Op vraag van de Uitgaven West-Vlaamse Gidsenkring beschrijft Benoit Kervyn de Volkaersbeke meer dan 220 wapenschilden en heraldische emblemen in Brugse straten. Voldoende reden voor een gesprek met deze Brugse telg uit een 600 jaar oud adellijk geslacht.
“Voor alle duidelijkheid: iedereen kan een wapenschild hebben, tenminste als de regels van de heraldiek nageleefd worden”, benadrukt Benoit Kervyn de Volkaersbeke (60). De stamboom van de familie Kervyn gaat terug tot voor 1445 in het Henegouwse Ath, waar de volder Colart Carvin woonde. “Mijn voorvader is naar Eeklo verhuisd, waar de naam vervlaamste tot Carvijn/Kervyn en de volgende generaties de sociale ladder opklommen. De familie raakte verdeeld tijdens de godsdienstoorlogen: Joris Kervyn had sympathie voor de Calvinisten, terwijl zijn broer Jacob kanunnik en cantor van de Sint-Donaaskerk was. “Die voorvader speelde een rol bij het tot stand komen van het Brugse bisdom.”
“Gaandeweg werd het wapenschild een symbool van gezag”
“In 1766 werd Guillaume Kervyn door keizerin Maria-Theresia in de adelstand verheven. Hij kreeg het recht om het sinds de 16de eeuw gebruikte wapen te voeren. Wie van adel is, moet immers een wapenschild hebben”, vervolgt Benoit. “Mijn grootvader Jacques stichtte in 1931 Auto-Occidental langs de Sint-Pieterskaai en voerde Volkswagen in voor Oost- en West-Vlaanderen met garages in Brugge, Gent, Kortrijk en Oostende. Zijn zonen liepen in zijn voetsporen. Auto’s interesseerden mij niet. Ik studeerde binnenhuisarchitectuur. Verder groeide mijn interesse in erfgoed en geschiedenis. Sinds 2002 ben ik consulent religieus erfgoed bij de Erfgoedcel Brugge. Tot in 2017, 30 jaar lang, was ik ook de algemeen coördinator van de Heilig Bloedprocessie.”
Vriend of vijand
In zijn boek Wapenschilden in Brugse straten (39,50 euro, 264 pagina’s) geeft Benoit Kervyn een overzicht per straat van alle heraldische symbolen in de Breydelstad. “Het zijn er meer dan 220. Maar ja, de heraldiek zit in het DNA van onze beschaving. Wapenschilden zijn ontstaan op het slagveld; het was een manier om vriend of vijand te herkennen. Gaandeweg werd dit instrument tot identificatie een symbool van gezag. Niet alleen voor edellieden, ook voor geestelijken, gilden, enzovoort. Zonder de steden, gewesten en landen te vergeten.”
De auteur wijst op enkele opmerkelijke symbolen zoals het wapenschild van Mexico aan de woning van dr. D’Hooghe langs de Langerei, omdat hij consul van dat Midden-Amerikaanse land is. Of over het mysterie van het verkeerd ingekleurde wapen van Filips van België, de vader van koning Albert I: “Wat doet dit wapen op het Simon Stevinplein”, vraagt de schrijver zich af. Ten slotte hekelt Benoit Kervyn een ‘misbaksel’ in de Breydelstraat: “Een grenssteen verwijst naar het wapen van de Proostdij, maar werd geschilderd én toont nu een Brabantse/Belgische leeuw…”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier