De zondag van Pinksteren en het is een mooie lentedag. In het bezette deel van de provincie en het land wordt de herderlijke brief van kardinaal Mercier tijdens de missen in de kerken voorgelezen. De primaat van België heeft het vooral gemunt op de woekeraars.
De kardinaal verwijt de landelijke bevolking haar ‘onedel drijven, dat daartoe leidt de stedelijke bevolking uit te zuigen en zich ten nadele van het Belgische volk te verrijken.’. Hij doet een oproep tot solidariteit ‘die alle kinderen van hetzelfde vaderland moet vereenigen.’. Mercier vergelijkt de woekeraars in de steden met bandieten die de voorbijgangers aanvallen en roepen: ‘Uw geld of hongersnood.’.
Alfons Denys uit Roeselare merkt in zijn oorlogsdagboek op: ‘Of de katholieke boeren nu den brief ter harte genomen hebben is een andere vraag. Wat de woekeraars betreft is het niet te vreezen dat ze in hunne gewetenswroegingen zullen stikken.’.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier