Een 36-jarige Bruggeling, die verdacht werd van de brand die in januari 2022 ontstond in zijn woning, is in beroep vrijgesproken. Volgens het hof is er sprake van twijfel.
Op 14 januari 2022 brak rond de middag brand uit in een slaapkamer op de bovenverdieping van een rijwoning langs de Koolkerksesteenweg in Brugge. De slaapkamer brandde volledig uit en de vlammen sloegen over op een aanpalende woning. Bewoner K.S. (34) belandde met rookintoxicatie in het ziekenhuis en lag twee dagen in een kunstmatige coma.
Verschillende versies
Vlak na de brand kwamen branddetectiehonden ter plaatse en die blaften bij vier mogelijke brandhaarden. Stalenonderzoek bracht echter geen resultaat van brandversnellers en ook de fles white spirit die in een kast werd aangetroffen, bleek er niks mee te maken te hebben. Maar het was vooral opvallend dat de man zelf verschillende versies van de feiten gaf. Zo zou een brandende sigaret in de slaapkamer de oorzaak zijn geweest, in een andere versie kwam hij net thuis van de winkel toen hij de vlammen in de hal zag. Die laatste versie bleek alvast niet te kloppen, want zowel uit ondervragingen van personeel, camerabeelden als betalingsverkeer bleek hij niet in de winkel te zijn geweest. Ook de branddeskundige meende niet dat een sigaret aan de oorzaak kon liggen van de brand. Daarom concludeerde de rechter in Brugge dat K.S. de enige schuldige kon zijn aan de brandstichting en veroordeelde hem tot 37 maanden cel met uitstel onder voorwaarden.
Zijn advocate, Daphné Florequin, meende echter dat er nooit zekerheid is geweest of de brand accidenteel of aangestoken was. “Er is geen zekerheid over brandversnellers, geen zekerheid over één of meerdere brandhaarden, de stalen in verband met brandversnellers waren allen negatief en de sporen op de trui van mijn cliënt kwamen niet overeen met de gevonden white spirit. Die stoffen kwamen op zijn trui door zijn werk als tuinman. Daarnaast zijn er ook geen bewijzen gevonden dat het niet gaat om defecte stopcontacten of toestellen.”
Ze stipte ook aan dat haar cliënt geen motief had. “Hij was trots op zijn woning, die hij aan het verbouwen was. Waarom zou hij het gedaan hebben?”
Wodka
Op het moment van de feiten was K.S. in behandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Maar wegens schending van het alcoholverbod was hij een week naar huis gestuurd. Ze verwees ook naar de drank waarom K.S. zo weinig herinneringen heeft aan de brand en de verschillende verklaringen die hij heeft afgelegd. “Na zijn coma kreeg mijn cliënt zware medicatie en dat zorgde voor verwardheid. Maar op het moment van de feiten rookte hij ook twintig sigaretten per dag. Daarom vermoeden wij dat een sigaret de brand heeft veroorzaakt.”
Procureur-generaal De Smet was wel in gemoede overtuigd van zijn schuld. “De verdediging spuit hier enkel één groot rookgordijn”, was zijn stelling. “Men valt de mening van de deskundige aan, de honden, hijzelf weet het niet meer… het is één rookgordijn.” Maar voor de openbare aanklager was het wel duidelijk. “Je was buiten gesmeten in het psychiatrisch ziekenhuis en was kwaad en zat, dronken van de wodka. Daarom heb je geen herinneringen meer aan die brand. Volgens mij was dat ook de brandversneller die is gebruikt. Dat laat geen sporen na. Want volgens de deskundige is de enige verklaring voor de grote schade aan de woning het gebruik van brandversnellers en verschillende brandhaarden.”
Vrijgesproken
Toch oordeelde het hof dat er onvoldoende duidelijkheid is over hoeveel brandhaarden er waren en of er sprake was van brandstichting. Op basis van twijfel en bij gebrek aan bewijs, besloot het de man dan ook vrij te spreken. (OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier