Voorlopig geen Franstalig proces over kappersmoord in De Panne

In het kapsalon in de Sloepenlaan vond de politie van de zone Westkust het levenloze lichaam van Alban Demora. © JT

De zaak tegen Abdellatif Belarbi (50) zal voorlopig niet naar een Franstalig hof van assisen verwezen worden. De verdediging had daarop aangedrongen, maar de voorzitter verklaarde zich onbevoegd om over dat verzoek te oordelen. De Marokkaanse kapper staat terecht voor de moord op Alban Demora (31), die begin september 2020 in De Panne met messteken om het leven werd gebracht.

Het slachtoffer werd in de vroege ochtend van 3 september 2020 opgemerkt door een toevallige voorbijganger. In het kapsalon in de Sloepenlaan vond de politie van de zone Westkust even later inderdaad het levenloze lichaam van Alban Demora. Abdellatif Belarbi werd ter plaatse opgepakt op verdenking van moord. Ook een vrouw uit Nieuwpoort was in het pand aanwezig, maar zij werd ondertussen buiten vervolging gesteld voor schuldig verzuim.

“Wettige zelfverdediging”

De beschuldigde houdt vol dat Alban Demora hem die bewuste nacht aangevallen zou hebben. Naar eigen zeggen handelde de kapper dus uit wettige zelfverdediging toen hij het slachtoffer meerdere messteken toebracht. Het blijft echter onduidelijk waarom ze het precies met elkaar aan de stok kregen. Mogelijk speelde een conflict over een openstaande drugsschuld een rol.

De Gentse kamer van inbeschuldigingstelling (KI) besliste op 14 maart 2023 dat Abdellatif Belarbi zich voor het West-Vlaamse hof van assisen moet verantwoorden voor moord. Op de preliminaire zitting van 24 november vroeg de verdediging aan voorzitter Vincent Vereecke echter om de zaak alsnog naar een Franstalig assisenhof te verwijzen. Meester Carine Liekendael legde uit dat haar cliënt zich tijdens alle verhoren en zittingen in het Frans uitdrukte, telkens bijgestaan door een tolk.

Gelijkheidsbeginsel

Ondergeschikt vroegen meester Liekendael en meester Anthony Mallego om de kwestie voor te leggen aan het Grondwettelijk Hof. Daarbij werd opgemerkt dat een beklaagde in de politierechtbank en de correctionele rechtbank op de zitting ten gronde wel nog om een taalwijziging kan vragen, terwijl dit voor het West-Vlaamse hof van assisen wettelijk niet voorzien is.

De verdediging vindt dat het gelijkheidsbeginsel ook om een tweede reden geschonden wordt. In het Brusselse hof van assisen kan een taalwijziging immers wél nog bij het eerste verhoor door de voorzitter. Belarbi zelf beweerde dat hij aan zijn vorige advocaat al om een Franstalig proces had gevraagd. “Maar die zei dat het niet kon en dat het sowieso in West-Vlaanderen moest zijn”, klonk het.

Te laat

Openbaar aanklager Eva Brantegem benadrukte dat de vraag al aan de KI gesteld had moeten worden. Ondertussen werd immers al veel werk in de voorbereiding van het proces gestoken, bijvoorbeeld door het schrijven van de akte van beschuldiging en door het dagvaarden van de kandidaat-juryleden.

“Ik denk dat de wet heel duidelijk is. Het is te laat, punt.” Bovendien is de voorzitter volgens het OM niet bevoegd om nu over de kwestie te oordelen. Dat betekent dat de verdediging haar argumenten bij de echte start van het proces wellicht opnieuw zal moeten opwerpen.

Absolute shock

Ook de raadsman van de zus, de neef en de nicht van Alban Demora bestempelde het verzoek van de verdediging als laattijdig. Van een schending van het gelijkheidsbeginsel is volgens meester Kristiaan Vandenbussche evenmin sprake, omdat er een objectief criterium is om de verschillen te verantwoorden.

De zus van het slachtoffer benadrukte zelf dat de burgerlijke partijen absoluut een proces in het Nederlands willen. “Het verzoek was een absolute shock, omdat onze cliënten al heel lang op het proces aan het wachten zijn”, aldus meester Julie Vandenbogaerde, advocate van de moeder, de stiefvader en de tante van Demora.

Drugsdossiers

Tijdens de preliminaire zitting kwamen eerder ook de getuigenlijsten van de verschillende partijen aan bod. Er werd ook beslist dat de drugsdossiers tegen de betrokkenen aan het moorddossier toegevoegd zullen worden. In zijn laatste woord verklaarde Belarbi spontaan nog dat hij tijdens de coronacrisis cocaïne begon te snuiven. “Maar ik heb nooit iets verkocht”, klonk het ondanks zijn veroordeling voor drugshandel.

Voorzitter Vincent Vereecke oordeelde donderdagnamiddag dat hij in het kader van een preliminaire zitting niet bevoegd is om over de vragen van de verdediging te oordelen. De verzoeken werden dus afgewezen als onontvankelijk. Mogelijk zal de verdediging op de eerste echte procesdag opnieuw dezelfde kwestie opwerpen.

Op dinsdagnamiddag 23 januari zal de volksjury samengesteld worden. Het assisenproces zal vervolgens op vrijdag 26 januari echt van start gaan met de voorlezing van de akte van beschuldiging. Tot en met vrijdagnamiddag 2 februari zullen in totaal 71 getuigen gehoord worden. Voor moord riskeert Abdellatif Belarbi levenslange opsluiting.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier