Brugge zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: schatbewaarder Jan de Gros.
)
Een naam die in Brugge kan rekenen op enige bekendheid is die van de familie de Gros. Meestal denkt men daarbij aan het Hof de Gros aan de Sint-Jakobsstraat 68 of aan het prachtige praalgraf van Ferry de Gros in de Sint-Jacobskerk. Minder bekend is Jan de Gros die nochtans tot de belangrijkste telgen van de familie behoort.
De familie de Gros is afkomstig uit Bourgondië, maar waar Jan de Gros in 1484 is geboren, is niet bekend. Zijn vader, ook al een Jean, was voorzitter van de rekenkamer van de Bourgondische hertog Filips de Stoute.
Karel de Stoute
“Onze” Jan was niet de eerste de beste. In 1442 is hij secretaris van Filips de Goede, later secretaris van Karel de Stoute en Maria van Bourgondië. In 1481 wordt hij schatbewaarder van de Orde van het Gulden Vlies en later kamerheer van Maximiliaan van Oostenrijk. Jan de Gros overleed in 1484 in Dijon en werd er in de Sint-Medarduskerk begraven.
Jan de Gros was heer van Tardt, Marliens, Crissey en Nieulande. Dat laatste is de reden waarom in sommige documenten het Hof de Gros wel eens het Hof van Nieulande wordt genoemd. Voor zover bekend gaf Jan, samen met zijn eerste echtgenote Guye de Messey, kort na 1474 de opdracht voor de bouw van het Hof de Gros aan de Sint-Jakobsstraat. Jan was ook een belangrijke weldoener van de nabijgelegen Sint-Jacobskerk. In die kerk vindt men nog altijd een kapel met de naam De Gros met daarin het prachtige praalgraf van zijn zoon Ferry de Gros met zijn twee echtgenotes.
Het Hof de Gros geniet enige historische bekendheid al was het maar omdat tussen maart en mei 1488 Maximiliaan van Oostenrijk er gedurende elf weken door de Bruggelingen gevangen werd gehouden. “Gevangen” moet men echter met een korrel zout nemen want volgens de kronieken was de gevangenschap eerder aangenaam. Maximiliaan werd er immers “getroost” met bezoeken, banketten, papegaaischieten enzovoort.
Portret in Chicago
Van Jan de Gros bleef een portret bewaard, geschilderd door Rogier van der Weyden, in het Art Institute of Chicago. Op het schilderij is hij afgebeeld op circa dertigjarige leeftijd, dus nog aan het begin van zijn carrière. De identiteit van Jan de Gros kon worden vastgesteld dankzij de afbeelding van zijn wapenschild op de achterzijde en aan een banderol met zijn devies Graces à Dieu. Jans portret maakt deel uit van een diptiek of tweeluik. Op het andere luik, nu bewaard in het Museum voor Schone Kunsten in Doornik, staat een Maria met Kind afgebeeld. (Chris Weymeis)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier