Vzw brengt 22 beeldhouwwerken van Cyriel Verschaeve naar Alveringem
Na eerdere edities in 2017 en 2019 heeft de vzw Kapelaan Verschaeve in samenwerking met het ADVN en de gemeente Alveringem een derde colloquium rond de figuur van Cyriel Verschaeve georganiseerd. Het thema was Verschaeve als literair en beeldend kunstenaar. Voor de expo werden 22 beelden naar Alveringem overgebracht, een delicaat werk.
Cyriel Verschaeve, die tussen november 1911 en augustus 1944 in Alveringem gewoond en gewerkt heeft, had vele facetten: onderpastoor, dorpspsycholoog, schrijver, dramaturg – zijn toneelstukken Judas en Eliah werden respectievelijk in 1919 en 1937 met staatsprijzen bekroond – en beeldend kunstenaar. Het is in Vlaanderen en zeker daarbuiten nochtans nauwelijks bekend dat Verschaeve naast veelzijdig literair werk ook beeldhouwwerk heeft nagelaten.
Los van enkele exemplaren op de voutekamer van de kapelanij in Alveringem werden zijn sculpturen nooit eerder getoond. Verschaeve zelf reserveerde zijn beeldend werk immers liever voor kennissen en vrienden. Dit colloquium was de perfecte gelegenheid, vond de vzw, om de 32 beelden van Verschaeve die het ADVN herstelde en in bewaring heeft, vanuit Antwerpen voor een tweedaagse expo naar de kerk van Alveringem over te brengen. Een huzarenstukje! Van tien beelden werd geoordeeld dat ze te broos waren om de verplaatsing te maken. Zij werden gefotografeerd en in de kerk alsnog op doek getoond. De vzw heeft ook een catalogus uitgegeven met foto’s van zo’n 35 beeldhouwwerken.
Vanlandschoot
“Cyriel Verschaeve was nog een jong knaapje toen hij na de schooluren in Ardooie met zijn vriendjes binnenliep in het atelier van de gebroeders Boncquet waar ze zelf al eens mochten boetseren”, vertelt Verschaevekenner Romain Vanlandschoot (89) uit Tielt. “Toen hij later als onderpastoor in Alveringem pastoraal werker avant la lettre werd en vele honderden soldaten over de vloer kreeg, werd hun leed ook het zijne en dreigde hij fysiek en geestelijk onderuit te gaan. Zijn dokter raadde hem aan om wat handwerk te doen en dorpsgenoten zagen hem in die tijd regelmatig in de voortuin van de kapelanij werken.”
“In de jaren 1915-1916 begon hij te boetseren met gips. Initieel voor hem een soort van therapie, later, in de jaren 20 tot 30 werd het beeldhouwen een echte roeping. Zijn werk symboliseerde enkele fundamentele ideeën waar hij binnenskamers voor stond. Zijn geloof bijvoorbeeld of zijn sympathie voor het Vlaams nationalisme. Kijk, Verschaeve was geen Permeke”, zegt Romain Vanlandschoot. “Op twee bustes van Onze-Lieve-Vrouw na maakte hij uitsluitend mannenlichamen. Waarom? Dat is een vraag die enkel Cyriel Verschaeve kan beantwoorden. Ook zijn literair werk gaat over mannenfiguren.”
Rechterhand
Kapelaan Verschaeve had een rechterhand: de kunstenaar Georges Vandemoortele uit Wielsbeke. Verschaeve boetseerde terwijl Vandemoortele zijn werken afgoot in gips of brons. Meer dan een bezoeker op de tentoonstelling in de kerk van Alveringem vroeg zich af in hoeverre de verzorgde sculpturen het werk van Verschaeve zijn. Professionele scholing heeft de autodidact Verschaeve immers nooit gehad. Op maandag 4 juli verhuisden alle beelden opnieuw naar het ADVN in Antwerpen, waar ze tot een eventuele volgende gelegenheid zorgvuldig bewaard worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier