De Oud-speurder: “Dokter had vrij kunnen zijn”

Ruddy Callewaert, gewezen onderzoeker. (Foto JPT)
Redactie KW

De onverwachte bekentenis van dokter André Gyselbrecht aan het eind van de lange, slopende eerste procesdag van de week zal ongetwijfeld ook de speurders met verstomming hebben geslagen. Zij werkten vijf jaar lang aan het dossier, verhoorden de verdachten en konden al die tijd geen bekentenis afdwingen. Wat doet zo’n verloop van een zaak met de speurders? We vroegen het aan Ruddy Callewaert, oud-speurder van de Brugse recherche.

“De speurders zijn er geenszins de kop van in dat ze na ruim vijf jaar geen bekentenis konden afdwingen en André Gyselbrecht nu plots met een verklaring voor de dag komt. Integendeel, ze zijn opgelucht”, meent Ruddy Callewaert.

“Opgelucht in dubbel opzicht. Al vanaf de eerste minuut waren de Brugse rechercheurs overtuigd dat de dokter de opdrachtgever is. De bekentenis sterkt hun overtuiging. Eindelijk kunnen ze alle partijen, en op de eerste plaats de betrokken families meedelen: ‘Kijk, dat is er gebeurd’. Iedereen kan de feiten nu duidelijker plaatsen. Voor de onderzoekers hoefde André Gyselbrecht niet te bekennen: ‘Doe het niet voor ons, maar voor uw eigen belang’. Het heeft lang geduurd, maar eindelijk bekende de arts. Zijn verdediging kan verzachtende omstandigheden pleiten. Tot aan de bekentenis had het gerecht geen afgerond dossier. Opluchting ook, omdat het dossier wel vervolledigd is.”

Gewezen gerechtelijk officier in Brugge Ruddy Callewaert heeft meer dan veertig ervaring als speurder op de teller staan en laat zijn licht schijnen op de recentste verwikkelingen in het proces van de kasteelmoord.

“Had de arts onmiddellijk bekend, dan was hij door volksjury veroordeeld en misschien al vrij”

“De rechercheurs zullen er niet tegenop zien om de verhoren van de beklaagden over te doen. Normaal kunnen ze dat in twee weken klaren en daarmee tegen juni klaar zijn. Het is wel vervelend dat de agenda’s op elkaar moeten afgestemd zijn. Volgens de Salduz-wet moet een advocaat bij elk verhoor aanwezig zijn. Met vier beklaagden en al hun advocaten wordt dat een hele opdracht. Het gerecht moet nu ook de nieuwe verklaring van Gyselbrecht op de juistheid controleren en bewijzen dat hij de waarheid spreekt. Het voordeel hierbij is dat de speurders terdege kennis van het dossier hebben.”

Ruddy Callewaert ziet in bekentenis bovendien niets anders dan een manoeuvre van meester Platteau, de advocaat van de arts. “De beklaagde spreekt eindelijk de waarheid, maar neemt slechts gedeeltelijke verantwoordelijkheid. De rest schuift hij in de schoenen van Pierre Serry. We zijn zeker niet aan het einde van de rit. Het grote vuurwerk moet nog komen. André Gyselbrecht zal veel mogen uitleggen. Zoals bijvoorbeeld, zoals het bewijs waar het bloedgeld vandaan kwam. Al zijn rekeningen werden gecontroleerd, er is geen spoor van terug te vinden. Zwart geld? (Bepaalde bronnen hebben het over 150.000 euro, nvdr.)”

“Manoeuvre van de verdediging? Wel, had de arts bij het begin van het onderzoek opgebiecht dan was hij al lang door de volksjury van assisen beoordeeld en allicht een vrij man, of had minstens een lichte straf gekregen. Door verzachtende omstandigheden, op grond van verschoning, of wegens onweerstaanbare drang. De jury toonde zeker begrip voor het incestverhaal. Daarom wilde Platteau per se naar assisen. Maar hij heeft zich misrekend, assisen is afgeschaft. Nu staat hij voor de correctionele met de rug tegen de muur. Er zat niets anders op dan nu toch eindelijk bekentenissen af te leggen, in de hoop straks op een enige clementie.”