De ex-voorzitter en twee bestuursleden van KSK Oostnieuwkerke zijn in de Brugse rechtbank vrijgesproken voor een systeem van zwarte premies. Volgens de rechter hadden ze met de constructie niet de intentie om de RSZ op te lichten. De drie werden wél schuldig bevonden aan schriftvervalsing, maar kregen hiervoor geen straf.
In het kader van een onderzoek naar sociale dumping viel het federaal parket in de zomer van 2018 binnen in de Kortrijkse bouwfirma van K.G. (51), de toenmalige voorzitter van eersteprovincialer KSK Oostnieuwkerke. In zijn Jaguar lag een lijst waarop de namen van de Oostnieuwkerke-spelers werden vergezeld van bedragen, die waren onderverdeeld in een kolom “fiche” en een kolom “enveloppe”. Onderzoek wees uit dat de club de gelijkspelpremies van gemiddeld 150 euro steevast in het zwart uitbetaalde. Bij de winstpremies, die gemiddeld 500 euro bedroegen, was dat ook soms het geval.
Door dit systeem van zwarte premies verdienden in de speelseizoenen 2017-2018 en 2018-2019 respectievelijk vier en vijf spelers meer dan 10.200 euro, waardoor zij volgens arbeidsauditeur Jeroen Lorré als professionele sporters hadden moeten gemeld worden bij de sociale zekerheid. Door de constructie ontdook de club in totaal 34.000 euro aan sociale bijdragen, een bedrag dat de club momenteel aan het terugbetalen is.
Voor K.G., die zich enkel voor het seizoen 2017-2018 moest verantwoorden, vroeg Lorré een geldboete van 19.200 euro. Voor bestuursleden F.S. (47) en P.E. (59), die mee verantwoordelijk waren voor het financieel beleid, vroeg hij een boete van 38.400 euro, deels met uitstel. Omdat in de contracten met geen woord gerept werd over de gelijkspelpremies, werden de drie ook vervolgd voor schriftvervalsing.
De verdediging merkte op dat het bestuur vooraf niet kon weten hoeveel de spelers exact zouden verdienen. “Ook de rol van de ervaren spelers valt niet te onderschatten”, pleitte Kris Vincke, de advocaat van K.G. “Zij kwamen nu eenmaal met bepaalde eisen. Die zwarte premies waren trouwens een gangbare praktijk in het provinciaal voetbal.”
De twee bestuursleden wezen met een beschuldigende vinger naar K.G.. “Zijn ambities als voorzitter en sponsor waren torenhoog”, pleitte hun advocaat. “Het ganse bestuur wist af van die zwarte premies.” Volgens de raadsman werden premies voor gelijke spelen verrekend met onbetaalde lidgelden en bierbonnetjes. In de premies waren soms ook verplaatsingsvergoedingen opgenomen, waardoor bepaalde spelers mogelijk toch niet meer dan 10.200 euro zouden verdiend hebben.
Strafrechter Bert Salembier oordeelde dat de beklaagden niet de intentie hadden om de RSZ op te lichten. “De overschrijdingen van de grens van 10.200 euro waren immers beperkt en gebaseerd op de toekomstige en per definitie onzekere afloop van de wedstrijden”, besloot hij. Voor de schriftvervalsing, die niet betwist werd, kregen de drie opschorting van straf. (AFr)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
