Een 42-jarige poetshulp uit Oostende blijft erbij dat hij niks heeft gestolen bij een bejaarde vrouw bij wie hij poetste. In zijn portefeuille vond de politie nochtans 37 kraaknette briefjes van 50 euro. Geld dat hij naar eigen zeggen had bijgehouden van zijn partner … die twee jaar eerder was overleden.
Op 26 april 2022 kwam G.M (42) als gewoonlijk poetsen bij mevrouw B. – inmiddels overleden – in Middelkerke. Omdat hij vroeger klaar was, vroeg ze hem ook de bergruimte te poetsen. Daar bewaarde de vrouw, tussen handdoeken en in een envelopje, ruim 1500 euro in briefjes van 50 euro. De vrouw merkte na de poetsbeurt op dat de enveloppe was verdwenen. De politie ging langs bij G.M. en vond in zijn portefeuille 37 ongekreukte briefjes van 50 euro.
Toch ontkende G.M. de feiten. Hij verklaarde dat dat geld was van zijn overleden partner dat hij om sentimentele redenen had bijgehouden. Alleen… zijn partner was al overleden in 2020. Zeven maand later wijzigde hij zijn verklaring en toonde de politie drie afhalingen van 650 euro bij de bank. Hij zou het geld eerst hebben bijgehouden, nadien weer op de bank hebben gezet en omwille van de energiecrisis er maanden later weer hebben afgehaald.
De procureur-generaal begrijpt dan ook niet dat die nieuwe briefjes een emotionele waarde hebben. En dat hij ze twee jaar lang onberispelijk en kreukvrij in zijn portefeuille kon bewaren, gelooft hij al evenmin. De man kreeg in eerste aanleg werkstraf van 80 uur, in beroep gaat hij vol voor de vrijspraak. “Jullie kunnen niks bewijzen dat ik dat heb gestolen. Ik sta recht in m’n schoenen.” Het parket is akkoord met een werkstraf. Uitspraak op 17 april. (OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
