Vier mannen ontkennen dat ze betrokken zijn bij mensensmokkel. Ze werden in Oostende betrapt bij het overladen van rubberen bootjes en buitenboordmotoren. “Maar die dienden niet om mensen te smokkelen!”
In de nacht van 22 op 23 april vorig jaar kwam de de Oostendse politie polshoogte nemen aan de Ringlaan. Een getuige had enkele voertuigen verzameld gezien en mensen die elkaar de hand schudden. Verdacht gezien het land in lockdown was. Ter plaatse trof de politie twee auto’s met Franse nummerplaten en een bestelwagen met Duitse nummerplaat aan. De wagens scheurden weg, maar de politie kon er twee klemrijden. In de wagen troffen de agenten twee opblaasbare boten, twee buitenboordmotoren, een benzinetank en wat gereedschap aan.
Vier beklaagden, twee Iraniërs een Afghaan en een Pakistaan, werden veroordeeld 40 maanden cel voor hun betrokkenheid bij mensensmokkel. De Twee Duitse Iraniërs die de bootjes kwamen afleveren, blijven echter ontkennen. “Mijn cliënt wist niet waarvoor die bootjes dienden. En bootjes of motoren vervoeren is op zich niet strafbaar”, aldus advocaat Johan Platteau. “Dat waren ook geen bootjes om op zee te varen of om mensen te smokkelen.”
Ook de andere twee, een Pakistaan en een Afghaan, drongen in beroep aan op de vrijspraak bij gebrek aan bewijs. Zo tonen cameragegevens aan dat de auto’s voordien nog nooit in Oostende waren geweest. Maar de procureur-generaal is wel overtuigd. “Bij nacht und nebel twee bootjes vanuit Duitsland naar de Noordzee vervoeren en als de politie langs komt, stuiven jullie uit elkaar? Dit is toch ongeloofwaardig? En dat jullie voordien nog nooit in Oostende zijn geweest, dat kan. Je kan ook bij je eerste keer gepakt worden. Pech.”
Hij is er wel van overtuigd dat de vier loopjongens zijn behorend tot het laagste echelon. “Voor mij mogen die 40 maanden cel behouden blijven, maar met uitstel behalve de tijd dat ze nu al in de gevangenis hebben gezeten.” Uitspraak op 21 april. (OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier