DNA-onderzoek naar ‘rusthuismoorden’ in Oostrozebeke levert niets op
Het DNA-onderzoek op enkele insulinepennen die het gerecht in beslag nam in woonzorgcentrum Rozenberg in Oostrozebeke heeft geen uitsluitsel gebracht. Dat schrijft HLN. Wie verantwoordelijk is voor de drie moorden en zes moordpogingen in het rusthuis tussen 2020 en 2021 blijft dus onduidelijk.
In de zomer van 2022 raakte bekend dat de onderzoeksrechter in Kortrijk een onderzoek voert naar drie moorden en zes moordpogingen in woonzorgcentrum Rozenberg in Oostrozebeke. De dodelijke slachtoffers zijn telkens bewoners – twee vrouwen en een man – die ingespoten werden met insuline. Het laatste feit werd gepleegd in augustus 2021, daarna hielden de feiten plots op.
Het gerecht stond – en staat nog steeds – voor een raadsel. Ondervragingen leverden voorlopig niets op en dus besloot men om het mannelijke DNA teruggevonden werd op enkele verdachte insulinepennen te vergelijken met dat van zeven (ex-)medewerkers van het woonzorgcentrum. Volgens de krant Het Laatste Nieuws leverde dat onderzoek echter geen match op. Het parket van West-Vlaanderen wil niet ingaan op de resultaten van de DNA-tests.
Op de insulinepennen zat echter niet alleen mannelijk, maar ook vrouwelijk DNA. De kans bestaat dus dat de onderzoeksrechter beslist om ook alle vrouwen die in de verdachte periode iets te maken hadden met het woonzorgcentrum – van verzorgende tot poetsvrouw tot dokters – ook de vraag te stellen om vrijwillig een DNA-staal af te staan. Een titanenwerk, waar bovendien een stevig prijskaartje aan hangt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier