Scheutistenproces: eerste dag van ooggetuigen start met overvolle zaal

Bij de start van het proces vond een protestactie plaats. © BELGA/EMIEL CARTER

Voor het hof van assisen van Vlaams-Brabant in Leuven zijn op het Scheutistenproces, na twee dagen expertenverslagen, donderdag voor het eerst ooggetuigen aan het woord gekomen. Raf Allaert was ook een missionaris van Scheut in Guatemala, en kende alle slachtoffers, onder wie Serge Berten uit Menen. Hij deelde hun verontwaardiging over de uitbuiting van de Guatemalteekse bevolking: “Het was als een aha-erlebnis”, vertelde Allaert. In de assisenzaal was geen zitje meer over, enkele mensen moesten rechtstaan.

“Het was proberen te overleven voor de lokale bevolking”, vertelde Allaert. “Met een dagloon kon je bitter weinig. Mensen werden samengepakt naar de kust gevoerd om daar te werken, maar konden nooit iets terugsturen naar huis.”

Wanneer Allaert geelzucht had, kreeg hij bezoek van zijn ouders, die meegingen naar een van de plantages. “De paardenstal was een mooi overdekte galerij, die moesten we zegenen. Daarnaast zaten de arbeiders in hokken samen. Mijn vader werd onbeheerst kwaad en zei: Godverdomme, hier zou ik communist worden.”

Sociale bewustwording

Niet dat dat de bedoeling was: “Niemand was enthousiast om communist te worden. Maar gewoon het feit dat je vragen stelde en niet akkoord ging met schrijnende zaken, was gevaarlijk”, getuigde Allaert. Met theologische tint ging hij verder: “Het is sociale bewustwording. Het verhaal van Jezus is met je voeten in de realiteit staan en kiezen voor gerechtigheid en gemeenschap.”

Met een stencilmachine, gekocht met geld van de wereldwinkels, drukten de missionarissen pamfletten voor de lokale vakbond CUC, vertelde Allaert. “Om het geluid van de stencilmachine, een heel duidelijke ‘klik’ te verdoezelen, speelden we elke voormiddag luide religieuze muziek.”

Angst voor ontvoering

De missionarissen waren er niet om te vechten, maar sommigen droegen wapens, zeker wanneer het gevaarlijker werd. De angst voor ontvoering was groter dan die voor de dood. “De afspraak was: als het leger zou binnenvallen, schiet je jezelf een kogel door het hoofd.”

Verder dan het CUC steunen gingen de Scheutisten niet. “We riepen nooit op om aan te sluiten bij een guerrillagroep of tot gewapend geweld”, aldus Allaert. Ook de stencilmachine was uitsluitend bedoeld voor syndicale ondersteuning, niet voor het helpen van guerrillero’s, zelfs al ging collega Serge Berten later bij het Guerillaleger van de Armen (EGP), in een logistieke functie. “Hij vertelde mij dat hij zijn veiligheid had gevonden in de clandestiniteit”, vertelde Allaert een kritisch jurylid.

Walter Voordeckers

De openlijke vijandschap van de regering naar religieuzen leidde dan in 1980 tot de verdwijning van Conrado de la Cruz, een Filipino missionaris, verhaalde Allaert. “Walter Voordeckers werd toen heel bang. Nu kan het iedereen overkomen zei hij toen. De chaos was compleet. En elf dagen later werd hij effectief op straat neergeschoten.”

Ook Allaert kwam dicht in de buurt van het geweld. “Ze zijn in het parochiehuis binnengevallen, hebben de koster neergeschoten en Paul Schildermans en Roberto Paredes ontvoerd. Tijdens hun folteringen werd ook naar mij gevraagd.” De twee werden vrijgelaten, maar daarna werden de Scheutisten allemaal teruggeroepen uit Guatemala.

Schuldgevoel

Allaert keerde terug naar België en richtte de vzw Guatebelga op om de wandaden in Guatemala aan te klagen. Na de jarenlange strijd is met dit proces een doel van de vzw bereikt. “Ik voel opluchting. Het heeft jaren bloed, zweet en tranen gekost met de mensen van Guatebelga om tot hier te komen.”

“Het is voor mij een schuldgevoel dat er altijd geweest is. Dat wordt nu in positieve zin omgezet. Het belemmert mij niet meer, het dynamiseert mij. Ik hoop dat de jury de juiste beslissing zal nemen, maar sowieso voel ik mij een stuk bevrijd.” Voorzitter Hartoch merkte op: “Dat is dan al minstens één positief element uit dit proces.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier