Uit de analyse van de cijfers van de voorbije BOB-campagne blijkt dat de pakkans voor dronken chauffeurs de voorbije jaren gedaald is in onze provincie. Vooral ’s nachts lopen bestuurders minder kans om in het spreekwoordelijke zakje te moeten blazen. Gouverneur Carl Decaluwé noemt dat een kwalijke evolutie en vindt dat de politiek actie moet ondernemen. “We moeten dringend weer een tandje bijsteken.”
Tijdens de voorbije winterbobcampagne, die liep van vrijdag 1 december tot maandag 29 januari, zette de politie in West-Vlaanderen 44.765 bestuurders langs de kant voor een alcoholtest. 1,8 procent van de chauffeurs had te diep in het glas gekeken. Daarmee zit West-Vlaanderen iets boven het landelijk gemiddelde van 1,6 procent beschonken chauffeurs.
Tijdens de nachtelijke controles was het verschil wel significant groter. Tussen 22 uur ’s avonds en zes uur ’s ochtends bliezen in België gemiddeld 4,4 procent van de bestuurders positief, in West-Vlaanderen was dat 7,1 procent. “Het verschil is te verklaren door het feit dat wij ’s nachts veel selectiever controleren. We zetten niet zomaar een halfuur lang iedereen op een bepaalde locatie aan de kant, maar we halen de auto’s uit het verkeer waarvan we door het rijgedrag al vermoeden dat de chauffeur te veel gedronken heeft. Dan heb je vaker prijs en dus een hoger gemiddelde”, klinkt het bij verscheidene politiezones.
Alcohol en drugs
Los daarvan blijkt uit de cijfers klaar en duidelijk dat er – de twee corona-winters van 2020-2021 en 2021-2022 buiten beschouwing gelaten – minder alcoholtests worden afgenomen. In de laatste winterbobcampagne voor corona – die van 2019-2020 – waren dat er nog 70.134. In de campagne van 2022-2023 viel dat terug naar 49.136 en dit jaar waren dat er, zoals hierboven geschetst, nog minder.
“Verminderde capaciteit, te dure overuren en een veel te krap budget: daarom zijn er steeds minder controles”
Vooral ’s nachts neemt de pakkans af, met 9.062 nachtelijke controles in West-Vlaanderen in de wintercampagne van 2019-20 naar 5.580 in 2022-23 en amper 4.269 afgelopen december en januari. Gouverneur Carl Decaluwé, die elk jaar de start van de bobcampagne inluidt met het ‘West-Vlaams weekend zonder alcohol en drugs in het verkeer’, ziet drie verklaringen voor de afname. “Verminderde capaciteit, te dure overuren en een veel te krap budget. Dat is al jaren zo en dat is geen goede evolutie. Het is aan de politiek om daar antwoorden op te vinden. Er is gewoon te weinig volk. Als het aan mij ligt, moeten we daar dringend een tandje bijsteken”, vindt hij.
4.500 tests
Absolute kampioen in alcoholtests in onze provincie is de politiezone Polder (Diksmuide, Houthulst, Koekelare en Kortemark). De landelijke zone van korpschef Johan Geeraert liet in totaal maar liefst 5.084 chauffeurs blazen en haalt daarmee het hoogste cijfer van de provincie. “Wij zetten heel hard in op alcoholcontroles, niet alleen tijdens de bobcampagne trouwens. Leuk om te horen dat wij met onze beschikbare capaciteit van amper 75 mensen zo’n resultaat neerzetten”, zegt hij.
Ook de politiezone Bredene/De Haan, nochtans een van de kleinste van West-Vlaanderen, scoort met 4.500 alcoholtests hoog. “De mensen moeten het idee hebben dat ze op elk moment van de dag en de nacht, eender waar, gecontroleerd kunnen worden. Voor onze nachtelijke controles halen we extra volk bij de verkeers- en de wijkdienst, dat is een serieuze inspanning”, zegt commissaris Dennis Goes. (lees verder onder de kaart)
Het hoogste aantal nachtelijke controles werd uitgevoerd door de agenten van de politiezone Kouter (Gistel, Ichtegem, Jabbeke, Oudenburg en Torhout). Gedurende de zestig dagen die de bobcampagne telde, lieten zij maar liefst 724 chauffeurs blazen. “Het is bij ons een traditie dat de interventieploegen ’s nachts samenkomen op een bepaald punt en daar een tijdlang iedereen aan de kant zetten. Die traditie, samen met de acties van onze mobiliteitscel, zorgen ervoor dat wij hoog scoren”, zegt woordvoerder Annemie Wittesaele.
De kleinste kans om ’s nachts gecontroleerd te worden, liepen bestuurders in politiezone Spoorkin (Alveringem, Lo-Reninge, Veurne) – niet toevallig de kleinste zone van de provincie. Maar ook in een grote stad als Kortrijk werden er amper 75 nachtelijke controles uitgevoerd. “Wij hebben er bewust voor gekozen om vooral overdag te controleren, tijdens de spitsuren, omdat er dan meer zwakke weggebruikers in het verkeer zijn. De nachtelijke controles doen we heel selectief, op basis van rijgedrag”, aldus woordvoerder Thomas Detavernier van PZ Vlas.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier