Er werd een vreemde diefstal gepleegd van een kunstwerk dat in het Ensorhuis thuishoort. Het werk werd inmiddels verkocht op een veiling voor 150 euro, maar Cultuurschepen Bart Plasschaert tilt zwaar aan de diefstal.
Het acrylschilderijtje Portret van Ensor uit 1922 van Eric Wansart (1888-1976) kreeg een plaats in een vitrine in de schelpenwinkel op de benedenverdieping van het Ensorhuis, het museum ter ere van de bekende meester. Het stond er tussen maskers, schelpen en andere attributen tot 2017. Omdat er dan een grondige ombouw kwam naar het Ensor-belevingscentrum dat er vorig jaar de deuren opende, werd de volledige inboedel opgeladen.
“Alles werd geïnventariseerd en de waardevolle stukken werden ondergebracht in Mu.ZEE. Het ging om kunstwerken, maar ook het orgel van Ensor en het origineel meubilair. De honderden andere stukken, waaronder de inboedel van de schelpenwinkel en souvenirshop, werden ondergebracht in een depot van de stad”, zegt cultuurschepen Bart Plasschaert (CD&V).
Van de kar gevallen
Maar bij de heropening van het Ensorhuis in 2020 keerde het werkje van nauwelijks 12 cm op 14 cm niet terug. Het was spoorloos, maar niemand miste het. Tot een gepensioneerde stadsmedewerker met bijzondere interesse in Ensor het werkje tegenkwam op een online veiling, waar het op 22 maart werd verkocht voor 150 euro. Hij verwittigde het stadsbestuur, dat inderdaad vaststelde dat het nooit terugkeerde en dus ergens ‘van de kar’ was gevallen.
“Het werk behoort toe aan de stad en werd ontvreemd. We tillen zwaar aan de diefstal en willen er het fijne van weten. Daarom komt er nu een klacht met burgerlijke partijstelling. We stellen ook een advocaat aan om onze belangen te verdedigen”, zegt Bart Plasschaert (CD&V). Hij kan niet uitsluiten dat er nog meer materiaal verdween : “Dat moet het onderzoek nu uitwijzen, maar het spreekt voor zich dat we nu willen weten hoe het op de veiling belandde en bij de verkoper terecht kwam. We willen het werk graag terug.”
(EFO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier