Expositie ‘Ik was ’18 in ’80′ is visuele trip naar muziekcultuur en uitgaansleven van 40 jaar geleden in Brugge

Officiële opening expo ‘Ik was 18 in ‘80’ in het Stadsarchief.© Davy Coghe
Officiële opening expo ‘Ik was 18 in ‘80’ in het Stadsarchief.© Davy Coghe
Stefaan Van Volcem
Stefaan Van Volcem Freelance journalist KW

Met heel veel materiaal uit zijn eigen archief, dat van vijf belangrijke bruikleengevers en tal van Bruggelingen, creëerde gastcurator Peter Slabbynck deze tentoonstelling. Aanleiding vormde de veertigste verjaardag vorig jaar van ‘I can’t live in a living room’, de culthit van zijn band Red Zebra die tot op vandaag in non-covid-19-tijden een floorfiller is op fuiven.

Normaal had de expositie ‘Ik was ’18 in ’80 in Brugge’ vorig voorjaar al moeten lopen in het Brugse Stadsarchief, maar de eerste lockdown hield de deur op slot. In het kader van de Erfgoeddag kan de tentoonstelling nu toch gepresenteerd worden.

Voor de bijzonder visuele tentoonstelling creëerde het Brugse bedrijf PK Projects een ingenieuze houten constructie waar op talloze panelen tijdsbeelden van eind jaren 70 en begin jaren 80 te zien zijn. Singles, maar ook een nauwelijks te overzien aantal stukken uit kranten en magazines en, lang voor het selfietijdperk, massa’s fotomateriaal. Opvallend: voornamelijk in zwart-wit. ”Ik heb er bewust geen verklarende commentaren bij geplaatst, omdat ik wil dat de mensen door het vele fotomateriaal getriggerd worden om zelf bij anekdotes stil te staan of plaisanterieën boven te halen”, zegt Slabbynck.

Centraal element op deze tentoonstelling is een tapijt met een afbeelding van de hoes van de eerste single van Red Zebra.

Moeilijk huwelijk

Punk en Brugge. Slabbynck omschrijft het als een moeilijk huwelijk. “Je had twee punkcafés: ’t Slecht Ventje was gelegen vlakbij de Lokale Politie en ’t Slecht Wuvetje op wandelafstand van de toenmalige rijkswacht”, gniffelt de naar Everbeek uitgeweken Bruggeling.

Op de expositie hangen behoorlijk wat foto’s die geschoten werden in cafés, maar omdat Red Zebra begin jaren ’80 vaak moest optreden, nam Slabbynck niet echt aan het uitgaansleven deel. “Eén van de voornaamste verdiensten van punk blijft het vermogen om zelf, al dan niet met vrienden, de hand aan de ploeg te slaan. Dit leverde in die periode ook in Brugge een waslijst bands op met bijbehorend singlemateriaal”, schetst Slabbynck.

Ook bij de Brugse schepen van Cultuur Nico Blontrock (CD&V) staat 1980 nog in het geheugen gegrift. “Ook hier was het het jaar van het scholierenprotest waar punkers het voortouw bij namen. Uiteraard werd er ook gefuifd in de bijna twintig zalen die Brugge rijk was”, brengt Blontrock in herinnering. “Discobar Timewind van Francis Vandendorpe en de inmiddels bijna tien jaar geleden overleden dj Jan Roussel nam ‘Living Room’ steevast in zijn repertoire op. Het was kostelijk om te zien. Zodra de eerste gitaartonen weerklonken, vlogen tafels en stoelen aan de kant. In die dagen had je in Brugge ook een dokter die de eerste twee strofen van ‘Living Room’ op een papier in zijn kabinet had opgehangen. Toen al had dit nummer een enorme impact.”

Jongerensubculturen

Op verklarende gele tekstpanelen met titels als ‘De Tijdsgeest’, ‘Groepen en ‘Discobar’ kom je meer over het tijdsdecorum van 1980 te weten.

Wie deze trip down memory lane intensief tot zich door wil laten dringen, is enkele uren zoet en kan na afloop nog een hele tijd doorbomen over referenties naar een tijdskader dat zeer manifest de do it yourself -mentaliteit in de jongerensubculturen introduceerde. “Of er een vervolg komt? Ik heb al iets in gedachten”, blijft Slabbynck vaag, voorlopig.

De expo ‘Ik was ’18 in ’80 in Brugge’ loopt nog tot en met zondag 20 juni, dagelijks van 9.30 tot 17 uur gratis te bezoeken in het Stadsarchief, gelegen aan de Burg 11a in Brugge. Omwille van de coronamaatregelen dien je te reserveren via de link op www.brugge.be/archief .

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier