Twee Roemenen hebben voor de Brugse strafrechtbank elk vier jaar effectieve celstraf gekregen voor een hele resem diefstallen in luxeboetieks, vooral aan de kust. In de woning van Costel G. (33) en Mihail L. (44) werd voor 13.000 euro aan gestolen kledij aangetroffen. Opmerkelijk: twee kompanen werden vrijgesproken op basis van een vergissing.
Op 7 oktober vorig jaar sloegen dieven liefst vijf keer toe in luxeboetieks in Knokke-Heist. Op basis van camerabeelden kwam een verdachte Opel Meriva in beeld. Toen de wagen op 4 november opnieuw werd gespot door de politie werden de inzittenden, Costel G. (33) en Mihail L. (44), in de boeien geslagen. De beide Roemenen hadden naast een dieventas ook een ‘jammer’ of stoorzender bij zich om alarmsystemen te omzeilen.
Meer dan 18.000 euro doorverkocht
In de woning van G. en L. in Roeselare troffen de speurders voor liefst 13.000 euro aan gestolen kledij aan. En in een vuilniszak staken 169 losgemaakte alarmsystemen. In een notitieboekje hielden de twee netjes bij wat ze allemaal gestolen hadden. “Daaruit bleek dat ze al voor meer dan 18.000 euro gestolen goederen hadden doorverkocht”, aldus procureur Frank Demeester. “De beklaagden stonden ook al in Duitsland en Roemenië gekend voor diefstallen.”
G. en L. konden aan liefst 48 winkeldiefstallen gelinkt worden in onder meer Knokke, Brugge, Oostende, Nieuwpoort, Middelkerke, Koksijde, Eeklo, Aalst en Leuven. En dat in een periode van amper een maand. Tijdens hun proces wees Costel G. zijn kompaan Mihail L. aan als organisator. Die laatste ontkende dat niet. “Hij stal om zijn heroïneverslaving te bekostigen”, pleitte de advocate van L. “Maar na tien maanden voorhechtenis is hij nu clean.”
In de zaak staat ook nog een 43-jarige Roemeen terecht. I.C. zou bij de vijf feiten in Knokke betrokken zijn geweest en riskeerde zes maanden cel. Zelf vroeg hij de vrijspraak. L.P., de 34-jarige vriendin van Costel G., keek aan tegen een jaar cel. Maar ook zij ontkende elke betrokkenheid.
Pijnlijke vergissing
Of de twee daadwerkelijk iets met de feiten te maken hadden blijft een open vraag, want een pijnlijke vergissing bij de doorverwijzing door de raadkamer liet de rechtbank geen keuze dan hen vrij te spreken. I.C. werd immers naar de rechtbank doorverwezen voor de feiten waarvan L.P. werd verdacht. En vice versa. “Er kan bijgevolg enkel worden vastgesteld dat de feiten in hun hoofde niet bewezen zijn”, besloot de rechtbank. (AFr)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier