Slachtoffers van seksueel geweld kunnen in nieuw zorgcentrum op site AZ Delta in Rumbeke terecht
Volgende week dinsdag 8 maart opent op de site van AZ Delta het Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG). Slachtoffers van seksueel geweld uit heel West-Vlaanderen kunnen er terecht voor de eerste begeleiding, maar ook voor nazorg. Nu gebeurt dat nog verspreid over de provincie en niet altijd volgens dezelfde werkmethode. “Van psychologische begeleiding tot sporenonderzoek, alles gebeurt op dezelfde locatie”, aldus dokter Lieven Wostyn.
Dat het centrum op dinsdag 8 maart wordt geopend is niet toevallig. Het is dan Internationale Vrouwendag, een symbolische datum voor de start van een ambitieus project. Slachtoffers van seksueel geweld uit de hele provincie kunnen dag en nacht in het Zorgcentrum terecht voor medische zorg, psychische ondersteuning en sporenonderzoek en kunnen er als ze dat willen ook aangifte doen. Ongeacht geslacht, leeftijd, genderidentiteit of beperking.
Er zitten nu al zorgcentra in onder andere Gent, Brussel, Luik en Antwerpen. Op termijn moeten dat er tien worden, verdeeld over de gerechtelijke arrondissementen. “De komst van de zorgcentra kadert in de nood aan de verbetering van het beleid naar slachtoffers van seksueel geweld. Slachtoffers dienden in het verleden op eigen houtje een zoektocht te doen naar de verschillende instanties waar zij terecht konden voor hulp, voor medische verzorging en voor klachtindiening. Deze instanties bevonden zich dan ook nog eens op verschillende plaatsen en werkten niet samen. De professionals waren bovendien niet allemaal gespecialiseerd in het bieden van hulp aan deze slachtoffers. Er was kortom tot voor kort geen één plaats waar slachtoffers terecht konden”, vertelt Marijke Weewauters, expert geweld bij Instituut voor de Gelijkheid van mannen en vrouwen. “Kort samengevat kunnen slachtoffers van een aanranding en verkrachting er tot zeven dagen na de feiten terecht voor acute hulp.”
“Door de zorgcentra willen we de slachtoffers de mogelijkheid bieden om binnen het uur in een ZSG te geraken. Voor West-Vlaanderen is de centrale ligging van AZ Delta een troef. Voor de zorgcentra werkt het ziekenhuis samen met de verschillende politiezones en parket in de provincie. De bereidheid was erg groot, daardoor is het project op relatief korte tijd gerealiseerd.”
Totaalaanpak
“In het zorgcentrum kunnen slachtoffers van seksueel geweld 24/24 en 7/7 terecht voor bijstand op één locatie voor de provincie. Het slachtoffer staat daarbij centraal, er wordt niets opgedrongen. Bedoeling is om de drempel zo laag mogelijk te houden. Het slachtoffer kan er terecht voor medische zorg, psychologische ondersteuning en forensisch onderzoek. Er kan aangifte gedaan worden bij de politie als het slachtoffer dit wenst. Wil die persoon dat niet meteen, dan kan dat tot zes maanden na de feiten. Zolang worden de sporen hier bewaard”, aldus medisch coördinator Lieven Wostyn.
“Op dag 0 zorgen we voor de eerste bijstand, kleine letsels zullen we ook meteen in het centrum verzorgen. Ook daarvoor hoeven ze niet naar bv. het ziekenhuis zelf, het past binnen de holistische aanpak om alles bij elkaar te hebben. Als de belangrijkste zorg achter de rug is, mogen de slachtoffers opnieuw naar huis. Lukt dat niet, dan zorgen we voor opvang. Op dag 1 bellen we hen opnieuw op om te horen hoe het met hen gaat. Op de derde of vierde dag zijn ze opnieuw in het ZSG welkom voor een gesprek met de psycholoog en andere nazorg. We blijven hen in de maanden na de feiten begeleiden.”
Alles op één locatie betekent een grote meerwaarde, zowel voor het medische, alsook voor het verder onderzoek. “Iedereen heeft altijd het maximale gedaan, maar niet overal kon men even ver gaan. Hier hebben we aandacht voor de preventie van HIV, controleren op seksueel overdraagbare aandoeningen, zorgen voor noodanticonceptiepil… Allemaal zaken die op vandaag niet kunnen gebeuren.”
Ook het verhoor en sporenonderzoek gebeurt in het centrum. “Daarvoor hebben we een team van 50 zedeninspecteurs die in beurtrol per twee klaarstaan om de nodige onderzoeksdaden te stellen. Die inspecteurs zijn intensief opgeleid om op een juiste manier met de slachtoffers om te gaan. Het zijn inspecteurs van over heel de provincie, uit de 19 politiezones. Door hun expertise zullen ze de verhoren nog beter kunnen uitvoeren, op een uniforme manier, en dat komt het onderzoek alleen maar ten goede”, stelt Curd Neyrinck, korpschef in de politiezone RIHO.
Uniek aanspreekpunt
Het parket van West-Vlaanderen, verdeeld over vier zones, is de derde partner binnen het project. “Dit project biedt een enorme meerwaarde”, horen we van Chris De Munster, substituut-procureur des Konings actief in Kortrijk. “Het slachtoffer krijgt direct psychologische begeleiding, de nodige onderzoeken worden gedaan en er is de gepaste zorg, op alle niveaus. Op die manier kunnen we de slachtoffers beter helpen, maar staan we ook sterker om daders te vatten. Wie in het ZSG langskomt, krijg ook alle mogelijke informatie, wat anders niet altijd het geval is. Bovendien heb je slechts één aanspreekpunt en moet je maar één keer je verhaal doen. Nu moet je soms tot tien keer hetzelfde verhaal doen en daar heb je als slachtoffer geen behoefte aan!”
“Op het moment dat de zedeninspecteurs bezig zijn met het verhoor, kan de politie op de plaats waar de feiten zich voordeden, afhankelijk van de informatie, al de nodige onderzoeksdaden stellen. Als de dader bekend is of het delict staat op camera, dan kunnen we al aan de slag. Alles staat in teken van het slachtoffer, maar het is ook nog altijd de bedoeling om de dader te vatten”, aldus Curd Neyrinck.
Tegen eind 2024 verwachten we 800 aanmeldingen per dag
Verwacht wordt dat 40 procent van de slachtoffers rechtstreeks naar het zorgcentrum komt, de rest wordt doorverwezen door de politie (40 procent) of andere kanalen zoals huisartsen, CAW… “We denken tegen eind 2022 zo’n 200 mensen geholpen te hebben. Tegen einde 2023 verwachten we 500 personen op een jaar geholpen te hebben en tegen 2024 gaat het zelfs om 800 slachtoffers van seksueel geweld per jaar. We voorzien dat stijgend aantal vooral door de groeiende bekendheid van het ZSG en de lager wordende drempel om naar hier te komen”, besluit dokter Wostyn.
Uit cijfers van andere bestaande centra blijkt dat 90 procent van de mensen die zich aanmeldt vrouwelijk is, de overige 10 procent gaat over seksueel geweld bij mannen. Tot eind 2021 meldden zich net geen 5.000 slachtoffer aan in de bestaande net opgerichte zorgcentra en die aanmeldingen zitten in een stijgende lijn. In 2020 was er door de coronamaatregelen een dip in het aantal slachtoffers dat zich naar een Zorgcentrum begaf, maar in 2021 meldden er zich een recordaantal slachtoffers aan. De nood is dus duidelijk groot.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier