West-Vlaams procureur Filiep Jodts begint aan zijn tweede en laatste termijn: “Alle neuzen in dezelfde richting krijgen, is en blijft een hele klus”

Filiep Jodts begint aan zijn tweede - en laatste - termijn als West-Vlaams procureur. © Kurt Desplenter Foto Kurt

Zijn eerste ambtstermijn als baas van het West-Vlaamse parket startte met corona en eindigde met de schorsing van twee van zijn magistraten wegens mogelijke fraude. Toch is Roeselarenaar Filiep Jodts (55) deze week met volle goesting gestart aan zijn tweede, en laatste, termijn als West-Vlaams procureur. “De eerste vijf jaar heb ik veel zaadjes geplant, nu wil ik gaan oogsten”, zegt hij. Een opvallend scherp gesprek over kaduke toiletten, krappe budgetten en… sinaasappelpulp.

Wanneer we door iets te veel ochtendlijke koffie in combinatie met de barkoude temperaturen – u kent het wel – bij aankomst in het Brugse gerechtsgebouw eerst op zoek gaan naar een toilet, blijken alle voor het publiek toegankelijke urinoirs defect te zijn. Idem in de toiletten op de eerste verdieping, waar het interview plaatsvindt. Filiep Jodts zucht eens diep wanneer we hem vragen of dit typerend is voor de toestand van Justitie.

“In 2027 wil de Regie der Gebouwen starten met de renovatie van het gerechtsgebouw in Brugge. Ten vroegste, en dan nog alleen het dak en de ramen. Ik vrees dat de werken zelfs nog veel later zullen aanvatten, als ik lees in welk financieel keurslijf we de komende jaren zullen worden gedwongen. Geen enkel bedrijf met dergelijke lamentabele werkomstandigheden zal iemand vinden die er wil komen werken. Maar voor Justitie moet dat allemaal kunnen”, sakkert hij.

Vijf jaar geleden lanceerde u het plan-Jodts: een gloednieuw gerechtsgebouw annex arresthuis op een centrale plaats in West-Vlaanderen. Het zal bij een plan blijven, vrees ik.

“Het was misschien utopisch, maar het is wél realistisch. Voor de geplande renovatie in Brugge trekt men 16,5 miljoen euro uit. En dan blijf je met een verouderd gebouw zitten. Mocht je deze site – 36.000 vierkante meter aan de Brugse stadsring – kunnen verkopen, dan kan je met dat geld wel iets doen. Het is ook gewoon nodig. Een moderne, uniforme, West-Vlaamse justitie moet in een modern, uniform gebouw zitten. Nu regent het binnen in Brugge en zitten ze in Kortrijk in de winter in de kou, in een gebouw met ramen in enkel glas. In mijn eigen bureau zijn bijvoorbeeld ook de ramen dicht gekleefd met plakband, om de koude tegen te houden. Ik wil de EPC-score niet kennen voor onze gerechtsgebouwen (Brugge, Kortrijk, Veurne en Ieper, red.). Om van de veiligheid nog te zwijgen: ik wil niemand op ideeën brengen, maar wandel hier binnen met een vuurwapen en niemand zal je tegenhouden.”

U bent nu vijf jaar de belangrijkste crime-fighter van onze provincie. Waarop bent u het meeste trots?

“Dat de fundamenten er liggen om een gestroomlijnd beleid te ontwikkelen in West-Vlaanderen. De specialisaties zijn verdeeld, de clusters zijn grotendeels gevormd. Ik heb de voorbije vijf jaar heel wat zaadjes geplant, in de komende vijf jaar moeten we kunnen oogsten. Alle neuzen in dezelfde richting krijgen, is en blijft een hele klus. We zijn het enige parket in het land met vier afdelingen, elk met zijn eigen voorgeschiedenis, cultuur en beleidskeuzes. Die verschillen werken we nu weg. Zo stelden we vast dat er binnen één afdeling verhoudingsgewijs veel meer drugsdossiers geseponeerd worden dan in de drie andere afdelingen.”

“Een moderne West-Vlaamse justitie moet in een modern gebouw zitten. Nu regent het binnen in Brugge en zitten ze in Kortrijk in de kou”

“Ook het beleid in verkeerszaken was in Kortrijk en Brugge niet helemaal hetzelfde, hoewel we één parket zijn. Aan de ene kant van West-Vlaanderen werd bij een vermoeden van rijongeschiktheid van een bestuurder meteen een dokter aangesteld, aan de andere kant van de provincie wacht men daarmee tot de zaak voor de rechtbank komt, soms anderhalf jaar later. Met zulke verschillen hebben we al grotendeels komaf gemaakt, voortaan werkt iedereen op dezelfde manier. Dat is efficiënter en ook duidelijker voor de burger. Maar er ligt nog veel werk op de plank om het beleid verder te concretiseren en te uniformiseren.”

U bent officieel gestart op 6 januari 2020, twee maanden later ging het land plat door de corona-pandemie. Niet evident.

“Ik mocht meteen al mijn plannen en ideeën in de koelkast steken. Maar corona is ook een zegen gebleken: de digitalisering van Justitie ging plots veel vlotter dan door eender welke maatregel van om het even welke minister. Online vergaderen, telewerken, plots kon het wél. Justitie heeft dan wel de naam een starre organisatie te zijn, de coronacrisis hebben we wel goed aangepakt en we hebben er veel uit geleerd.”

Fijn voor justitie, maar als ik het vanuit de kant van de burger bekijk, is er dan niet een beetje té repressief opgetreden in die periode? Ik heb rechters auto’s in beslag zien nemen omdat mensen eventjes langs een familielid reden en zo een niet-essentiële verplaatsing maakten.

“Absoluut. Er is op politiek vlak gekozen voor nultolerantie en een zeer repressieve aanpak, voornamelijk uit angst. Die begrafenissen zonder familie, dat was onmenselijk. Dat krijg je nooit meer aan de bevolking verkocht. Tijdens de eindejaarsperiode van 2020 mochten mensen alleen in hun bubbel vieren. Ik was opzettelijk zelf van dienst toen, om uitwassen te vermijden. De politie moest naar mij bellen als ze mensen betrapten die met te veel aan de feestdis zaten en dan zorgde ik ervoor dat men één minnelijke schikking uitschreef, in plaats van een boete voor elke aanwezige volwassene. Je moet een beetje menselijk blijven.”

Wat denkt u dan, als u ziet dat toenmalig minister van Justitie Vincent Van Quickenborne aanwezig was op een afterparty en zo zelf zijn eigen coronaregels schond?

“Dat wringt. Fijn is dat niet. Je kan niet aan de ene kant regels opleggen om ze daarna zelf niet op te volgen. Dit is niet echt geloofwaardig en eigenlijk een kaakslag voor de vele burgers die zich wél steeds aan de regels hebben gehouden.”

Uit de justitiebarometer blijkt dat ook uw organisatie kampt met een imagoprobleem.

“Klopt, net als de media, die nog slechter scoren. (lacht) Maar het is een feit dat het vertrouwen in justitie in dalende lijn zit. Om dat te keren, moeten we werken aan meer transparantie en ook meer servicegericht werken. We moeten niet populair willen zijn, maar mensen die met justitie in aanraking komen, moeten wel snel en efficiënt geholpen worden. Als ik als burger een probleem heb met een bedrijf – pakweg een internetprovider – dan verwacht ik ook een snelle service. Al maak ik me ook niet de illusie dat wij als Bedrijf Justitie honderd procent tevreden klanten zullen hebben: wie veroordeeld wordt, zal geen bedankje sturen. Maar het kan beter.”

Hebt u daar wel de middelen voor? Als ik uw sanitair zo bekijk…

“Daar knelt het schoentje inderdaad. Ik was onlangs op werkbezoek bij de collega’s van het openbaar ministerie in Maastricht. Het parket Limburg is het kleinste van Nederland, maar heeft wel een budget van 24 miljoen euro. Daar moeten ze alles mee betalen – ook de lonen en de gebouwen – maar ze hebben alle autonomie om die middelen in te zetten waar ze het zelf nodig vinden. Zij kunnen dus keuzes maken – dit gaan we doen, dat doen we niet – en dat ook transparant communiceren aan hun burgers. Mijn budget voor 2024 – om en bij de 110.000 euro – was op 15 november vorig jaar al opgesoupeerd. Dan weet je dat je onmogelijk diezelfde service kan bieden.”

De twee chefs van uw afdelingen in Ieper en Brugge zijn geschorst in de nasleep van de fraude bij het magistratenexamen. Hoe hard is die affaire binnengekomen?

“Wij zijn midscheeps getroffen en ik kan niet ontkennen dat er verdeeldheid is binnen het korps. Sommige collega’s tillen openlijk heel zwaar aan de feiten, anderen wachten af wat het onderzoek oplevert. Ik kan er weinig over zeggen – gelet op het geheim van het onderzoek – maar als de feiten zijn zoals ze vooropgesteld worden, kan dit niet goedgepraat worden. Als ik magistraten ontmoet uit andere provincies, dan spreken ze mij er steevast over aan. De reputatieschade voor Justitie in het algemeen en voor ons parket in West-Vlaanderen in het bijzonder is enorm. Het is jammer dat door de acties van enkelingen het harde werk van al onze mensen die, dag in dag uit, het beste van zichzelf geven, teniet wordt gedaan. Voor hen wil ik in de bres springen.”

Wat als de rechtbank straks beslist dat de twee geschorste procureurs weer aan de slag mogen?

“Ik ben al van dag één van het losbarsten van die affaire bezig met het zoeken naar een antwoord op die vraag. Ik weet niet of zij zomaar kunnen terugkeren en als het dan toch moet, in welke functie? Hebben zij nog voldoende autoriteit om te kunnen functioneren? Welke houding zullen de collega’s aannemen bij hun terugkeer? Ik heb daar zelf een mening over, maar daar kan ik uiteraard nog niets over zeggen. Eerst zal de tuchtrechtbank moeten beslissen. Alleen dit: ik ben zeer tevreden dat die onafhankelijke instantie kan en moet oordelen of er al dan niet fouten zijn begaan, en niet ikzelf als korpschef.”

“Ik denk dat drugs de grote uitdaging wordt voor onze provincie”

Hoe kijkt u naar de komende vijf jaar? Wat zijn de grote uitdagingen in West-Vlaanderen?

“Alle materies verdienen natuurlijk onze aandacht maar als onze middelen – zowel qua financiën als op vlak van personeel – beperkt zijn, zullen we keuzes moeten maken. Zo zal de strijd tegen cybercriminaliteit een voortdurende uitdaging zijn. Helaas zit je daar in een internationale context – geld staat in een paar tellen op buitenlandse rekeningen – en dan bots je op beperkingen. Dergelijke criminelen te pakken krijgen en het geld kunnen recupereren, is een hele uitdaging. Verder mogen we ook niet blind blijven voor de transmigrantenproblematiek. Die is grotendeels onder controle, al moeten we blijvend aandacht hebben voor de kleine bootjes die ook van aan onze kustlijn vertrekken richting Groot-Brittannië.”

Ook drugs is een thema.

“Ik denk inderdaad dat drugs de grote uitdaging wordt voor onze provincie. Door de eenmaking van de havens van Zeebrugge en Antwerpen is het toch opletten geblazen dat die criminele bendes niet naar hier komen. Ik waarschuw daar al jaren voor, maar werd aanvankelijk niet echt gehoord. Dan zegt men dat de haven hier beter beveiligd is of op een andere manier werkt dan in Antwerpen. Dat kan allemaal wel goed zijn, maar ik stel vast dat de grootste fruitsapfabriek van de wereld in Zeebrugge staat. Waar denk je dat die appelsienen vandaan komen? Er is dus trafiek vanuit Latijns-Amerika (waar cocaïne geproduceerd wordt, red.) en bijgevolg is er altijd een risico. We mogen niet naïef zijn. We stellen ook al jaren een grote drugstrafiek vast vanuit Noord-Frankrijk: koeriers die hier komen leveren. Het parket moet samen met de politie alert blijven en die drugscriminaliteit verder bestrijden. We gaan hier binnenkort trouwens een nieuwe kracht voor aantrekken, die zich specifiek moet bezighouden met drugsbestrijding. ”

U kunt maar twee termijnen procureur van West-Vlaanderen zijn. Waar mag men u over vijf jaar op afrekenen?

“Ik zou zeer graag hebben dat men mij zal zien als iemand die in moeilijke omstandigheden geprobeerd heeft om alles vooruit te krijgen en een moderne organisatie heeft neergezet. Een organisatie die op een uniforme, dynamische manier de misdaad bestrijdt in West-Vlaanderen. En, als het even kan, dat doet vanuit één modern gebouw. Dat zal er binnen vijf jaar niet staan, dat weet ik ook, maar ik zou toch blij zijn mocht er al een bouwvergunning zijn.” (lacht)

Lees meer over: