De 21ste editie van D’Ostendsche Revue ging donderdag in première in CC De Grote Post. Onder de veelzeggende titel ‘Moe kiekn no z’n kop’ bracht het revuegezelschap een originele kijk, met pikante, zelfs stoute uitspraken, op de feiten en gebeurtenissen van de voorbije maanden met speciale aandacht voor de nieuwe burgemeester, de nieuwe én de oude schepenen, de opgraving van een ridder in ‘t kerksje van Stene, de deelsteps, de biecht van enkele bekende Oostendenaars en de verdwijning van het lachend kaksje.
Na een traag eerste deel, met weinig relatieve filmfragmenten over de gemeenteraad en vechtende ridders, komt de vertoning na de pauze echt tot ‘leven’ als ‘Oostende Zingt’, tot ieders grote spijt afgevoerd op de Paulusfeesten, in eer wordt hersteld en zanger Pulle echt zijn ding mag doen. De finale met veel ambiance en leuke liedjes, was superamusant en zorgde voor ambiance op scène en in de zaal! ‘Na-Na-Na’ van de herboren Andrei Lugovski, ‘Leef’ van André Hazes, ‘Leve De Torre Van Oostende’, ‘Mien Zèèkapiting’ van Lucy Loes en een leuk revueliedje ‘Moe kiekn no z’n kop’, werden door het enthousiaste publiek luidkeels meegezongen. De teksten stonden in ‘t groot geprojecteerd en nodigden uit tot samenzang: Oostende zingt.
Uiteindelijk gingen de aanwezigen met de glimlach en een warm gevoel naar huis. Eind goed, al goed en zeker chapeau voor de auteurs-regisseurs, Katrien Van Brabant en Rik Labeeuw, het kleurrijke ballet onder leiding van Allanah Weranga en Stephanie Lecluyse, de Melody Makers, met muzikanten Jean-Pierre Severeins en Freddy De Meyer, en de hele revueploeg, met Pulle en Tjeppen als boegbeelden, samen al meer als 70 jaar lang.
(FRO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier