woonhuis. De buitenkant kon zo met subsidie gerenoveerd worden; het interieur werd door de eigenaars opgefrist. Een herberguitbater vinden was de volgende uitdaging: Nicole en Francine zijn lang gebleven, anderen eerder kort. Sinds juli 2021 is het Alveringemnaar Philip Nock die er klanten en de bezoekers van het museum ontvangt, de vzw zorgt voor gidsen voor groepen.
Kantelpunt
“Vandaag staan we op een kantelpunt”, aldus Joris. “Ik ben 59 jaar en het onderhoud van het domein wordt te veel voor mij. Mijn partner en ik kochten een woning in Torhout, ik heb van mijn hart een steen gemaakt en de hele site te koop gezet. Ik besef dat dit geen evident dossier is. Er zullen wel ergens enkele liefhebbers rondlopen, maar je moet ze vinden. Ik vergelijk deze site met een oldtimer: voor een liefhebber is die veel waard, voor wie geen liefhebber is, is het oud ijzer. Niettemin is het hier prachtig wonen. Wie door de toegangspoort rijdt, komt terecht in een oase van rust. Dat de gemeente Alveringem eigenaar wordt, zou mijns inziens het meest logische zijn. De herberg is al toeristisch infopunt en de site heeft potentieel. De kernvraag is: hoeveel waarde heeft ze voor het bestuur? Voor de ene zal dit weinig waarde hebben, voor een ander is dit een walhalla. De prijs is overeen te komen, maar voor een appel en een ei kan ik de site niet wegdoen. De nieuwe eigenaar moet wel de handelspacht overnemen. Philip doet dat zeer goed en we zullen hem niet op straat zetten. Dat is een absolute voorwaarde.”
“Gemeente moet nu kleur bekennen”
“Mijn grootste wens is dat de museumsite toegankelijk blijft voor het publiek”, reageert voorzitter van de vzw Frank Becuwe. “De charmante museumherberg is kernversterkend voor Fortem en Alveringem. Mensen zitten er niet op hun smartphone te kijken, maar praten er nog écht met elkaar. Over het museum kan ik het volgende zeggen: nergens in heel België en Frans-Vlaanderen vind je een brouwerij die nog zo intact is. Koper bracht op een gegeven moment zeer veel geld op, maar de familie Derickx heeft er – als enige – nooit munt willen uit slaan. Hoe ouder de brouwerij, hoe unieker ze wordt! Dit is mijns inziens erfgoed om te bewaren. Vorige maand stuurde ik een mail naar alle gemeenteraadsleden om de situatie te duiden. Het is nu aan de gemeente om kleur te bekennen. Toeristisch-cultureel kan men er iets moois van maken, het commerciële luik zou ik uitbesteden aan een zelfstandige, analoog met de uitbating van sportzaal Rethorica.”
Trekpleister
“Eind vorig jaar zat ik samen met de vzw”, zegt cultuurschepen Sylvie Thieren (CD&V).”Ik wachtte toen nog op een signaal van Joris. Dit is een trekpleister die moet blijven, zoveel is zeker. We zijn Izenberge te hulp geschoten en ik denk dat we dat ook voor de Snoek moeten doen. Op welke manier, dat moet besproken en onderhandeld worden. Mijn mening is dat we op korte termijn met Joris moeten samenzitten.”
Prijs onbekend
Ook burgemeester Gerard Liefooghe (GB) is gunstig gestemd: “Het museum is uniek en de museumherberg, zeg maar het bruine café, is dat ook. Mijn eerste interesse ligt dus daar, al heeft ook het woonhuis met binnenkoer troeven. De site ligt bovendien op een toeristische route en Philip is al in de voormiddag open. De makelaar heeft mij als een van de eersten op de hoogte gebracht van de verkoop. Wat hij er toen niet bij vertelde, is de prijs. Die eerst kennen, is essentieel.” (AB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier