In ‘We waren wij gelukkig’ bundelde schrijfster en theatermaakster Ann Vanneste de verhalen van 15 ‘moerhazen’, de oorspronkelijke bewoners van het moergebied op de grens tussen Brugge en Meetkerke. “Een bijzondere geschiedenis die nooit verloren mag gaan.”
Ann Vanneste is de drijvende kracht achter vzw Speling, een inclusieve vereniging die mensen met een beperking de kans geeft om op de planken te staan. Voor haar nieuwe verhalenbundel ‘We waren wij gelukkig’ tekende ze de persoonlijke levensverhalen op van een aantal ‘moerhazen’ – de historische bijnaam van de bewoners van de Lage Moere waar ze zelf al sinds 1989 woont. “Het polderlandschap ten noorden van het kanaal Brugge-Oostende heeft een bijzonder verleden. De oorspronkelijke bewoners hadden een speciaal karakter en ze werden door het leven niet gespaard. Het leven in de Lage Moere kon keihard zijn”, steekt Ann van wal.
Zo kwam het vroegere veengebied een paar keer per jaar onder water te staan. “De bewoners beschikten over weinig comfort en moesten zich bij elke overstroming behelpen: de koeien naar hoger gelegen weides brengen, de kinderen veilig op zolder en dan maar wachten tot het water weer wegtrok. Eén van de bewoners wist mij te vertellen dat het gebied soms wel tien dagen lang overstroomd bleef”, vertelt Ann. De Lage Moere was een geïsoleerd gebied waarvan een deel bij Sint-Andries hoorde. “Om daar te geraken, gebruikten de bewoners ‘den overzet’. Ze waren dus eigenlijk volledig op zichzelf aangewezen.”
Keuterboeren
De moerhazen waren kleine keuterboeren. “Ze hadden een koe, soms twee, een varken, wat kippen en leefden van wat de moestuin opbracht. Het was een hard bestaan, want tot in de jaren vijftig was er stromend water noch elektriciteit. Boeren was hier geen sinecure, maar ze ploeterden voort. De vraag is natuurlijk maar of ze een keuze hadden…”
De verhalen situeren zich tussen het begin en het einde van de vorige eeuw. “Ik wilde ze vastleggen nu de oude moerhazen één voor één aan het wegvallen zijn. Omdat ik vreesde dat hun bijzondere geschiedenis anders verloren zou gaan. En ik wou zelf ook graag uit hun eigen mond horen hoe zij die tijd hier hadden beleefd en overleefd.”
“Ook het karakter van de moerhazen, trots en eigenzinnig, fascineerde mij. Altid deuredoen, was hun motto – een echte moerhaas ‘stuukte’ liever dood dan op te geven.” En waar die bijnaam eigenlijk vandaan komt?
Strooptochten
“Wellicht van de strooptochten die de bewoners noodgedwongen ondernamen: om hun gezin van eten te kunnen voorzien, moesten ze stroppen zetten om konijnen en hazen te vangen”, aldus Ann, die overigens ook een link met haar eigen familie ontdekte. “Pas lang nadat ik hier ben komen wonen, kwam ik toevallig te weten dat mijn tante Yvonne, de zus van mijn moeder, hier samen met haar verloofde de toer is komen doen toen ze gingen trouwen. De zus van haar verloofde, Madeleine Meire, woonde hier dan. Veel moerhazen trouwden overigens ook onder elkaar. Francine Wybo, die in de Moerdreve woont, wist me te vertellen dat als je hier je kop buiten stak en “Wybo!” riep, overal deuren openvlogen”, glimlacht Ann. Ze tekende ook een aantal persoonlijke drama’s op. “Zo was ik onder de indruk van het verhaal van Jenny Brusselle, die amper zeven jaar was toen ze van de tractor van haar vader viel en stierf. Ik heb dat uit eerste hand, van haar oudere zus Lieve”, aldus Ann. Haar verhalenbundel is doorspekt met beeldmateriaal. “Oude foto’s van moerhazen, van de Lage Moere onder water, van de oude molen die nu gerestaureerd is. Zo komen de verhalen weer helemaal tot leven”, besluit Ann. (WK)
Het Brugse vertelcollectief de Op-Lichters puurde uit het boek een verhalentraject om te voet of met de fiets te ontdekken. Info: ann.vanneste3@telenet of 0497 57 95 77.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier