3,5 euro voor een pintje en amper een snack onder de 10 euro: overleven op een festivalweide is niet goedkoop

Op Dranouter Festival zal je deze zomer 6,45 euro betalen voor een pakje friet met saus, één van de goedkopere prijskaartjes in het West-Vlaams festivallandschap. © FILIP LANSZWEERT BELGA
Phebe Somers

Wie deze zomer één of meerdere festivals bezoekt, heeft maar beter een spaarpotje aangelegd het afgelopen jaar. Naast de steeds duurder wordende tickets wordt ook eten en drinken op de festivalweide stilaan een luxueuze uitgave die niet voor iedereen even evident is. Van gemiddeld 3,5 euro voor een (hopelijk frisse) cola tot 13 euro voor een potje pasta. Cateraar Guy Verkindere ziet het met lede ogen aan: “Festivalorganisatoren willen dure namen op hun affiche, en dat geld moet ergens vandaan gehaald worden hé”

Naast stevige DJ-setjes en uitstekende liveoptredens is ook de totaalbeleving belangrijk op een muziekfestival. Vooral tijdens meerdaagse evenementen hopen bezoekers doorgaans op een gevarieerd aanbod op vlak van eten en drank. Voor een democratische prijs, als het dan ook nog even kan. Daar wringt de laatste jaren het schoentje.

In West-Vlaanderen vinden deze zomer maar liefst 48 festivals plaats. Hoeveel budget je moet rekenen om daar te overleven varieert sterk. Zo betaal je op Moen Feest – waar Eurovisiekandidaat Joost Klein zal optreden – en Campo Solar slechts 3 euro voor een gewoon pintje of een frisdrank. Maar op Ostend Beach is dat bijvoorbeeld al 3,8 euro. Na tien drankjes begint dat verschil al serieus te tellen. Vooraf drankbonnetjes kopen kan vaak voordelig uitdraaien, op Dranouter Festival kun je dan weer wat centen terugwinnen door lege bekers te verzamelen en in te leveren.

Om de honger te stillen heb je als festivalganger heel wat foodopties, maar goedkoop kom je er zelden van af. De prijs voor een pak frieten met saus ligt bij de bevraagde organisatoren tussen de 5,5 en 7 euro. Een potje pasta heb je al voor 8 euro maar kan oplopen tot een stevige 13 euro. Wat met het lunchaanbod? Een gewoon smoske is duidelijk niet zo populair (meer), en voor een warm broodje met beenham of een croque monsieur moet je al snel 7 à 8 euro neertellen.

De meeste festivals werken tegenwoordig niet enkel met de klassieke fastfoodkramen samen, maar verwelkomen ook heel wat foodtrucks op de weide. Die kraampjes serveren doorgaans meer kwaliteit, maar daar hangt natuurlijk ook een prijskaartje aan vast. En sinds dit jaar moet dat prijskaartje ook glashelder zijn: de FOD Economie heeft een tijdje geleden beslist dat elk festival die met een eigen munteenheid werkt telkens de waarde in euro duidelijk bij de prijs van een item plaatst.

Hoge commissie

Ook de uitbaters van al die kraampjes vinden het niet fijn om dergelijke bedragen op hun prijslijst te moeten schrijven, maar zij staan naar eigen zeggen met hun rug tegen de muur. “Eerst en vooral is er de inflatie, iedereen merkt zelf ook wel dat een supermarktkar een pak duurder is dan pakweg vijf jaar geleden. Maar los daarvan heb ik de indruk dat organisatoren van festivals een grotere hap uit onze verkoop willen”, klinkt het de zaakvoerder van Catering Verkindere uit Izegem, dat al 65 jaar actief is in de sector. “Wij willen een bepaald bedrag verdienen aan onze producten, om onze vaste kosten mee te betalen – zoals standgeld, vervoer, personeel, wagenpark, foodcost… – maar ook om een beetje winst te maken natuurlijk. Maar tegenwoordig loopt de commissie die de festivalorganisatoren willen innen per verkocht product stevig op. Vroeger ging dat over 20 procent van de verkoopprijs, nu is dat soms al 55 procent. Tja, dan kunnen wij niet anders dan onze prijzen op te trekken.”

“Festivalgangers gaan misschien even klagen, maar ze zullen het toch blijven betalen hoor”

Guy Verkindere merkt dat het verschil groot wordt. Tijdens voetbalmatchen – waar de organisatie ook een deel van de opbrengst opeist – verkoopt hij zijn hamburgers voor 5,5 euro per stuk. Op een festival moet hij daar twee euro meer voor vragen, om evenveel over te houden. “Om die reden sta ik nog maar op een handvol festivals, vooral in West-Vlaanderen. Het is gewoon niet rendabel genoeg meer. Maar goed, die organisaties moeten natuurlijk ook hoge bedragen ophoesten om grote artiesten en groepen op hun affiche te krijgen. En de bezoekers klagen misschien even, maar uiteindelijk gaan ze het toch allemaal betalen hoor. De ticketverkopen starten met een reden zo vroeg in het jaar, jongeren krijgen zo de kans om al flink te sparen of vragen een bijdrage aan hun (groot)ouders als kerstcadeau om hun festivalavonturen te bekostigen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier