“Een verlies van zeker 30.000 euro”: drie crossmotoren en duur materiaal gestolen uit tuinhuis

Het was een serieuze domper op de zondagsrust toen Sarita Declercq (24) merkte dat er was ingebroken in haar ouderlijke huis in Avelgem. Tijdens de nacht van zaterdag op zondag gingen dieven aan de haal met drie crossmotoren die in het tuinhuis in de Bosstraat achter slot en grendel opgeborgen stonden. “We zijn echt alles kwijt”, klinkt het bedrukt.

Sarita woont nog bij haar ouders, het waren onder andere haar motor en die van haar broer die gestolen werd. Ook de crossmotor van haar partner Niels van Renterghem (25) stond ‘op stal’ in het tuinhuis van Sarita. “Zondagochtend wilden we gaan winkelen in de Famiflora. Toen we in de auto wilden stappen, zagen we een klein motoronderdeel op de gravé liggen. Al snel merkten we daarna op dat de deur van de opslagplaats van ons motorgerief op een kiertje stond. Die plek was volledig leeggeroofd, alles was weg”, vertelt een duidelijk aangeslagen Sarita.

Via weide weggevlucht

De gestolen motoren en de pitbike werden zeer recent aangekocht en waren dus nog in goede staat. Het gaat over een Yamaha yz125 (aangekocht in 2021), een Yamaha yz125 (2022) en Honda crf125f (2023). “Daarnaast namen de dieven ook twee paar crossbotten, een helm, werkmateriaal, losse banden, motorolie, een gasfles en nog tal van andere kleinigheden mee”, verklaart de jonge vrouw. Het koppel diende meteen klacht in bij de politie, maar voorlopig zijn er geen aanwijzingen. Wat ze wel vermoeden, is dat de daders via de nabijgelegen weide zijn gevlucht, want de prikkeldraad tussen beide terreinen werd doorgeknipt.

Alles kwijt

Sarita en Niels zitten momenteel met de handen in het haar. “Alles wat ze hebben meegenomen is ongeveer 30.000 euro waard, we zijn echt alles kwijt. Die motors en dat materiaal waren ons enige kostbare bezit, ook het enige waaraan we onze vrije tijd besteden. Dit is echt het ergste wat ons kon overkopen”, klinkt het. “Ik heb de chassisnummers al doorgegeven aan alle crossterreinen waar ik aan kon denken, zodat ook zij onze gestolen goederen eventueel kunnen signaleren.”