Marc Wackenier uit Alveringem brengt vijfde boek uit over de geschiedenis van de veldwachter: “De garde was een vriend van het volk”
Eind september verschijnt het vijfde boek van Marc Wackenier (74) uit de Hoogstraat. In ‘Van baljuw tot champetter’ gaat hij op zoek naar de veldwachters in de negen dorpen van Alveringem die van aan de Franse revolutie tot aan de politiehervorming in 2000 voor orde en tucht zorgden. Een sappig onderwerp!
Het beroep van garde was vaak een familieaangelegenheid. In Stavele, bijvoorbeeld, was het de familie Schoonaert die meer dan een eeuw lang zorgde voor orde en tucht: overgrootvader, grootvader, vader en zoon. Vier generaties, dus! Maar rond 1937 was er binnen de familie geen opvolger meer voor champetter Richard Schoonaert. En dus kon burgemeester, brouwer J. Cornelis in 1938 zijn knecht Joseph Boussemaere benoemen. Hij werd de laatste enige veldwachter van het zelfstandige Stavele. De laatste veldwachter van het dorp was Honoré Vanoverschelde. Hij cumuleerde zijn ambt met dat in Gijverinkhove. Na de fusie werden Beveren en Stavele bediend door Urbain Huyghe en Honoré Vanoverschelde.
Debacker
In Beveren-aan-de-IJzer was het de familie Debacker die drie generaties lang het ambt vervulde. Yvon, Leopold en Joseph Debacker volgden elkaar op in de periode van 1837 tot 1946. Vanaf 1947 werd het ambt toegewezen aan Urbain Huyghe. De familienamen Meeuws en Maelstaf leverden veldwachters in respectievelijk Leisele en Izenberge. Alveringem had als zelfstandige gemeente de beschikking over twee veldwachters. Een van hen werd gedeeld met Oeren. Leisele en Izenberge hadden elk een eigen champetter. Dat bleek noodzakelijk. Izenberge was een levendig dorp door de aanwezigheid van een grote feestzaal en een bloeiende wielerclub. Regelmatig werd hulp ingeroepen van de veldwachter van Leisele om er bepaalde gemoederen te bedaren.
Velden bewaken
“Het beroep van veldwachter is oorspronkelijk in het leven geroepen om de velden te bewaken tegen plunderingen”, vertelt Marc Wackenier. “Maar het beroep is uiteraard ook geëvolueerd. In oorlogstijden hadden veldwachters enorm veel extra werk. En het is lang zo geweest dat de administratie binnen de muren van het gemeentehuis het werk van de secretaris was en dat daarbuiten van de veldwachter. Vergunningen ronddragen, de oproepen voor de dienstplicht, dienstweigeraars opsporen, meegaan op ronde met het kadaster, meehelpen aan de volkstelling in het jaar 1900, op de roepsteen aan de kerk belangrijke zaken afroepen of aan huis gaan om het aantal aanwezige honden te tellen… tot 25 jaar geleden moest er immers hondenbelasting worden betaald. De veelheid aan taken leverde bovenop het beperkte loon wel eens een welgekomen extra vergoeding van enkele oude Belgische franken op. De veldwachter was vaak ook knecht en loopjongen voor de burgemeester. Om brieven rond te dragen, boodschappen te doen en zowaar de oogst van de burgemeester zelf – die vaak ook landbouwer was – te helpen binnenhalen.”
Overleden
Het merendeel van de Alveringemse veldwachters is ondertussen spijtig genoeg overleden. In 2021 overleed in het Alveringemse woonzorgcentrum nog filosoof en dorpsfiguur Georges Anseel, kapper van opleiding, die het tot veldwachter en hoofdveldwachter schopte. Wackenier kreeg via dochter Jana Anseel heel wat documentatiemateriaal: het document van zijn diploma en benoeming, uniform enzovoort. De auteur raadpleegde in zijn uitgebreide zoektocht ook het gemeente- en rijksarchief. Het beroep van veldwachter, garde of champetter zal na het lezen van dit boek nog meer tot de verbeelding spreken.
“Het beroep is oorspronkelijk in het leven geroepen om de velden te bewaken tegen plunderingen”
“De vele hilarische anekdotes maken deel uit van de karikaturale beeldvorming die zo nu en dan van het ambt werd gemaakt”, zegt Marc Wackenier. “Zo werden er tot 1980 geen of nauwelijks pv’s opgemaakt. Ook niet van pakweg een diefstal van aardappelen en ajuinen bij een vrouw die alleen woonde. Wat kon, werd in der minne geregeld. Zo is bekend dat de garde van Izenberge één pv heeft opgemaakt, van een botsing aan de vroegere Aveve in Izenberge. Tot men op een gegeven moment van de overste te horen kreeg “dat dit toch zo niet verder kon”. Waarop de garde in Gijverinkhove plots iedereen die over de volle witte lijn reed, op de bon zwierde. Goed voor burgerprotest, natuurlijk… Er was één constante: hij was de vriend van het volk en de weg waarlangs veel informatie verzameld werd.”
Het boek ‘Van baljuw tot champetter’ is vanaf 7 oktober verkrijgbaar, onder meer bij de auteur en in de Standaard Boekhandel. VVK: 32 euro, na 5 oktober: 37 euro. Meer info via: mwackenier@outlook.com.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier