We gingen weer op slot

© Pixabay
Siel Verhanneman

Ze wonen allebei in Kortrijk en delen een liefde voor het goede leven en schrijven. Verder hebben onze twee columnisten weinig gemeen. Wekelijks geven ze hier een inkijkje in hun uiteenlopende levens. Deze week is dat Siel Verhanneman (32), auteur en dichter.

Ik zie hen. Zij die voor het slapengaan nostalgisch break a leg fluisteren in de hoop te dromen over de coulissen. Zij die in de keuken gedichten declameren, een onderzoekende blik naar hoe de woorden binnenkomen bij de lege stoelen. Ik zie hen. De mensen die een buiging maken wanneer ze uit bad komen en met hun ene arm naar de technische ploeg boven hen wijzen, met de andere naar het publiek. Ik zie de jonge lijven, dansend in woonkamers: ongewild een solo. Net als de man achter de trompet, de vrouw en haar viool. Ik zie kunstenaars in kleermakerszit, hun trieste handen rusten op hun dijen, ze bewaren manuscripten, scenario’s, installaties. Ze kijken ernaar als zijn het hun kinderen waar ze zo trots op zijn maar die ze met niemand mogen delen, zelfs geen bezoek dat even aan het raam komt kijken. Hun verhalen verlaten de schoot niet meer. Ik hoor ze. Die verhalen. Ze gaan over verbinding, over rouw, afstand en nabijheid. Verhalen over vriendschap en verre landen, over queer zijn, over ongeloof. Verhalen die je middenrif toesnoeren waardoor je naar adem hapt. Verhalen om bij te gieren en brullen of verhalen die je nodig had: eindelijk kun je huilen om wat verloren is. Ik zie hen. Publiek dat geniet met gesloten ogen, het hoofd dat zachtjes wiegt. Kinderhandjes die voor het eerst applaudisseren, volwassen handen die hun ogen bedekken bij het enge deel van de film. Ik hoor ze. De verhalen. Verhalen die niet besmetten.

Kunst geeft kippenvel, herkenning, erkenning, inspiratie om een quarantaine mee te vullen

Ik zie hen, zij die ze maken. Ik ben hen. En niemand die luistert naar onze stem wanneer we weer op slot gaan. Eén draai met de sleutel, een zachte klik en de houten deuren gaan dicht. Ze verbergen lege stoelen, volle flesjes water naast de micro, opgevouwen kostuums. Het lijkt zo makkelijk te negeren, samen met de handen in het haar en de leeglopende spaarrekeningen van zij die leven van hun creaties. Kunst op slot terwijl die zulke mooie ontsnappingsroutes biedt, midden in het kluwen van een pandemie. Kunst laat ons naar buiten kijken, laat ons die wereld zien die groter is dan onze bubbel. Kunst geeft ons levens van personages, vrienden waar we fictief een stuk leven mee delen in isolatie. Kunst troost, legt dingen bloot die we via Zoom niet uitgelegd krijgen. Kunst geeft kippenvel, herkenning, erkenning, inspiratie om een quarantaine mee te vullen. Leg mij dan uit waarom wij, elke keer opnieuw, de eersten zijn die de deuren moeten sluiten als we op zoveel manieren helpen door ze wagenwijd te openen.