Van 4 september tot 24 oktober vindt de eerste editie plaats van de Internationale Fotobiënnale Oostende. Zeven weken lang tonen 30 spraakmakende fotografen werk op evenveel locaties in de stad. Onder hen internationale toppers als Ruud van Empel, Charlotte Mano, Filip Dujardin, Aisha Zeijpveld en Marc Lagrange, van wie ook onuitgegeven werk zal te zien zijn. Curator Yvon Poncelet selecteert vijf tips.
Lees ook: Topfotografe Kaat Pype ontroert tijdens eerste Fotobiënnale van Oostende: “Ultiem eerbetoon aan mijn moeder”
De eerste Internationale Fotobiënnale Oostende palmt diverse binnen- en buitenlocaties in met hedendaags en conceptueel fotografisch werk. Een parcours van verrassende exposities met werk van dertig fotografen uit België, Nederland en Frankrijk doorkruist de Stad aan Zee – van Fort Napoleon tot Mu.ZEE.
Als thema kozen curators Stephane Verheye en Yvon Poncelet voor ‘(on)rust’. Inspiratie daarvoor haalden ze uit het werk van de Oostendse kunstenaars James Ensor en Léon Spilliaert – twee boegbeelden van het symbolisme, dat verbeeldingskracht en fantasie hoog in het vaandel draagt en daarbij vaak een sfeer oproept van dreiging en mysterie. Twee dingen die eveneens terug te vinden zijn in het werk van hedendaagse kunstfotografen.
De klepper van de Internationale Fotobiënnale Oostende is de geprezen Belgische fotograaf Marc Lagrange, van wie nooit eerder vertoond werk te zien zal zijn in het Fort Napoleon. Nog in Fort Napoleon: Katrien De Blauwer, Carmen De Vos, Isabel Devos, Tine Guns en Chrystel Mukeba – vijf vrouwen wier eigenzinnige blik en conceptuele oeuvre een markant contrast vormen met het werk van Lagrange en die ook erg representatief zijn voor de hedendaagse fotografie.
Birth of a Mother
Mu.ZEE pakt dan weer uit met de verrassende tentoonstelling Birth of a Mother van Julie Scheurweghs, die een merkelijk minder romantisch, maar net daarom nog veel krachtiger beeld van het moederschap toont dan wat we doorgaans op Instagram te zien krijgen. Inclusief alle sappen, vet, pijn en striemen. En in de Anglicaanse kerk stellen vijf uitzonderlijke studenten fotografie van LUCA School of Arts tentoon: Elise Corten, Jolien De Buyser, Joris Deleersnyder, Anaïs Lesy en Charlotte Mariën.
Speciaal voor de biënnale lieten de gevestigde waarden Jef Boes en Kaat Pype zich dan weer inspireren door Oostende en zijn inwoners. En minstens even opmerkelijk is dat er werk van deze vier internationale toppers zal te zien zijn op verschillende buitenlocaties in de stad: Charlotte Mano, Ruud van Empel, Aisha Zeijpveld en Filip Dujardin, die zich voor enkele nieuwe werken door Oostende liet inspireren.
Acteur en fotografieliefhebber Rik Verheye maakt tot slot een podcastreeks en in De Grote Post vindt dan weer een bijzondere editie van het fotografie-evenement De Donkere Kamer plaats.
Tip 1: Richard Petit (O.666)
Richard Petit heeft niet alleen een diploma fotografie, maar ook een diploma filosofie op zak. Dat laatste brengt hem er in zijn werk toe om vragen te stellen over het paradigma van de technologische vooruitgang, transcendentie en het Heilige.
Richard Petit zet eveneens vraagtekens bij de relatie die de fotografie altijd heeft onderhouden met het begrip ‘waarheid’. Zijn werk handelt vaak over de suggestieve, verhalende kracht van de fotografie die naar het fictieve neigt. “Richard Petit heeft een serie gemaakt rond vluchtelingen. Een heel actueel thema dat hij neergezet heeft als operadecors. Schimmen van schipbreukelingen en onzichtbare migranten zijn de hoofdpersonages in de reeks Border Line. Het is een hommage aan de niet-gefortuneerde helden van onze eeuw. via analoge opnames met technische camera. Sterk”, aldus curator Yvon Poncelet.
Tip 2: Philippe en Claire Ordioni (Exposure Value)
Samen met de beeldende kunstenaar Rodia Bayginot maakte de Franse fotograaf Philippe Ordioni meer dan tweeduizend portretten. Maar de bal ging pas echt aan het rollen toen ook zijn dochter Claire Ordioni zich ermee begon te moeien. De twee werken intussen al meer dan tien jaar aan Portraits BarOques, een reeks barokke portretten. De foto’s, die soms even verontrustend als grappig zijn, werden reeds in tal van fotomagazines gepubliceerd. “Philippe en Claire Ordioni ontmoette ik in Frankrijk. Zij maken barokke portretten geïnspireerd uit de klassieke sciencefictionliteratuur en doen een beroep op hun cinematografische verbeelding om het ‘anders zijn’ vorm te geven, met de nodige humor. Indrukwekkende portretten. Ik ben bijzonder blij dat Exposure Value deze tentoonstelling kan brengen op de Fotobiënnale”, aldus Yvon.
Tip 3: Gilles Boudot (Theobalds Boothuisje)
Behalve fotograaf en galeriehouder is Gilles Boudot eveneens een fervente motormekanieker – een fascinatie of invloed die je overduidelijk ook terugvindt in zijn fotografisch werk.
De Fransman kreeg in 2020 een publicatie in de gerenommeerde fotografie-uitgave Niepcebook van Corridor Elephant – een serieuze eer – maar het lijstje van tentoonstellingen waarop zijn werk de voorbije twee decennia te zien was, is zo mogelijk nog indrukwekkender.
“Door het opnamestandpunt en de compositie van de dagelijkse voorwerpen wekken de werken ook een soort illusie op bij de kijker, met een knipoog naar de Bechers”, blikt curator Yvon Poncelet vooruit op de expo in Theobalds Boothuisje.
“Ik vind het prachtig hoe hij de mensen kan verrassen en op het verkeerde spoor kan brengen”, klinkt het.
Tip 4: Daniëlle van Zadelhoff (Kapel Militair Hospitaal)
Daniëlle van Zadelhoff is geboren in Amsterdam, maar woont in Antwerpen. De fotograaf werkt vaak rond thema’s als kwetsbaarheid en eenzaamheid. Er gaat dan ook altijd een ontegensprekelijk diepe, emotionele kracht uit van haar fotografie. Haar werk kenmerkt zich eveneens door het gebruik van clair-obscur, waarbij ook de donkere schaduwgedeelten erg belangrijk zijn. Ze verbeelden het onbewuste én onderbewuste van ons menszijn. “Alone is niet alleen de titel, maar ook het thema van Daniëlle van Zadelhoffs samenwerking met de Roemeense schilder Adrian Lurco. De reeks gaat over de existentiële eenzaamheid die de mens kenmerkt van bij de geboorte tot in het graf. De manier waarop zij haar portretten verlicht en de manier waarop zij de mensen regisseert in combinatie met het thema spreekt mij erg aan. Het werk van Lurco versterkt nog meer het thema eenzaamheid.”
Tip 5: Jan Pypers en Marlous van der Sloot (CAS)
Het indrukwekkend oeuvre van Jan Pypers is ruimtelijk, cinematografisch en dromerig. De fotograaf combineert moderne digitale technieken met klassieke methodes uit de filmwereld, zoals het gebruik van schaalmodellen en geforceerd perspectief. Door op deze manier dingen in scène te zetten, houdt hij – zoals een filmmaker – de volledige controle over het licht, het perspectief en de sfeer. “In Cas – Contemporary Art Space in de Frans Musinstraat – hangt het werk van Marlous van der Sloot en Jan Pypers. Ik vind het moeilijk om te kiezen, het zijn allebei topfotografen. Kiezen is verliezen… Ik ben nogal fan van studiowerk. Het werk van Jan Pypers, Nightgardeners, gaat over mensen die ’s nacht tuinieren of iets anders doen dat ze op dat moment naar verluidt niet horen te doen. Soms eng, maar nooit bedreigend. De taferelen lijken willekeurig en toch ook perfect geënsceneerd.”
Tip 6: Jef Boes en Kaat Pype (Expo-boot)
Op de expo-boot aan de Sir Winston Churchillkaai stellen Jef Boes en Kaat Pype tentoon. Jef Boes ging op zoek naar mensen die in Oostende geboren en getogen zijn, maar er nu niet meer wonen. Hij peilde naar de plek waar ze de beste herinneringen aan hebben en brengt aan de hand van hun portretten – op die favoriete plekken dus – een ode aan de stad. Analoog, niet digitaal. Ook bijzonder: de fotograaf brengt hun verhalen in foto’s én in woorden. Ook Kaat Pype deed iets Oostends. Het Europacentrum mag dan al de skyline van de stad bepalen, de toren is niet beroemd. Kaat Pype wou daar verandering in brengen door er een toeristische trekpleister van te maken die kan wedijveren met de Eiffeltoren of het Atomium. Dat was toch de bedoeling, want toen ze op de 33ste verdieping bezig was, maakte ze zonder het toen te beseffen de laatste foto’s van haar moeder.
Fotobiënnale praktisch
Een ticket voor de Internationale Fotobiënnale Oostende kost 15 euro. Het geeft toegang tot Fort Napoleon en de andere indoorlocaties (Anglicaanse kerk, Expo-Boot, Felix, Peperbusse). Reserveer op voorhand jouw ticket voor de tentoonstellingen in Fort Napoleon, waar wordt gewerkt met tijdsloten. De andere indoorlocaties zijn gedurende de hele periode van de biënnale toegankelijk voor ticketkopers. Kinderen tot zestien jaar komen er gratis in.
Voor de tentoonstelling van Julie Scheurweghs in Mu.ZEE heb je nog een apart ticket (10 euro) nodig. Dat ticket geeft uiteraard eveneens toegang tot de andere tentoonstellingen in het museum.
Alle andere locaties, waaronder de galeries en parken, zijn gratis te bezoeken. Met uitzondering van de Peperbusse en Expo-boot zijn alle tentoonstellingen toegankelijk voor rolstoelgebruikers en voor wie minder goed te been is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier