In Kortrijk worden 24 burgers door Britse bombardementen op slag gedood.
Een bom valt door het trapgat en ontploft in de kelder van het gezin Pycarelle in de Rijselstraat 11. Het huis stort in. Twee aanpalende woningen worden meegesleurd, het huis van kapper Debruyne en het huis ‘De Bolle’ van kruidenier Verougstraete. De kapper Michel Debruyne wordt dood van onder het puin gehaald. Pas ‘s anderendaags worden de lijken van vader en moeder Pycarelle met hun 2 kinderen en hun vrienden, het echtpaar Adyns met hun vier kinderen geborgen. De eersten zijn gestikt, de anderen verpletterd. De ramp kon nog groter zijn geweest. Twee uur voordien stond een tram met munitie voor het stadhuis. De vliegvelden van Heule, Kuurne en Marke krijgen eveneens bommen te verduren. Drie vliegtuigen zijn beschadigd en een Duits onderofficier is gewond. Er heerst paniek in Kortrijk. Vergaderingen en bezoeken worden uitgesteld. Slapen doet men in de kelder. De bevolking begrijpt het niet, want er zijn voor ‘t ogenblik weinig militairen in de stad.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier