Hervorming wijkpolitie in Oostende volop bezig: “Zij spelen nu echt een sleutelrol”

Jorgen Driessen Tom De Ketelaere, Philip Caestecker, Anke Blomme en Bart Tommelein. © EFO
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Politie Oostende ontrolt verder haar plan ‘Wijk 2.0’, waarbij er meer aandacht gaat naar de wijkpolitie. Er komt 10 procent meer personeel en men kijkt uit naar nieuwe locaties. De motivatie om bij de wijkpolitie te werken is groot. “De reacties van de burgers zijn helemaal anders”, getuigen wijkagenten.

“Heel vroeger was de wijkagent een veredelde champetter”, klinkt het bij de Oostendse politie. Dat is al jaren niet meer zo: er was een uitgebreide wijkwerking met 5 wijkkantoren toen in 2021 werd gekozen voor het plan ‘Wijk 2.0’ en een hervorming van de wijkpolitie. Burgemeester Bart Tommelein : “Nauw contact met de wijk, de geloofsgemeenschappen, deskundigen van de stad, de stadsmariniers en de sociale cel van de politie zorgen ervoor dat ze een sleutelrol spelen bij de aanpak van haat- en discriminatiemisdrijven.”

Naar mensen komen

“Het beeld dat de wijkpolitie enkel woonstcontroles doet en sluikstorters beboet, klopt niet”, zegt Tom Deketelaere, hoofd van de wijkpolitie. “Ons wijkteam verleent bijstand aan gerechtsdeurwaarders, volgt personen onder elektronisch toezicht op, houdt contact met slachtoffers van inbraken, voert opdrachten uit voor het parket en doet nog een hele reeks andere taken.”

De Ketelaere wijst er op dat zijn teams ook naar de mensen toe komen: “Dat gebeurt in de ontmoetingscentra waar ze op wekelijkse of tweewekelijke basis actief zijn. Onze mensen zijn bereikbaar en aanspreekbaar.”

Korpschef Philip Caestecker: “De resultaten op de Vuurtorenwijk in OC De Ballon bewijzen dat burgers sneller en vaker bereid zijn om met de politie een gesprek aan te knopen. We verliezen de voeling met de buurt niet.”

Meer agenten

“In Oostende werken 65 mensen in de wijken op een totaal van 350 personeelsleden. Dat is vier keer meer dan de norm. Die voorziet in 18 wijkagenten voor een stad van 70.000 inwoners”, zegt korpschef Caestecker. En dat aantal wordt nog uitgebreid: vanaf mei gaat een steunteam aan de slag. Aanvankelijk met drie inspecteurs en later met zes mensen. “Die zullen de wijkpolitie bijstaan in taken die arbeidsintensief zijn zoals het onderzoeken van schijnhuwelijken of bepaalde verhoren. Het zorgt ervoor dat de wijkinspecteur aanwezig, zichtbaar en aanspreekbaar blijft.”

Kantoorprobleem

Het plan om al die agenten te op korte termijn te (her)huisvesten is veel minder concreet. Er waren aanvankelijk vijf wijkkantoren, maar de hervorming naar drie wijken (Oost, Noord en West) zorgt ervoor dat er minder kantoren nodig zijn. “Aan een klein wijkkantoor waar niemand aanwezig is bij ziekte of verlof, hebben we toch niets”, luidt de vaststelling. Het kantoor Vuurtorenwijk, dat werd gesloten en verkocht, is daar een voorbeeld van. Het snelst realiseerbaar is het plan om het kantoor in het stadhuis (wijk Noord: centrum en Vuurtorenwijk) onder te brengen in kantoren van Woonwel, vlak naast het hoofdpolitiekantoor in Lijndraaiersstraat.

Voor de wijk Oost (Stene, thans in het oud gemeentehuis) is het wachten op een nieuwbouw van de wijk Nieuwe Stad, een project dat al jaren aansleept en waarvoor nog geen tijdsplan is. De wijk West (Westerkwartier en Mariakerke) met kantoren op het Catharinaplein en in de Sint-Amandsberglaan krijgt een nieuw onderkomen in de (te bouwen) toren aan de Troonstraat (site Media Center). Volgens de stad zullen de twee laatste locaties kunnen gerealiseerd worden in de volgende legislatuur.

Wijkagenten getuigen

“Ik werkte 21 jaar bij de interventiepolitie en daar lag de focus vaak op het oplossen van problemen”, zegt eerste inspecteur wijkpolitie Jorgen Driessen. “Ik maakte mijn overstap naar de wijkpolitie omdat er meer vaste uren zijn en je kan er zelfstandiger werken. We gaan ook veel meer alleen op pad, om pakweg een burenruzie op te lossen. Je staat veel dichter bij de bevolking.”

Ook inspecteur Anke Blomme koos bewust voor de wijkpolitie : “Ik werkte 11 jaar bij de interventiepolitie van een ander korps. Ik merk dat de bevolking toch heel anders staat tegen de wijkpolitie als tegen andere collega’s. Er is een vertrouwensband met de bevolking en ik krijg positieve reacties. Dat was bij de interventieploeg soms anders, omdat je dan vaker mensen moet meedelen waar het op staat en dat is niet altijd wat ze willen horen.”

Beiden getuigen dat ook de uurregeling, met meer dagwerk, in functie van het gezinsleven, meespeelde in hun keuze voor de wijkpolitie.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier