Rodrigues: Onbetaalbare schoonheid

Een zicht op Tekoma Beach vanop de heuvel van Saint-François: een panorama om u tegen te zeggen. © PS
Peter Soete

Wanneer de ‘rich and famous’ onder ons met vakantie gaan, wensen ze volledige privacy. Het piepkleine eiland Rodrigues in de Indische Oceaan komt daarvoor zeker in aanmerking. De Britse prins William wist dat al rond de eeuwwisseling en nu hebben wij dat ook ontdekt.

Het vraagt uithoudingsvermogen om in Rodrigues te geraken. Na een vlucht van elf lange uren landen we op Mauritius in de Indische Oceaan en het is op de tanden bijten om onmiddellijk met 60 andere passagiers in een propellervliegtuig te stappen en koers te zetten naar Rodrigues. Want zo ging het er nog aan toe in precoronatijden. Na anderhalf uur cirkelen we boven het eilandje en zien we hoe een lagune rond de volledige kust een prachtig blauw-groen kleurenpalet tovert.

Met prins naar nachtclub

Onze chauffeur Didier le Chinois heeft nog de Britse prins William rondgereden op Rodrigues toen die hier een paar keer met vakantie was rond de eeuwwisseling. Onze eerste stop is aan een eenvoudig huis niet ver van de luchthaven waar een… discobol en een lichtbalk aan het plafond van een open schuur hangen. “Dit was vroeger de enige nachtclub op Rodrigues en ik heb de prins hier vaak gebracht. Hij zat samen met zijn lijfwachten gewoon in de laadbak van mijn pick-up. Natuurlijk heeft de eigenaar zijn zaak Prince Nightclub genoemd. Later werd het Waves Nightclub en nu is het al enkele jaren een privéwoning.”

We rijden naar de andere kant van het 18 kilometer lange en 8 kilometer brede eiland. Plots trapt Didier op zijn rem voor een Chinees eetstalletje. “Hier hebben ze de beste gemarineerde barbecueworstjes van het eiland”, lacht hij terwijl hij een halve worst achter de kiezen slaat. Wij nemen de omgeving in ons op en zien overal groene vegetatie in een heuvelrijk landschap. “Het regent vaak op Rodrigues. Maar het is lauwe, malse regen die zorgt voor een aangename verfrissing in een tropisch klimaat”, weet Didier. Ondertussen heeft hij de wagen geparkeerd voor de enige bar van Saint-François, het hoogste punt van Tekoma Beach. De uitbater geeft Didier twee bières glacées en we slaan die ijskoude pils achterover terwijl we genieten van een panorama op de Indische Oceaan om u tegen te zeggen. “Vanaf hier is het drie kwartier wandelen naar de Trou d’Argent. Dat is het allermooiste strand ter wereld met een koraalrif tot enkele meters voor de kust. Neen, er loopt geen weg naar Trou d’Argent. Waarom zouden we die aanleggen? Wie er naartoe wil, moet moeite doen. Dat is de beste garantie om de schoonheid en rust van die plaats te bewaren.”

De Britse prins William vond hier absolute rust

En absolute rust is er op Rodrigues. Wanneer we in een ligzetel aan het strand rusten, passeert er in anderhalf uur niemand afgezien van de visser die ons meeneemt door de branding om te snorkelen in het smaragdgroene water.

Koloniale gebouwen

Wanneer we de volgende dag naar de hoofdstad Port Mathurin rijden, is het zaterdag en marktdag. We passeren langs prachtige, koloniale gebouwen en kleurrijke winkeltjes. Het zorgt enerzijds voor een leuk stadsgevoel maar anderzijds heeft het stadje ook iets van een slaperig provincienest. “Prins William kwam graag naar de markt in Port Mathurin maar dat was telkens een nachtmerrie voor zijn lijfwachten”, lacht Didier. “Al dat volk tussen die kraampjes. Maar eigenlijk was er niets om ongerust over te zijn. De mensen op Rodrigues laten iedereen met rust en er is geen criminaliteit. Wij laten zelfs onze motor draaien wanneer we boodschappen doen. Waarom zou iemand een wagen stelen? Iedereen kent iedereen en je krijgt de gestolen wagen toch niet van het eiland.”

Tegen zoveel logica kan ik niet op en ik verlaat de overdekte markt met traagdraaiende ventilatoren tegen het plafond. De marktkraamsters proberen me nog kleurrijke sjaals te verkopen maar nooit op een agressieve manier. Respect voor de bezoekers, daar kun je in populaire vakantiebestemmingen maar van dromen. Ik slenter door de smalle winkelstraatjes en kijk bewonderend naar de prachtig afgewerkte gevels. Ik koop enkele hoeden waarmee ik in België veel bekijks zal hebben maar de verkoopster haalt haar schouders op. “Si vot tête“, zegt ze in creools Frans. En gelijk heeft ze.

Praktisch

– Alle stranden van Rodrigues zijn openbaar, met één groot verschil met Mauritius: er zijn geen beachbars, geen zonnekloppers en geen aanklampende strandventers.

– Air Mauritius vliegt dagelijks enkele keren van Mauritius naar Rodrigues (vluchttijd anderhalf uur). De enige andere mogelijkheid om in Rodrigues te geraken, is met het cargoschip vanuit Mauritius dat twee keer per week in Rodrigues aanmeert (vaartijd anderhalve tot twee dagen).