Drie Nederlandse verdachten in het onderzoek naar de bedreigingen aan het adres van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD), worden overgeleverd aan ons land. Dat heeft de Internationale Rechtshulpkamer (IRK) van de Amsterdamse rechtbank beslist. De vierde verdachte gaf eerder zelf al aan dat hij zich niet langer verzette tegen een overlevering en voor de verkorte overleveringsprocedure koos.
Voor de vierde verdachte, de 21-jarige man die op 25 september opgepakt werd in Den Haag, stond de zitting van de IRK donderdagnamiddag gepland. De vier, die mogelijk van plan waren minister Van Quickenborne te ontvoeren, hadden zich eerst verzet tegen een snelle overlevering, waardoor de Internationale Rechtshulpkamer van de Amsterdamse rechtbank over de overlevering moet beslissen.
De drie Nederlanders van 20, 29 en 48 jaar, die op 24 september opgepakt werden in Den Haag en Leidschendam, zijn woensdagnamiddag voor de IRK verschenen. De rechtbank deed onmiddellijk uitspraak en besliste om de overlevering toe te staan. Tegen de beslissing van de Internationale Rechtshulpkamer is geen beroep mogelijk en de overlevering moet binnen tien dagen uitgevoerd worden.
De vierde verdachte verzet zich ook niet meer tegen de overlevering aan ons land, zegt advocaat Thomas Gillis. “Het was altijd de bedoeling dat onze cliënt zo snel mogelijk naar België zou komen, om er verklaringen af te leggen. Hij zat echter na zijn arrestatie in beperkingen, wat betekent dat hij alleen met zijn advocaten contact kon hebben en zijn familie niet kon zien. Nadat die beperkingen opgegeven werden op verzoek van de verdediging, heeft hij contact gehad met zijn familie, en kon de snelle procedure voor overlevering gestart worden.”
Omdat de verdachte voor de verkorte procedure koos, gaat zijn zaak donderdag voor de IRK niet door en zal ook zijn overlevering uitgevoerd worden.
Over de inhoud van de zaak geeft de Belgische advocaat, die samen met de Nederlandse advocaat Gerard Spong de verdachte verdedigt, geen commentaar. “De verdediging hoopt dat hij heel spoedig in vrijheid wordt gesteld”, zegt Gillis. De man ontkent betrokkenheid bij ontvoeringsplannen en ook de drie andere verdachten verklaarden voor de IRK dat ze niets te maken hebben met een poging tot ontvoering.
De overlevering zou sneller dan de maximale termijn van tien dagen uitgevoerd worden, waarna de vier verdachten in België zullen verschijnen voor de onderzoeksrechter, die kan beslissen om hem aan te houden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier