Aalmoezenier Emiel De Wyels verblijft in een hulppost aan het IJzerfront. Vandaag woedt een strijd met loopgraafmortieren.
Er vallen doden en gewonden. Emiel schrijft: ‘Men roept me voor een stervende naar de tweede lijn. Ik loop erheen en vindt hem in de Boyau de L’Ecluse. Hij is verschrikkelijk gewond door een granaat aan het onderlijf, raast van de pijn en gaat dood… Hij roept om zijn moeder en vader, ik beloof ze te zullen verwittigen. Hij bedankt me opnieuw… Een doodstrijd om niet te vergeten. Later brengen ze nog het onthoofde lijk van granaatwerper Deterville, die door een vleugelbom in een sluipgang werd verrast, onthoofd en bedolven.’.
Dikkebus: ‘Het is hard gevroren en daarop sneeuwt het 12 uren lang, het is waarlijk de slechtste dag van het jaar.’, schrijft Achiel Van Walleghem in zijn oorlogsdagboek.
De Groote Oorlog Dag op Dag
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier