De Sint-Annawijk in het oosten van Brugge is een minder bekend deel van de stad. Toch vind je in deze middeleeuwse volkswijk prachtige domeinen, religieus erfgoed en buurtparken verborgen achter meterslange muren.
Praktisch
– Afstand: 5 km.
– Niet bewegwijzerd.
– Deze wandeling Stille Nostalgie staat in de brochure Oooh!, te koop voor 3,5 euro in de infokantoren aan het station en het Concertgebouw en in Historium op de Markt. Goed voor vier wandelingen off the beaten tracks in Brugge.
Wat we rondom het Jan van Eyckplein zien, is niet helemaal middeleeuws. Het is een 19de-eeuwse verheerlijking van de middeleeuwse bouwstijl. Het hoekpand met huisnummer 8, Huis De Rode Steen (1), was het eerste pand dat in 1877 een subsidie kreeg voor een neogotische ‘restauratie’. Deze ‘kunstige herstelling’ zoals ze genoemd werd, kreeg navolging in heel de stad en ligt aan de basis van de erkenning van Brugge als Werelderfgoedstad.
Witte huisjes
Via het Biskajersplein en de Wijnzakstraat stappen we naar het Sint-Jansplein waar zich in het Huis de Croon het Chocolademuseum en het Lampenmuseum bevinden. We gaan links in de Sint-Jansstraat tot aan de barokke Sint-Walburgakerk.
Toeristenbootjes varen af en aan op de reien. Vanaf de Sint-Annakerkstraat zitten we echt in de volkse Sint-Annawijk. Tussen de 13de en 15de eeuw, de gouden eeuwen van Brugge, kwamen vele inwijkelingen uit het platteland zich hier vestigen. Het uitzicht van de arbeiderswijk met zijn witte huisjes is voor een deel behouden.
Honderd jaar museum
De Jeruzalemstraat rechts volgend, komen we aan het Adornesdomein (2), te herkennen aan de oosters aandoende toren. Een bezoek (10 euro) aan het privédomein en de Jeruzalemkapel is een aanrader.
In de Balstraat huizen het Kantcentrum en het Museum voor Volkskunde. De deur van het Engels Klooster in de Carmersstraat is al sinds 1802 om onbekende redenen dichtgemetseld. Overal in de wijk zien we verwijzingen naar Guido Gezelle. We stappen in de Rolweg langs zijn geboortehuis waar al sinds 1926 een Gezelle-museum (3) zit. De tuin is vrij toegankelijk.
Koeienweide
In de 16de eeuw stonden wel dertig molens op de vesten, nu nog vier. Beklim zeker de terp van de tweede molen, de Sint-Janshuismolen, om links binnen te piepen in de tuin van de Sint-Sebastiaansgilde, die al 600 jaar bestaat en zelfs royals onder zijn ereleden heeft.
Aan het Sasplein volgen we links de Potterierei. Daarlangs kwamen de platbodems volgeladen met overzeese koopwaar Brugge binnenvaren. In het hospitaal O.L.V. Ter Potterie ontfermden zusters zich over zieken en ouderen. Nu is het een museum dat de geschiedenis van vele eeuwen zorg schetst. De tuin van het woonzorgcentrum Ter Potterie (4) is vrij toegankelijk. Op het einde van de tuin is een muur waarachter in de zomer koeien grazen, midden in de stad!
Grootste abdijsite
Iets verderop passeren we de Universiteit van de Verenigde Naties. Tot 2018 werden hier in het Grootseminarie katholieke priesters opgeleid. Dat was ooit een cisterciënzerabdij en is nog altijd de grootste abdijsite van Brugge. De voortuin kan je vrij betreden als de poort openstaat. We gaan links in de Oliebaan en daarna rechts in het onverharde Hemelrijk, in de volksmond en om onbekende redenen het moardenoarsstretjie genoemd.
We eindigen onze wandeling in herberghe Vlissinghe (5), het oudste café van Brugge. We bevinden ons op wandelafstand van het van Eyckplein, gewoon de brug over en rechtdoor aanhouden.
Wandeltip
We passeren het Engels Klooster. Wat zich achter deze muren afspeelt, kom je te weten tijdens een geleid bezoek dat kadert in het project Sacred Books. Je ontmoet er de zusters, staat oog in oog met prachtig erfgoed en ervaart aan den lijve de gewijde stilte die binnen de muren hangt. Ook het karmelietenklooster kan je bezoeken.
Hieronder vind je de stadswandeling in pdf.
Wandelen en fietsen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier