Werkstraffen voor mannen die hun werkgever bestelen

De Brugse correctionele rechtbank heeft een 36-jarige man uit Bredene veroordeeld tot 120 uur werkstraf voor loondiefstal. Als vrachtwagenchauffeur sloeg M.H. bouwmaterialen scheef. Een 47-jarige medewerker van een garage kreeg dan weer 90 uur werkstraf omdat hij zelf de opbrengst van een autoverkoop opstreek.

Gestolen bouwmaterialen

M.H. leverde voor de transporttak van Groep Verhelst uit Oudenburg bouwmaterialen op verschillende bouwwerven. Zijn werkgever beschikte echter over informatie dat de beklaagde soms dingen uit de loods mee naar huis zou nemen. Op 4 februari 2022 stelde de politie vast dat hij in totaal zes paletten leistenen en negen dozen leisteenhaken bij zijn buurman had gestockeerd. Na zijn ontslag werden in zijn vrachtwagen nog drie potten met siliconen aangetroffen.

Tijdens zijn verhoor beweerde H. dat alle werknemers af en toe iets meenamen uit de loods in Kuurne. Naar eigen zeggen mocht dat, want het overbodige materiaal zou anders toch weggegooid worden. Dat verhaal werd echter tegengesproken door zijn collega’s. Aan een collega, die de baas inschakelde, zou hij verklaard hebben dat hij al voor 4.000 tot 5.000 euro had meegenomen. Uiteindelijk legde de dertiger toch bekentenissen af.

Garage bestolen

F.V. stond dan weer terecht voor het bestelen van een garage in Knokke-Heist. Bij een firma in het Duitse Halle had de Bruggeling in het kader van zijn job een Peugeot Expert gekocht. De aankoop werd betaald door de garage, maar V. verkocht het voertuig op 16 september 2021 zelf door. In totaal stortte de koper 27.000 euro op de rekening van de beklaagde.

De veertiger beweerde dat hij het voertuig wel degelijk op eigen houtje mocht doorverkopen. Naar eigen zeggen had hij van zijn werkgever nog een commissie van 34.000 euro tegoed. Dat verhaal kon V. echter nooit hard maken. Volgens zijn werkgever had geen enkel personeelslid überhaupt een commissieregeling. Los daarvan oordeelde de rechter dat de beklaagde een eventuele commissie sowieso op een andere manier had moeten opeisen.

Geen celstraf, wel werkstraf

Het openbaar ministerie vorderde voor beide beklaagden twaalf maanden gevangenisstraf, al dan niet met uitstel. De verdediging drong echter met succes aan op een werkstraf. Als ze hun werkstraffen van 120 en 90 uur niet of onvolledig uitvoeren, hangt hen alsnog respectievelijk twaalf en tien maanden cel boven het hoofd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier