Kunst in Oostende is meer dan Ensor: nieuwe expo ‘In de schaduw van de meester’ zet tijdgenoten in de kijker

Vormgever Peter Defurne, curator Gregory Boite en coördinator Johan Van Roose. © ML
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

Ensor is Oostende en Oostende is Ensor. Maar de stad aan Zee voedde en inspireerde nog tal van andere kunstenaars die banden hadden met de Meester himself. Toch eisen deze kunstenaars hun eigen plaats in de Oostends kunstscene op. De tentoonstelling ‘In de schaduw van de meester’ gunt hen een terecht podium in het stadsmuseum.

Henri Permeke, Emile Bulcke, Willy Finch, Jan Declerck, Carol Deutsch, Alfons Blomme en Gustaaf Van Heste. Oostendse meesters die tijdens de belle époque en het interbellum Oostende ook op doek kleur gaven. Ongewild ontnam Ensors artistieke schaduw hen soms het zonlicht dat ze zeker ook verdienden. Zij krijgen nu in het Ensorjaar een meer dan verdiende aandacht in de tentoonstelling ‘In de schaduw van de meester – tijdgenoten van Ensor’.

Eerste sporen

“De vele oorlogen en conflicten die Oostende als havenstad in de loop van de eeuwen meemaakte, beknotten lang de ontwikkeling van het artistieke leven waardoor zelfs het decoreren van officiële en religieuze gebouwen voor een groot deel werd uitgevoerd door kunstenaars van buiten de stad”, zegt historicus en curator van de expo Gregory Boite. “Het is wachten tot de 19de eeuw voor de eerste sporen van artistiek leven hier ontkiemden.”

“Toen Ensor steeds meer erkenning kreeg en tot een vedette uitgroeide, was het niet evident voor kunstenaars om naam te maken”

“Zo was er de oprichting van de ‘School voor Teken- en Bouwkunde’ door François Bossuet en Michel Van Cuyck. Die laatste hoort trouwens samen met Eduard Dubar tot de eerste leermeesters van Ensor. Kunstenaars die hetzij occasioneel, hetzij voor langere periode in de stad verbleven droegen bij tot die groei, net als toonaangevende figuren als James Ensor, Léon Spilliaert en Constant Permeke zelf. Toen Ensor na 1900 alsmaar meer erkenning kreeg en tot een lokale vedette uitgroeide in zijn geboortestad, was het geen evidentie voor de andere lokale kunstenaars om naam te maken.”

Mindere goden

Nog voor Ensors generatie waren er de mindere goden die voor een georganiseerd kunstleven in de stad zorgden. De ontwikkeling van de stad tot mondain kuuroord tijdens de belle époque zwengelde ook de oprichting van de ‘Cercle des Beaux-Arts’ aan in 1894. Dit op initiatief van onder andere James Ensor, Henri Permeke en Félix Beulens en een decennium later ook de ‘Ostende Centre d’ Arts’. Dat laatste initiatief stond in voor de organisatie van prestigieuze salons of groepstentoonstellingen van vooral levende Belgische kunstenaars. Waarop dan weer kunstschilder Jan De Clerck in 1908 reageerde met de ‘Cercle Artistique d’Ostende’, om ook zijn collega’s artistieke ademruimte te geven. In het interbellum lag het epicentrum van het tentoonstellingsleven dan weer in Galerie Studio in de Adolf Buylstraat waar bevriende kunstenaars van Ensor als Carol Deutsch en Alfons Blomme exposeerden en daar niet zelden door de Oostendse meester werden ingeleid.

Rustige opbouw

De expo is chronologisch opgebouwd. “We kozen ook voor een rustige opbouw, zonder te veel zaalteksten. Die komen in een publicatie, zodat de gepresenteerde kunstwerken, brieven, foto’s en andere documenten volledig tot hun recht komen”, zegt vormgever Peter Defurne. “Gregory, Peter en ikzelf hebben de expo in de voorbije zes maanden buiten onze dagelijkse professionele besognes opgezet”, zegt de coördinator van de tentoonstelling Johan Van Roose. De bruiklenen komen uit de vaste collectie van Mu.ZEE, uit privéverzamelingen en de depot van de heemkring zelf en het fotoarchief Antony.

Publicatie

De chronologisch opgebouwde expo brengt werk van bovenvermelde kunstschilders als tijdgenoten van Ensor. Het is een organisatie van heemkring De Plate, gecoördineerd door Johan Van Roose, ondervoorzitter van heemkring De Plate, in samenwerking met vormgever Peter Defurne directeur van de Kunstacademie aan Zee en curator Gregory Boite bibliotheek- en archiefmedewerker van Mu.ZEE.

De gelijknamige publicatie is te koop voor 10 euro in het Stadsmuseum en in Mu.ZEE. Behalve op dinsdag is de tentoonstelling, die loopt tot 31 december, dagelijks te bezoeken van 10 tot 12 en van 13.30 tot 18 uur. Inkom 5 euro, reductietarief 3 euro en Uitpas-kansentarief 1 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier