Met ‘De Provence’ laat de Brugse cartoonist Marec zich van zijn meest romantische kant zien. Zijn liefde voor de Provence brengt hij nu in woord en tekeningen in een gloednieuw boek. En zoals elk goed verhaal begint ook dit met een knappe vrouw. “In de voetsporen treden van grote kunstenaars doet me altijd wel iets.”
Sinds jaar en dag is Bruggeling Marc De Cloedt (67) bekend als cartoonist Marec en maakte hij al een indrukwekkend aantal tekeningen én boeken. Maar De Provence is toch een uniek verhaal in zijn uitgebreid palmares. Daarin bundelt hij zijn favoriete adressen en herinneringen aan de Zuid-Franse streek, doorheen de lavendelvelden en wijngaarden, doorspekt van schetsen en cartoons die de regio perfect illustreren.
Al 25 jaar lang reist Marc af naar de Provence, steevast vergezeld van zijn tekengerief overigens. Al is het daar naar eigen zeggen voornamelijk als ontspanning, hele schetsboeken vol zelfs. “Vaak gebeurt het dat ik van daaruit mijn cartoons maak voor de krant. Het voordeel van mijn job en een grote luxe tegenover de beginjaren toen er van internet nog geen sprake was.”
Op de rots van Brel
De liefde voor de Provence ontstond overigens op een aparte manier. “Mijn vader gaf turnles bij de club Rust Roest. Daar had hij een maat die later is verhuisd van Brugge naar Stekene. Die had een dochter, Anne-Marie, die ging wonen in het Zuid-Franse Sanary-sur-Mer. Als kind was ik gefascineerd door die knappe verschijning in een open cabriolet. Al stelt mijn kinderlijke fantasie ze misschien knapper voor dan ze was. (lacht) Maar ik was ook aangetrokken door die streek waar zoveel kunstenaars naartoe waren getrokken vorige eeuw. Van Matisse tot Renoir en Van Gogh. Maar evengoed wereld- en muzieksterren gingen er op vakantie of hadden er een verblijf.”
Marc droomde ervan om in de voetsporen te treden van al die kunstenaars. En dat deed hij. Letterlijk zelfs. “Ik zag ooit op televisie een documentaire over Jacques Brel, waarin zijn buurvrouw vertelde hoe hij daar van de zee en zijn maîtresse genoot. In een huisje aan het strand van Le Golfe Bleu in Roquebrune-Cap-Martin schreef hij nummers als Le Plat Pays en Amsterdam. Vaak zette hij zich op een bepaalde rots met zijn gitaar en probeerde hij die nummers uit voor zijn buren. Die gedachte alleen al deed me iets. Gewapend met de foto’s die ik van mijn televisiescherm had genomen, ben ik dus op zoek gegaan naar die rots. Na lang zoeken vond ik de exacte locatie. Op die plek tekenen, daar kan ik écht gelukkig van worden. Het intrigeert me ook geweldig als ik pakweg de rolstoel van Renoir zie staan in diens atelier, wetende dat hij daar op die plek zat. Thuis heb ik dat ook, als ik in het Groeningemuseum voor een werk sta van Van Eyck en me bedenk dat hij zoveel jaren geleden ook vanop een afstand keek naar zijn eigen werk. Dat vind ik enorm fascinerend en ontroerend zelfs.”
Uitvalsbasis
Jarenlang huurde Marc een eenvoudig huisje in de streek, telkens op een andere plaats. “In het begin vertoefde ik vaak in Saint-Rémy-de-Provence, een beetje symbolisch voor de Provence en ook leuk omdat de kinderen toen klein waren. Maar ik voelde dat ik elke keer weer last had om te vertrekken. Het idee dat je nooit meer terugkeert naar die ene plek, vond ik in zekere zin confronterend. Tot iemand mij daarover aansprak en troostte met de woorden: Op het moment dat je het huis verlaat, begint een nieuwe droom. Dat was ook echt zo.”
Sinds een paar jaar heeft Marc nu een eigen uitvalsbasis. “Ik geniet daar enorm van. Het idee alleen al dat ik nu in mijn auto kan springen en daar tien uur later op een prachtige zonovergoten plek zit… Maar ik vind het ook fijn om daar mensen te leren kennen, een babbeltje te slaan op een terras of met de lokale bakker.” Toen een uitgeverij vroeg welk boek Marc nog wilde maken, hoefde hij dan ook niet lang na te denken. Hij deed heel wat research, van de Italiaanse grens tot de plek waar hij intussen zelf een huisje heeft. Het was meteen ook het perfecte excuus om na al die jaren ook eens Sanary-sur-Mer te bezoeken. “In een haventje lagen daar tal van vissersbootjes en één daarvan droeg de naam van Anne-Marie. De cirkel was rond. Ik vatte toen het plan op om haar op te zoeken, maar helaas bleek ze al enkele jaren geleden gestorven te zijn. Zo leeft ze vooral verder in mijn jeugdherinneringen.”
Fotoalbum
Opvallend: niet alleen grafisch heeft Marc een meer dan vlotte pen. “Als kind wist ik al vrij snel dat ik cartoonist wilde worden, maar het beroep van journalist of schrijver heeft me ook altijd aangetrokken.” In het boek vinden we niet alleen cartoons en teksten, maar ook schetsen.
“Als ik cartoons maak, is dat meestal eerst in potlood. De schetsen deed ik meteen in stift, wat een oefening bleek in loslaten. Want je kan eventuele foutjes niet wegwerken. Maar dat bleek ook een zekere charme te hebben. Voor mij zijn die tekeningen méér dan zomaar pennenstreken. Als ik ernaar kijk, voel ik de warmte van de zon op het blad en ben ik meteen weer ginder. (denkt na) Die schetsen en cartoons vullen elkaar naadloos aan. Picasso zei ooit dat het een leven lang duurt om opnieuw te leren tekenen als een kind, en ik geef hem geen ongelijk. Die spontaniteit merk ik ook bij mijn kleindochters. Geweldig om te zien hoe zij een wit blad nemen en er gewoon aan beginnen zonder te weten waar ze uitkomen. Die kinderlijke naïviteit vind ik fantastisch.”
‘De Provence’ van Marec, 256 blz., uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts. Op zaterdag 27 mei stelt Marec het boek voor in Wolinski in Brugge. Inschrijven via marloes@davidgalle.be of www.wolinski.be.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier