80 uur werkstraf voor uitkeringsfraude na veroordeling als dealer
De Brugse strafrechter heeft een 32-jarige vrouw uit Oostnieuwkerke veroordeeld tot 80 uur werkstraf voor feiten van uitkeringsfraude. S.P. kreeg bijna 30.000 euro uitkeringen, terwijl ze in die periode ook veroordeeld werd voor drugshandel. Volgens het arbeidsauditoraat had de beklaagde moeten melden dat ze ‘aan het werk’ was.
S.P. werd op 11 augustus 2020 door de correctionele rechtbank van Kortrijk voor drugshandel veroordeeld tot twee jaar effectieve celstraf, 24.000 euro boete en 50.000 euro verbeurdverklaring.
Verkoop cocaïne
Het arbeidsauditoraat stelde echter vast dat ze in die periode wel uitkeringen ontving. Van oktober 2017 tot februari 2020 kreeg ze van de RVA en het RIZIV respectievelijk ruim 8.000 en ruim 21.000 euro.
Arbeidsauditeur Sofie Heyndrickx stelde dat de beklaagde bij de bevoegde diensten melding had moeten maken van haar activiteit. Uit de uitgesproken verbeurdverklaring blijkt immers dat ze stevig verdiende aan de verkoop van onder andere cocaïne.
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
De verdediging vroeg de vrijspraak. Volgens meester Michiel Hoet zou een veroordeling in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Een verdachte kan immers niet verplicht worden om zichzelf te beschuldigen, wat in dit geval wel zou gebeurd zijn als ze haar activiteiten in het drugsmilieu had gemeld.
“Ze besefte ook niet dat ze een illegale handel moest aangeven als een activiteit.” In een gelijkaardige zaak werd die redenering in 2019 eens gevolgd door de rechter, maar ondertussen hebben het hof van beroep en het Hof van Cassatie anders geoordeeld.
Onder druk gezet
Ten slotte werd ook de rol van haar toenmalige vriend in het drugsdossier gekaderd. In eerste instantie zou ze enkel verkocht hebben om haar eigen gebruik te financieren, maar hij zag het veel groter.
Naar eigen zeggen werd ze onder druk gezet om mee te werken. In die omstandigheden kon meester Hoet zich ondergeschikt vinden in de 80 uur werkstraf die het arbeidsauditoraat had gevorderd. Als P. die werkstraf niet of onvolledig uitvoert, hangt haar alsnog zes maanden cel boven het hoofd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier