Op de Mercator met Hans Rabaey, algemeen coördinator Theater aan Zee: “TAZ is onlosmakelijk verbonden met Oostende”

Hans Rabaey: “TAZ in een buurgemeente, in voel het niet echt.” © Davy Coghe
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Hans Rabaey (58) is al meer dan 20 jaar actief bij Theater aan Zee. Aanvankelijk achter de schermen, de laatste jaren steeds meer op de voorgrond als algemeen coördinator. Hij zag het festival evolueren en wil een nieuwe zoektocht naar opvallende locaties voor het festival. “Oostende is een pioniersstad en sommige innovaties blijven te veel onder de radar”, zegt de man, die zich gewoon ‘Boy’ laat noemen.

“We deden al voorstellingen aan boord en ook met de TAZ-businessclub kwamen we hier al. De Mercator is er voor mij altijd al geweest en hoort bij Oostende. Net zoals het postgebouw”, zegt Hans Rabaey.

Wat is je vroegste herinnering aan Oostende?

“Ik ben geboren in Sint-Monica in de Zwaluwenstraat. We woonden in Gistel en mijn ouders waren beiden onderwijzer. Wij hadden thuis geen telefoon en als we familie wilden bereiken, kwamen we naar de Post, waar je bij de RTT kon bellen. De telefoonhokjes zijn nog steeds te zien in het gebouw. En ik herinner me ook toen ik voor het eerst een garnaalkroket at. Dat was in de James in de Ensorgalerij. De smaak bleef me bij, maar vooral de gefrituurde peterselie. Ik was toen vijf. In de jaren ‘80 ging ik uit in de Graffiti in de Langestraat en ’t Koekoeksnest in de Kerkstraat. Maar Oostende was op cultureel vlak toen niet zo’n aantrekkelijke stad. Ik heb de stad pas herontdekt toen ik bij TAZ begon.”

Je was altijd al bezig met muziek. Hoe is dat gestart?

“Als 15-jarige kwam ik vaak in jeugdclub Wieder in Gistel en raakte er geïnteresseerd in muziek en klank. Ik zat er in het bestuur en elk jaar organiseerden we een festival, de Wiederhappening. Daar kreeg ik de microbe te pakken om te organiseren. En die is niet meer weg gegaan. Ik startte al jong als zelfstandig geluidstechnieker en met enkele vrienden richtte ik Stageteam op. We deden PA voor optredens en feesten. Het bedrijf startte in Gistel en verhuisde later naar Gent. Toen ik begon bij TAZ, verkocht ik mijn aandelen. Ik heb als geluidstechnicus ook heel wat opnames gemaakt met bands. Ik heb thuis veel instrumenten staan en speel in mijn vrije tijd piano. Muziek is een rode draad in mijn leven.”

Iedereen noemt je Boy. Hoe komt dat?

(lacht) “Dat dateert al van toen ik 18 was. Mijn moeder had een grijze trui gebreid en die droeg ik elke dag. Toen is die naam ‘boai’ ontstaan. En dat is zo gebleven. Iedereen mag me aanspreken zoals ze willen. Ik heb er geen probleem mee.”

Hoe ben je met TAZ in contact gekomen?

“Dat was eind jaren ‘90 als geluidstechnicus. Het was de periode van de grote openluchtspektakels en shows op het Klein Strand. Elk jaar deed ik meer op het festival, tot Luc Muylaert vroeg om alles qua geluid op me te nemen. In 2006 ben ik dan gestart als productieleider. Het was een voltijdse baan. We waren toen met vier vaste mensen. Stefan Tanghe was zakelijk leider, Luc deed het artistieke en Tatjana Bonne was verantwoordelijk voor de communicatie. Nadat Stefan naar De Grote Post ging, werd ik in 2013 zakelijk leider. En toen Luc met pensioen ging, ben ik in 2023 algemeen coördinator geworden.”

Hoe zag je TAZ evolueren?

“Het festival is jaarlijks gegroeid. Dat zie je aan Café Koer, waar artiesten en publiek samenkomen. In de beginjaren, in de school in de Kaaistraat, was er catering voor 150 mensen, nu voor 700. Het aantal tickets is ook sterk toegenomen. Maar ik denk dat we aan een plafond zitten. Er zijn geen grote openluchtspektakels zoals in de beginjaren. Ik vind dat ook jammer, maar die kosten heel veel geld en het gaat om buitenlandse gezelschappen. Dan ben ik blijer dat we steeds meer een springplank geworden zijn voor Vlaamse afstudeerders en jonge theatermakers. Vrijwel iedereen in het Vlaams theaterlandschap heeft een connectie met TAZ omdat ze hier in het Jong Werk stonden. De meeste komen met plezier terug. Er zijn bij ons geen schotten tussen artiesten en publiek. We willen ook laagdrempelig blijven. De Wonderwaai, het aanbod voor gezinnen in het Leopoldpark, is volledig gratis. Het is vaak een eerste opstap naar theater en het is belangrijk dat dit voor iedereen toegankelijk blijft.”

Je ziet een mooie toekomst voor TAZ?

“Er is een verjonging bezig met TAZ Youth. En we zijn in transitie met een nieuwe artistieke leiding, maar ook organisatorisch. Vanaf volgend jaar kunnen we twee jaar het Kursaal niet gebruiken door de verbouwingswerken. Daarom willen we meer aanwezig zijn op locaties in de stad. We willen Oostende nog eens binnenstebuiten keren op zoek naar sites.”

Elk jaar duiken huwelijksaanzoeken op. Bredene, Middelkerke en Oudenburg lieten al meerdere keren weten dat jullie daar ook welkom zijn. Daar zijn ook mooie zalen en mogelijkheden. Is dat een oplossing voor jullie zoektocht naar theaterplaatsen?

“Ik weet dat we er overal welkom zijn. Maar voor mij is TAZ onlosmakelijk verbonden met Oostende. TAZ is Oostende en omgekeerd. Je kunt het niet in een andere stad organiseren. Het is ontstaan in Oostende en wordt gedragen door de vorige besturen, het huidige en hopelijk ook het toekomstig stadsbestuur. De buurgemeenten bieden inderdaad zalen aan, maar dat moet ook logistiek te organiseren zijn. Het publiek moet er ook heen kunnen. TAZ in een buurgemeente, ik voel het niet echt.”

Hoe kijk je naar Oostende?

“Oostende is een kleine stad, maar niet kleinburgerlijk. In 1996 begon de relance. TAZ startte in 1997 en was het eerste culturele initiatief op dat niveau. Het zorgde voor een klimaat waarin andere initiatieven, zoals het Filmfestival of Vrijstaat O./KAAP en De Grote Post konden kiemen. Nu zijn er festivals rond boeken, podcasts en huiskamerconcerten. Oostende is een culturele hoofdstad geworden. En een pioniersstad. Zeker ook op wetenschappelijk vlak, met het VLIZ op de Innovocean Campus, het incubatie- en innovatiecentrum Bluebridge of een bedrijf als Beauvent. Oostende mag er trots op zijn. Hier gebeuren dingen op wereldniveau, maar het blijft nog te veel onder de radar. We proberen met TAZ te helpen: één van de voorstellingen vindt plaats in het VLIZ en met Beauvent kijken we om de generatoren op het festival te vervangen door zonnepanelen en batterijen.”

Blijf je in het Gentse wonen?

“Ja. Een verhuizing is nu niet aan de orde. Maar ik sluit het niet uit. Ik kan hier nog komen sterven. (lacht) Op de plaats waar ik geboren werd, in de Zwaluwenstraat, is er nu een woonzorgcentrum.”

Bio

Privé: geboren op 9 juli 1966 in Oostende. Partner van Kristien. Vader van tweeling Otto en Artuur (23 jaar). Woont in het Gentse.

Opleiding en loopbaan: lager onderwijs in Gistel, middelbaar in Sint-Leocollege Brugge. Wijsbegeerte in Gent. Gestart als zelfstandig geluidstechnicus. Richtte met enkele vrienden bedrijf voor geluid Stageteam op. In 2006 productieleider bij TAZ. Zakelijk leider TAZ sinds 2013, algemeen coördinator sinds 2023.

Vrije tijd: lezen, studie piano aan de muziekschool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier