Een artikel over de dood van een Brugse leerling in het Brugsch Handelsblad was de aanleiding voor Bart Rondas om zijn tweede roman ‘Als materie verdwijnt’ te schrijven. Een boek over de gevolgen van tienerleed en de zwijgcultuur in Brugge. De auteur verwerkt zijn rouw over het verlies van zijn boezemvriendin én een schoolmakker in een boek.
In 2017 debuteerde uitgeweken Bruggeling Bart Rondas (53), een master aardrijkskunde die werkt voor de Gentse dienst voor toerisme, met de scabreuze roman Waar schoonheid eindigt. Deels omdat dat boek zich afspeelde in de betere Brugse kringen publiceerde hij zijn debuut onder de schuilnaam Hans Henneko.
Leukemie
Nu heeft hij in eigen naam een meer volwassen roman uit bij Partizaan. “Twee jaar geleden bezweek mijn boezemvriendin Johanna De Roover aan leukemie. Ik wilde haar wijze inzichten over de dood en haar antwoorden op existentiële vragen delen met de wereld in een roman over hoe tienerleed en zwijgcultuur leiden tot speculatie en roddel. Zelf heb ik ook de isolatie gevoeld als de groep waartoe je wil behoren je uitsluit om wie je (niet) bent”, bekent de schrijver. “Als materie verdwijnt begint met de dood van David. Die verongelukt op het moment dat hij aan zijn vriend Jan wil vertellen wat hij weet over de dood van hun schoolmakker Sebastiaan begin de jaren ‘80. Jan probeert dit verlies te verwerken door op zoek te gaan naar de omstandigheden waarin Sebastiaan omkwam en waarom het voor David zo moeilijk was om daarover eerlijk te zijn.”
Schokgolf
“Mijn roman is fictie, maar ik gebruik toch enkele feiten die ik zelf meegemaakt heb, toen ik in de jaren ‘80 school liep in Brugge. De dood van schoolmakker Arvid, naar wie ik en vele anderen zo opkeken, stuurde een schokgolf door onze school. Ik koester nog altijd het artikel dat het Brugsch Handelsblad in 1983 aan dit ongeval wijdde. Het verlies van een medeleerling werd toen op school niet in groep besproken. Ik lag toen in de knoop met mezelf en durfde niet eens de nabestaanden te condoleren. Dus trok ik mij terug en beeldde ik mij in wat er zou kunnen gebeurd zijn. Die gefantaseerde scenario’s zijn vaag verwerkt in het plot van mijn boek. Het ongeval van Arvid een wonderboy op school naar wie iedereen opkeek veroorzaakte niet alleen bij mij onuitgesproken verdriet. Sommige klasgenoten waren getuige van het ongeval. Je moet het maar meemaken en verwerken op die leeftijd. Op het moment dat de wereld voor je opengaat het waren laatstejaars in het Brugs Atheneum word je op een directe manier met de harde realiteit van het leven geconfronteerd. Het schrijfproces dwong mij om mijn eigen stilte te doorbreken. Al vergde dit moed, ik kreeg er rust en openheid voor in de plaats. Nu wij die overbleven in de vijftig zijn, herkennen we ons in wat Carson McCullers schreef in Sucker: If a person admires you a lot, you dispise him and don’t care… it is the person who doesn’t notice you that you are apt to admire. Dat lijkt mij essentieel tienerleed, waarover Als materie verdwijnt gaat. Mijn boek schetst een beeld van Brugge begin de jaren ‘80. Het project bood mij de kans om diep in mijn herinneringen te duiken en oude edities van het Brugsch Handelsblad te raadplegen over die sombere, maar veerkrachtige periode voor Brugge. Ik werd als vanzelf teruggezogen in de tijd van burgemeester Frank Van Acker en onderwijsminister Daniel Coens. De tijd van stadsrenovatie, de betogingen tegen 10.000 oude Belgische franken inschrijvingsgeld, de uitbouw van de haven en de realisatie van de nieuwe gevangenis”, aldus Bart Rondas.
‘Als materie verdwijnt’ is te koop in Brugse boekenwinkels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier