Het passantenhuis Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth en Magdalenagasthuis zijn zaterdag na een grondige restauratie officieel geopend in aanwezigheid van Vlaams minister Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele.
Deze beschermde gebouwen in de Nieuwe Gentweg, ter hoogte van de Garenmarkt, waren een soort stadskanker geworden. In 2019 verwierf Stad Brugge deze site van het gemeenschapsonderwijs, waarna er een grondruil volgde met het Sint-Andreasinstituut. In april is het Sint-Andreasinstituut verhuisd van de Garenmarkt naar de Jakobinessenstraat en mag het ook gebruik maken van het gerestaureerde gebouwencomplex als schoolinfrastructuur. En ondertussen is op de site Garenmarkt de tentoonstellingshal BRUSK in volle opbouw.
Gevarieerd verleden
Het passantenhuis Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth werd in 1326 opgericht door Hughe van Meulebeke en Clais de Scavere en zou de daaropvolgende eeuwen talloze pelgrims en daklozen opvangen. Het gebouwencomplex kreeg daarna nog heel wat andere invullingen, onder meer als leprozerie en tuchthuis.
“Het gebouw huisvest vanaf 1802 de Sint-Elisabethschool, bestemd voor arme meisjes uit de buurt. Maar tegen het einde van de 19de eeuw wordt de school weer afgeschaft en neemt de Burgerlijke Godshuizencommissie er haar intrek. Een deel van het complex verandert in een bedelaarswerkhuis en daarna in een zogenaamde staatsrefuge. Dat duurt tot vlak voor de Eerste Wereldoorlog uitbreekt”, aldus gemeenteraadslid Pol Van Den Driessche (N-VA).
Van 1950 tot 2017 nam de afdeling Houtbewerking van het Koninklijk Technisch Atheneum er haar intrek. “Het altaar was toen niet meer zichtbaar en overal waren muren opgetrokken, maar nu is alles weer in zijn oude glorie hersteld”, voegde burgemeester Dirk De fauw eraan toe. (CGRA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier