Gouverneur Carl Decaluwé wil wrakken uit de Noordzee tentoonstellen in een museum aan de kust: “Interesse genoeg bij de bevolking”

Archiefbeeld van de Duitse duikboot UB-32 uit 1916 die in 2021 werd geïdentificeerd voor de kust van Zeebrugge. Een van de vele maritieme wrakken die op de bodem van de Noordzee liggen, die gouverneur Decaluwé graag aan het grote publiek wil voorstellen. © HAND OUT - VLIZ TOMAS TERMOTE BELGAIMAGE
Phebe Somers

Tijdens zijn jaarlijkse rede pleitte West-Vlaams gouverneur Carl Decaluwé nogmaals voor de oprichting van een maritiem wrakkenmuseum. In het verleden werden al verschillende pogingen ondernomen om dit uit de grond te stampen, maar telkens met een teleurstellende afloop. “Eigenlijk hebben we gewoon een startinvestering nodig, daarna is zo’n museum zelfbedruipend”, meent de gouverneur.

Erfgoed

In zijn rede haalt de gouverneur tal van actuele onderwerpen aan, maar het slot hield hij voorbehouden voor een thema dat hem als zeeliefhebber zeer na en het hart ligt. “We moeten blijven oog hebben voor één van de grootste troeven van onze provincie: de ligging aan de Noordzee”, klonk het woensdag. “Die ligging biedt ons unieke kansen voor toerisme en recreatie. Recreatieve scheepvaart is een sector waar we nog meer aandacht aan kunnen besteden. Maar een andere unieke kans op dat vlak is de oprichting van een wrakkenmuseum aan onze kust.”

Carl Decaluwé heeft het hier over een museum waarin onze maritieme geschiedenis tentoon gesteld zou worden. Het is niet de eerste keer dat hij zich uitspreek over dit plan ook na de identificatie van de twee Duitse duikboten voor de kust van Zeebrugge in september liet hij weten dat het zijn grote droom is om een museum te creëren waar alle onderwatervondsten en wrakken een plek krijgen.

“Ons rijke maritieme erfgoed verdient gerust wat meer bekendmaking, met de focus op wrakken en maritieme archeologie. Het museum kan verschillende perioden uit onze maritieme geschiedenis belichten, van verdronken landschappen tot overblijfselen van oorlogen op zee”, pleit de gouverneur in zijn rede.

Centen

Een mooie visie, maar de realisatie van een dergelijk museum lijkt dan toch niet zo eenvoudig te zijn. Interesse bij het publiek en voldoende beschikbaar materiaal vinden is volgens Decaluwé geen probleem, maar de exploitatie van zo’n museum heeft wel wat voeten in de aarde. “Een volledig nieuw gebouw vinden lijkt me onmogelijk, maar een bestaand museum uitbreiden is wel een haalbare optie. NAVIGO in Koksijde, De Plate in Oostende… allemaal goeie mogelijkheden volgens mij”, meent de gouverneur.

“Helaas is het aartsmoeilijk om hier voldoende middelen voor te vinden. Want ook wrakken uit de zee halen, zoals de duikboten in Zeebrugge, kost handenvol geld. De centen zouden vanuit Vlaanderen moeten komen, of misschien via een samenwerking van steden en gemeenten. Eigenlijk hebben we enkel een stevige investering nodig om op te starten, daarna is zo’n museum zelfbedruipend.”

“Met alle maritieme archeologie die aan onze kust te vinden is, is zo’n wrakkenmuseum een echte kaskraker”

Dat zo’n museum genoeg zou opbrengen om het onderhoud te kunnen bekostigen, daar is de gouverneur bijna zeker van. “Ik heb al zeker 150 gelijkaardige musea over de hele wereld heb bezocht. Recent was ik nog in Hamburg, om inspiratie op te doen en enkele contacten te leggen. Voor mij is het glashelder: met alle maritieme archeologie die aan onze kust te vinden is, is zo’n wrakkenmuseum een echte kaskraker. Ik hoop dat ik voldoende mensen meekrijg in deze visie en met hen kan samenwerken aan een bloeiende toekomst voor West-Vlaanderen.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier