Conservator Piet Chielens gaat op 1 juni met pensioen maar nu al is het In Flanders Museum op zoek naar een opvolger. Geen gemakkelijke opdracht als je weet dat Piet Chielens mee aan de wieg stond van het museum in 1996 en het museum in woelig vaarwater zit door de coronacrisis en Brexit. Een miljoenenverlies kon vermeden worden maar met amper 58.000 bezoekers – zowat een kwart van het verwacht aantal – zit het IFFM in de hoek waar de klappen vallen. “
Op de website cultuurjobs.be staat sinds 23 december een interessante vacature: directeur van het In Flanders Fields Museum. “Piet bereikt inderdaad de pensioengerechtigde leeftijd, dus zoeken we een vervanger”, zegt de Ieperse schepen voor Musea Dimitry Soenen (N-VA). “Dat was zo voorzien. We zoeken dus iemand die de dagdagelijkse leiding op zich zal nemen en die het nieuwe beleid zal schrijven. Het is in ieder geval de bedoeling die deze persoon voldoende inlooptijd krijgt samen met Piet Chielens, zodanig dat er een vlekkeloze overdracht kan gebeuren.”
“Ik vertrek pas op 1 juni, dus dat is nog een hele tijd”, zegt Piet Chielens. “De kandidaturen lopen nog heel de maand januari, zodat in februari of maart de nieuwe directeur kan worden geselecteerd. Hopelijk kan hij of zij dan starten in april of mei en nog even met mij meelopen tot ik 65 word en met pensioen moet.”
Het wordt geen gemakkelijke opdracht om iemand te vinden die de schoenen van Piet Chielens kan vullen. “Het is natuurlijk een heel specifieke functie”, beaamt Dimitry Soenen. “De functie is historisch gegroeid aangezien Piet het museum heeft opgestart. Met zijn kennis van de Eerste Wereldoorlog kon hij alles van het museum belichamen. Als je iemand nieuws aantrekt dan zal die persoon nooit een kopie kunnen zijn van Piet Chielens. Het zal meer een echte directeur zijn die we zoeken die kennis heeft van museale werking maar ook van ons WO I-erfgoed. Die nieuwe persoon zal natuurlijk ook de kans moeten krijgen om zich voldoende in te werken. Het is niet iets dat je zomaar kan. Je moet het aanleren. Het menselijke gedeelte zal die persoon wel al moeten beheersen, maar dat dan moeten blijken uit de schriftelijke en mondelinge examens die gaan plaatsvinden. De procedure loopt nu via een extern bureau.”
De wissel aan de top van het museum komt op een slecht moment nu het museum zich in het oog van de corona- én brexitstorm bevindt. 2020 wordt in ieder geval een jaar om snel te vergeten voor het museum. “We zullen ergens rond de 58.000 bezoekers eindigen in 2020”, aldus Dimitry Soenen. “Elke vergelijking met voorgaande jaren loopt uiteraard mank. Het was voor niemand een normaal jaar. Ter vergelijking toch enkele totaalcijfers: in 2019 had het museum afgerond 197.000 bezoekers, 2018 was een absoluut topjaar met 246.000 bezoekers.”
Interesse blijft
De vooruitzichten voor 2020 waren nochtans goed in het begin van het jaar. “We mikten rond de 200.000 bezoekers, maar door corona is dat uiteraard – net zoals overal – helemaal anders uitgedraaid”, zegt Soenen. “Toch stellen we vast dat de interesse in het IFFM sterk blijft. Getuige daarvan zijn vooral de twee sterke zomermaanden juli en augustus, maar ook in de kerstvakantie zijn er al enkele heel sterke dagen geweest. Afgelopen zondag waren er bijvoorbeeld meer dan 500 bezoekers.”
Op de gemeenteraad van juli luidde gemeenteraadslid Jan Breyne (CD&V) al de alarmklokken over het museum. Toen was de verwachting dat het verlies kon oplopen tot 1 miljoen euro. “Het verlies in 2020 zal véél lager zijn dan verwacht”, zegt Dimitry Soenen. “De belangrijkste reden daarvoor is het binnenhalen van een extra subsidie ten bedrage van 523.000 euro uit het Noodfonds Cultuur van de Vlaamse overheid. Deze subsidie, samen met een hele reeks besparingen en een behoorlijk aantal individuele bezoekers ondanks de twee lockdownperiodes en strenge coronamaatregelen, zorgt ervoor dat het tekort in 2020 vermoedelijk niet hoger dan 200.000 à 250.000 euro zal liggen. Dit tekort kan gecompenseerd worden met een deel van de reserves/liquiditeiten van het topjaar 2014.”
Ook Piet Chielens beseft dat in deze omstandigheden de fakkel doorgeven niet evident is. “Het is natuurlijk zeer moeilijk geweest dit jaar”, zegt hij. “Als je weet dat wij in normale jaren voor twee derden afhankelijk zijn van publiek uit het buitenland en dat is er in 2020 nauwelijks geweest. Bovendien verdienen we 60% van onze inkomsten zelf. Dus ja, dat maakt dat het zeer moeilijk is. Gelukkig zijn we voor de eerste coronaperiode beschermd geworden voor een stuk door het noodfonds dat is opgericht vanuit de Vlaamse overheid. Anders ging het een jaar geweest zijn waar we 1 miljoen euro verlies zouden geleden hebben.”
“Natuurlijk had ik liever in andere omstandigheden gestopt”, vervolgt Piet Chielens. “Je hebt een bloeiend museum – dat is het zeker – maar de financiering zal voor een stukje anders moeten verlopen. We mogen niet zo afhankelijk zijn van alleen maar het publiek om te kunnen werken. Daar pleiten wij al jàren voor. Ik bedoel: een museum werkt in de regel op lange termijn, maar het is nu op heel korte termijn dat al die niet-inkomsten van dag op dag worden gerealiseerd.”
“Laat ons hopen dat 2021 beterschap brengt”, blikt Piet Chielens vooruit. “Er is nu toch een brexitakkoord. Het zal wel duurder worden voor de Britten om hier te geraken, iets moeilijker, maar het zal zeker niet onmogelijk zijn. Met het coronavaccin kunnen we hopen dat in de loop van het jaar het internationale reizen een beetje zal terugkeren. Maar goed dat is allemaal voor de volgende maanden. Het is zeker moeilijk om te spreken in voorwaardelijke termen. We zullen nog moeten zien wat er allemaal gebeurt. Ik ben er dus ook nog tot eind mei.”
Zomer 2021 weer normaal?
“De toekomst inschatten is momenteel heel moeilijk”, vult Dimitry Soenen aan. “We verwachten in de eerste helft van 2021 nog een heel sterke impact van de coronacrisis op de bezoekerscijfers. Vanaf de zomer hopen we stap voor stap naar een meer normale situatie te kunnen evolueren. Of dat zal lukken weten we op vandaag uiteraard nog niet, maar we blijven hoopvol.”
“De functie is gegroeid samen met het museum. Toen ik in 1996 aankwam was ik helemaal alleen voor het hele museum. We hebben al die tijd ook vanuit het bestuur de kans gekregen om te groeien samen met het belang dat het museum kreeg. Het was een opwaartse spiraal. Het enige dat we kunnen hopen is dat we nu niet in een neerwaarste spiraal terechtkomen. Want dat zou doodzonde zijn voor wat het museum inmiddels betekent. Niet alleen voor Ieper, maar voor de hele studie van de Eerste Wereldoorlog”, besluit Piet Chielens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier