Negende editie van Wijkfeest Monoblok werd een succes: “Binnenkort ook eigen website”

De aanwezige bewoners van de wijk Monobloc samen op de foto. (foto MVO) © Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte Journaliste Het Wekelijks Nieuws

Na een onderbreking van drie jaar keken alle bewoners van de Monobloc-wijk uit naar de negende editie van hun wijkfeest. Om te vermijden dat de weergoden spelbreker zouden spelen, hadden de organisatoren een grote tent opgesteld. Maar het werd een stralend zomerfeest met ruim 120 deelnemers.

Het ‘Wijkfeest Monoblok’ overtrof alle verwachtingen. Ruim 120 buurtbewoners schaarden zich rond de barbecue waar vrijwilligers zich uit de naad werkten om voor de vele hongerige magen de borden te vullen met gegrilde worsten, brochettes en zomerse groenten.

“Het is de bedoeling van de organisatie om elk jaar alle bewoners samen te brengen in een aangename sfeer waarbij iedereen ‘buur’ of ‘buurvrouw’ wordt genoemd”, legt organisator Willy Bautil uit. “De wijk heeft zijn eigen logo en vlag en de naam van het feest ‘Wijkfeest Monoblok’ wordt met een K geschreven omdat het hier om mensen gaat. Binnenkort hebben we ook onze website Monoblok-ODK. Maar de oorsprong van de wijk gaat terug tot het jaar 1920. Deze wijk is gelegen tussen natuurreservaten waardoor hij eigenlijk geografisch geïsoleerd ligt en dat kan dan net aanleiding geven tot samenhorigheid.”

Gesloten karakter

De wijk Monobloc situeert zich tussen de Monobloc-vijver, die deel uitmaakt van het natuurreservaat ‘Ter Yde’ in het domein Markey, het natuurgebied Oostvoorduinen en de Polderstraat Oostduinkerke. In Brugge werd in oktober 1920 een ‘Provinciaal Samenwerkende Maatschappij’ opgericht met de naam ‘De Goedkope woning’ om mee een oplossing te bieden aan het door de oorlog zwaar gehavende en verwoeste West-Vlaanderen. In 1922 werd er een tuinwijk gebouwd in wat nu onder de noemer ‘Monobloc-wijk’ valt met in totaal 38 visserswoningen van vijf verschillende types naar een ontwerp van drie vermaarde architecten uit het Brusselse.

De wijk bestond (en bestaat nog) uit drie straten en een plein. Er waren 8 dubbele woningen en 30 alleenstaande woningen, voorzien van een stalling. De wegeltjes die werden aangelegd tussen de straten waren bedoeld om te voet water te gaan halen aan de vijf waterpompen. Het plan was om de straten te omzomen met bomen, een dubbele rij in de centrale Prins Boudewijnstraat en een enkele rij in de Prinses Charlottestraat en Prins Karelstraat. Gelukkig is er nooit een doorsteek gekomen naar de Nieuwpoortsteenweg, zodat het gesloten karakter en het unieke concept van de wijk binnen de natuurreservaten bewaard is gebleven. De huizen werden gebouwd in grijze duinenzand- en kalkhoudende baksteen van de Koksijdse steenbakkerij ‘Silico-Calcaires’ en de bouwstijl verwijst naar de typische vissershuisjes uit de streek. Een voorstel van de gemeenteraad van Oostduinkerke van 31 maart 1928 voorzag in de naam Duindalen, maar die benaming zou nooit ingang vinden.

Herverkaveling

De redelijk grote percelen zijn ondertussen herverkaveld, ten nadele van het uitzicht van de wijk, en er wonen intussen al meer dan 60 gezinnen. Toen in december 1923 slechts 19 van de nieuwgebouwde huizen verhuurd waren, wekte dat verwondering. De oorzaak lag aan de huurprijs, die veel hoger lag dan die van de ‘barakken’ in Nieuwpoort. Wat ook meespeelde: mensen die waren teruggekeerd uit de oorlog naar deze streek waar alles was platgeschoten en door zout water was ondergelopen, hadden het ontzettend moeilijk om hun huizen aan de man te brengen. In 1939 werden de huizen zelfs verkocht 15 procent onder de waarde en werd een extra subsidie van 12 procent toegekend aan de koper.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier