Assisen: “Hij was geen partij voor het tengere slachtoffer” (wetsdokters)

Laurens Kindt

Op het assisenproces tegen John Vandoolaeghe (31) uit Zonnebeke, die beschuldigd wordt van de moord op zijn Vietnamese minnares Nguyen Thi Xuan (28), zijn de getuigenverhoren voor de voormiddag afgesloten. “Ik herinner me nog altijd zijn grote handen rond mijn nek”, getuigde wetsdokter Geert Van Parys.

Dat de twee DNA-deskundigen van het Nationaal Instituut voor de Criminalistiek en de Criminologie met een Powerpoint opdraafden, kon bij voorzitter Antoon Boyen op weinig enthousiasme rekenen. “Dat wordt blijkbaar de mode, zulk een presentatie. Eigenlijk is de assisenprocedure een mondelinge procedure, maar bon”, liet hij zich ontvallen. De twee DNA-deskundigen lieten zich niet vermurwen en overliepen geduldig hun presentatie waar, na alle informatie van de voorbije procesdagen, weinig nieuws in zat. “Dus u hebt eigenlijk alleen bloed gevonden in de auto dat afkomstig was van het slachtoffer en uw collega heeft de link gelegd tussen het DNA van Xuan en dat van haar ouders en zo de identificatie kunnen doen?”, vatte de voorzitter samen. De twee deskundigen bevestigden en mochten meteen beschikken.

In deze doodlopende landweg werd het lichaam gevonden. (archief LVW)
In deze doodlopende landweg werd het lichaam gevonden. (archief LVW)

Wetsdokter Geert Van Parys uit Damme en zijn collega, radioloog Koenraad Verstraete, verduidelijkten ook hun werk. Radioloog Verstraete overliep alle botbreuken die vastgesteld werden op het skelet van Thi Xuan Nguyen. “Door de verrotting, de verbranding en de dierenvraat was niet alles even duidelijk. Alleen bij de navel was er nog een stukje huid over. Wat we wel zagen, was een tand aan de rechteronderkaak die heel erg naar binnen stond. Dat zou interessant kunnen zijn voor de identificatie van dat lichaam. Het linkerjukbeen was dubbel gebroken, de neus was verschoven, er was een fractuur aan de oogkas. Dat zijn verwondingen die bij leven moeten aangebracht geweest zijn”, vertelde de radioloog.

Permeke

Wetsdokter Van Parys was ook aanwezig bij een verhoor van beschuldigde John Vandoolaeghe, om te oordelen of zijn versie van de feiten kon kloppen met de vastgestelde verwondingen. “Hij werkte zeer goed mee. Hij zei dat hij twee, drie keer geslagen had en toonde ook hoe hij het slachtoffer smoorde met zijn beide handen. Hij deed dat op mijn nek en ik weet nog altijd dat zijn handen zo groot waren dat ze mijn volledige nek konden omklemmen. De handen van Permeke, bij wijze van spreken. Hij gaf dan ook toe dat hij, met zijn postuur van bijna twee meter en gewicht van 120 kilo, geen partij was voor het tengere slachtoffer. De manier waarop hij dat beschreef en toonde, kwam overeen met onze vaststellingen”, aldus dokter Van Parys.

Geen kans

Eén ding klopte niet. “Er zijn botbreuken vastgesteld die meneer verklaart omdat hij, een paar dagen na de verbranding, nog eens is gaan kijken en daar per ongeluk één keer op het lichaam gestapt heeft. Dat kan niet. Er zijn te veel breuken. Je kan met één voetstap niet in twee richtingen stappen en je kan met één voetstap ook niet tegelijk het sleutelbeen en het bekken breken. Ook niet met schoenmaat 52. Dat een dier dat zou gedaan hebben, is ook weinig waarschijnlijk. Dan zou het al een olifant moeten geweest zijn”, klonk het. “Had het slachtoffer eigenlijk een kans, gelet op haar postuur?”, wou voorzitter Boyen weten. “Neen, het fysieke verschil was te groot. Smoring zien we eigenlijk heel weinig tussen volwassenen. Meteen nadat ze het bewustzijn verloor, heeft hij ook de neus en de mond dichtgeplakt met ducttape om te beletten dat er nog bloed zou uitkomen. Daarmee sloot hij ook alle luchtwegen en dus de zuurstof af”, verduidelijkte Geert Van Parys.

Na de middagpauze komen de branddeskundige en het college van psychiaters en psychologen getuigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier