Op de Mercator met coördinator Ensorjaar Wim Vanseveren: “Ensorjaar zal ook na 2024 zichtbaar blijven”

Wim Vanseveren: “Voor het Ensorjaar konden we ons geen too little too late-scenario veroorloven.” © Davy Coghe
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Dit weekend start het Ensorjaar en voor coördinator Wim Vanseveren (67) is dat een blij weerzien met de stad die hij al jaren goed kent. De voorzitter van de Ensors is duidelijk: “Die zijn onlosmakelijk verbonden met Oostende.” Wim Vanseveren blijkt een zeer betrokken toeschouwer.

“Aan boord van de Mercator was ik voor het eerst op schoolbezoek. Nadien bezocht ik het schip nog, maar ik leerde het toch vooral beter kennen door Sam Lauwers, met wie ik samenwerkte voor het Ensorhuis. Hij is ook verantwoordelijk voor deze driemaster. Het is een blij weerzien”, zegt Wim Vanseveren. We spreken hem tijdens één van zijn vele werkbezoeken aan de stad in voorbereiding van het Ensorjaar 2024.

Je werkte lang voor de VRT. Hoe kijk je daarop terug?

“Als producer kon ik onder meer De Boomhut, Draaimolen, Dag Sinterklaas, Kulderzipken en Buiten De Zone maken. Die kregen verschillende prijzen. Ik ben nog altijd trots op mijn loopbaan bij de tv en dankbaar dat ik met zoveel waardevolle mensen mocht werken, want televisie maak je niet alleen. Later werd ik netmanager van TV1. Ik heb de VRT verlaten omdat ik geslaagd was in het examen om Toerisme Vlaanderen te leiden. Dat deed ik vijf jaar, tot Piet Van Roe me terugvroeg voor de VRT. Ik was de laatste televisiedirecteur en de eerste mediadirecteur van de VRT. Na anderhalf jaar heb ik mijn vennootschap ‘Uitzichten’ opgericht. In die periode startte ik ook met vier vrienden het productiehuis ‘De Raconteurs’. De combinatie van de VRT met de opstart van een eigen bedrijf was moeilijk.”

Wanneer heb je Oostende leren kennen?

“Toen ik eind jaren ‘90 voor tv werkte, deden we af en toe iets in Oostende en leerde ik toenmalig directeur Geert Declerck en ook Peter Craeymeersch kennen. Rond 2003, toen ik Toerisme Vlaanderen leidde, kwam ik in alle steden en regio’s. In Oostende was Peter inmiddels directeur. Hij was toen al met voorsprong de beste toeristisch directeur van de kust en behoorde tot de top van Vlaanderen. Ze mogen in Oostende heel blij zijn dat die man hier nog altijd is. Het bleef me altijd bij dat Peter toen als eerste met een strategisch plan kwam voor toeristisch Oostende. Daarin werd niet meer gegokt op goed weer, maar stonden evenementen centraal. Dat proactief denken van toen zorgt er nu voor dat ze kunnen kiezen welke evenementen ze wel of niet doen. Ook de evolutie om meer in te zetten op cultuurtoerisme is goed voor de stad. Het Ensorjaar is daar een mooi voorbeeld van. “

Je bent ook voorzitter van De Ensors, de Vlaamse filmprijzen die tijdens het filmfestival worden uitgereikt. Hoe raakte je daarbij betrokken?

“Een tiental jaar geleden werd ik bestuurder bij het Filmfestival. Elke drie jaar geeft FFO een licentie voor de filmprijzen aan vzw De Ensors, waarvan ik voorzitter ben. Vroeger werden de prijzen uitgereikt door FFO, maar sinds de vzw bestaat, gebeurt de stemming door 2000 professionals. Er is nu meer draagvlak en de uitstraling neem toe. Dat merk je bijvoorbeeld bij voorstellen aan het Vlaams Audiovisueel Fonds, waar men in dossiers de Ensors opgeeft als referentie. Het is een troef die ook in het buitenland bij coproducties wordt uitgespeeld. Daar zijn onze laureaten ‘Ensor Awarded’. De Ensors zijn ontstaan in Oostende en gaan hier niet weg.”

Je bent ook coördinator van het Ensorjaar. Hoe lang ben je er al mee bezig?

“Ik ben sinds 2019 met pensioen. Kort daarna kwam Peter met de vraag om strategisch mee te denken over het Ensorhuis, dat in 2020 zou openen. Het was belangrijk te weten waar we over enkele jaren zouden staan. In de zomer van 2020 is beslist om iets te doen in 2024, omdat Ensor dan 75 jaar geleden overleed. We zijn er meteen aan begonnen. En dat was nodig, want uit een bevraging die ik in 2007 op vraag van toenmalig schepen Hilde Veulemans deed, bleek dat alle bevraagde partners het eens waren dat er in Oostende grote plannen waren, maar er veel te laat actie kwam. Ik heb in 2020 meteen duidelijk gemaakt dat Oostende zich voor het Ensorjaar geen too little too late-scenario kon veroorloven.”

Ging Oostende gemakkelijk mee in dat verhaal? Ben je tevreden met het resultaat?

“Oostende investeert 600.000 en Vlaanderen 1,2 miljoen euro cash. Als men zou verdisconteren wat partners en mensen in loondienst nog bijdragen, spreken we over 5 tot 6 miljoen euro omzet. Er is een productiefonds gesticht van 750.000 euro. Dat is du jamais vu. De Oostendse culturele scène pakte dat aan. Op basis van tien criteria werden meer dan 100 projecten ingediend en 35 geselecteerd. Alles samen zullen er meer dan 100 activiteiten zijn, waaronder 15 tentoonstellingen. Ik ben ook heel blij met de samenwerking tussen Canvas en het Filmfestival voor een documentaire over Ensor en Oostende. Straks gaat die in première op FFO en enkele dagen later op Canvas. Ik waardeer bijzonder de medewerking van de provincie, door op Atlantikwall Raversyde twee projecten van Lieven Nierinck onderdak te geven. Het gaat om ‘1940’, een reconstructie van drie Ensorschilderijen die opbrandden tijdens een bombardement in WO II en ‘James baron Ensor’, dat verwijst naar Ensors barontitel. Ik ben ook heel benieuwd naar de voorstelling ‘Ensor est un fou/Ensor is zot’ van Dries Vanhegen en Oostendenaar Serge Feys. Wat in het Ensorjaar plaatsvindt, zal jaren nadien nog zichtbaar zijn. In het werk van een kunstenaar, de aanpak van een festival of wat partners maken. Een mooi voorbeeld is dat op het einde van het festival het kunstwerk ‘Ik, James Ensor’ van Spoerri terugkeert naar het openbaar domein. Het krijgt een plaats aan het Duinenkerkje, vlakbij het Ensorgraf. Het is symbolisch. Om te tonen dat Ensor ook na 2024 belangrijk blijft in Oostende.”

Bio

Privé: geboren in Tielt op 23 januari 1956. Getrouwd met Katrien Parent, drie kinderen, tien kleinkinderen. Woont in Tielt.

Opleiding en loopbaan: licentie Germaanse filologie. Zeven jaar directeur cultureel centrum Gildhof Tielt, tien jaar producer kinderprogramma’s bij VRT, vijf jaar netmanager TV1 (VRT), vijf jaar directeur Toerisme Vlaanderen. Sinds 2007 eigen consultancyvennootschap ‘Uitzichten’. Vier jaar directeur deBuren (Vlaams-Nederlands huis voor cultuur en debat). Voorzitter van Theater Malpertuis (Tielt) en De Ensors (Vlaamse film- en televisieprijzen). Coördinator Ensorjaar 2024.

Vrije tijd: Film, toneel, lezen, joggen.