Op het assisenproces over de doodslag op Willy Deweert (55) heeft de verdediging gevraagd om de feiten te herkwalificeren naar opzettelijke slagen en verwondingen met de ongewilde dood tot gevolg. Meester Kris Vincke benadrukte dat Tommy Jonckheere (32) op 6 oktober 2018 in Oostende absoluut niet de intentie had om zijn kameraad van het leven te beroven.
Tijdens het pleidooi stond de advocaat van de beschuldigde eerst stil bij enkele elementen uit deze zaak die hem steeds zullen bijblijven. Meester Vincke doelde bijvoorbeeld op de gruwelijke overdosis van de ex-partner van zijn cliënt. “Er is ook dat vunzige appartement. Mijn ezels thuis hebben een schoner kot dan Tommy.” Het stootte de verdediging tegen de borst dat het openbaar ministerie Jonckheere probeerde neer te zetten als een leugenaar. “Op sommige slakken die hier passeren wordt heel veel zout gelegd. Op de duur dacht ik dat we bezig waren aan het proces van de hondenmand of van de schoenen van Willy. Dat is voor mij 0,0 van belang.”
“Willy was al twintig jaar verder in zijn ondergang, maar beiden hebben toch een triestig parcours afgelegd”, vergeleek meester Vincke beide betrokkenen. Allebei komen ze immers uit een gebroken gezin en geraakten ze verslaafd aan drugs en alcohol. “Je moet je inbeelden dat je met je zus wordt afgezet aan het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. En daar sta je dan als kat en hond. Klaar om naar het asiel te gaan.”
Meerdere getuigen verklaarden dat Tommy Jonckheere eigenlijk nooit agressief uit de hoek kwam. Het is volgens meester Vincke dan ook ongeloofwaardig dat hij het slachtoffer eerst met een borstelsteel te lijf zou zijn gegaan. Zijn versie van de feiten werd ook geloofd door de wetsdokters. “Tommy heeft gewoon gezegd hoe het is. Ik heb nooit in heel mijn carrière meegemaakt dat een wedersamenstelling zo kort geduurd heeft.” Uit zijn noodoproep naar de hulpdiensten bleek dat de beschuldigde de volgende ochtend dacht aan een epilepsieaanval. Hij werd hysterisch toen hij besefte dat Willy overleden was. “De schreeuw gaat door merg en been, dat is geen cinema. Dat komt uit het diepste van zijn hart. Dat is het duidelijkste bewijs dat Tommy hem nooit dood heeft gewild.”
Zoals verwacht vroeg de verdediging om de feiten te herkwalificeren naar opzettelijke slagen en verwondingen, zonder het oogmerk tot doden. Zo koos Jonckheere niet voor het grootste of scherpste mes. “Hij heeft dat mes genomen omdat het daar lag toen hij zich angstig voelde. Willy is niet gedood omdat hij naast de pot plaste, maar dat heeft tot een discussie en een schermutseling geleid.” De breuk in het keelskelet van het slachtoffer werd op dat moment veroorzaakt, maar wijst volgens de verdediging niet op een echte poging tot wurging. Deweert kreeg ook slechts één messteek te verwerken. “Ik denk dat ze nooit doorgehad hebben dat hij levensgevaarlijk gewond was. Als ik iemand dood wil en die babbelt nog, dan krijgt hij er nog een steek bij.”
Ook de geestestoestand van de beschuldigde werd meermaals aangehaald. “In nuchtere toestand zouden deze feiten met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk niet gebeurd zijn”, werd de gerechtspsychiater geciteerd. Volgens dokter Paul Lodewyck was het bovendien aannemelijk dat hij het slachtoffer niet wilde doden. “Gaan wij dan zeggen dat hij hem wel wou doden? Dan moeten we geen psychiater meer aanstellen.”
Ten slotte kwam meester Vincke nog terug op de getuigenis van onderzoeksrechter Pottiez. “De dame die van A tot Z heel dat onderzoek gevoerd heeft, die alle elementen bekeken heeft, is de volle overtuiging toegedaan dat Tommy hem niet wou doden.” Uiteraard werd benadrukt dat ook het openbaar ministerie de zaak eerst voor opzettelijke slagen en verwondingen naar de correctionele rechtbank liet verwijzen. “Wie heeft er last van amnesie? Tommy of het openbaar ministerie? Waarom heeft men hier zijn kar gekeerd? Men is zelfs nog in beroep gegaan toen de rechters zich onbevoegd verklaarden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier