De zusters van de Arme Klaren sluiten hun school in Sint-Idesbald. Met de weinige schoolkinderen die er nog les volgen, trekken ze naar de schoolkolonie in het Franse Cayeux (Somme). Zij zorgen er in totaal voor ongeveer 200 leerlingen.
In dezelfde kolonie zorgen de zusters van Lombardsijde en Pervijze voor 300 meisjes. Aalmoezenier in de kolonie in Cayeux is de pastoor van Lombardsijde en hij wordt nu vervangen door pastoor Dewulf. De pastoor van Lombardsijde ontfermt zich in ‘t vervolg over de 900 Belgische vluchtelingen die in Cayeux verblijven.
De Belgische verpleegster Jane de Launoy beleeft een van haar ontroerendste herinneringen: ‘We nemen twee zwarten op, één van hen is verschrikkelijk gewond. Ze praten een taal die niemand begrijpt. Bij het wegnemen van met bloed doordrenkte doeken stellen we vast dat de hele onderbuik stuk is, de blaas is opengescheurd. We spreken hem in alle talen aan, hij begrijpt er niets van… Hij zal zeker doodgaan zo ver van al de zijnen en misschien zonder ooit te beseffen waarvoor hij precies heeft gevochten… mijn ogen lopen vol en tranen rollen over mijn wangen, terwijl ik zacht zijn kroesharen streel.‘.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier