Televisiemaker, moestuinier en Bruggeling Wim Lybaert laat zich inspireren door mensen die zijn hart verwarmen, momenten die hij nooit wil vergeten en het goeie West-Vlaamse leven.
De sfeer in de auto was uitgelaten toen ik een jaar of twee geleden met mijn zonen naar Bellewaerde trok. We wilden optimaal van onze daguitstap genieten, dus waren we mooi op tijd uit Brugge vertrokken. De Lybaertboys zouden de deuren van het pretpark die dag openen! Maar in al ons enthousiasme arriveerden we ruim drie kwartier voor de opening van het park in Ieper. Omdat ik een hekel heb aan wachten, besloot ik nog een ommetje in de buurt te maken. We passeerden een begraafplaats van soldaten uit WO I: rijen en rijen witte kruisen. Toen ik dat beeld de eerste keer zag, zat ik in het zesde leerjaar en waren we op schoolreis in de Westhoek. Als kind was dat beeld te groot voor mij om te beseffen welk verhaal erachter zat. Ook voor de jongens was het moeilijk om te vatten dat elk wit kruis symbool stond voor een jonge man die, vaak nauwelijks enkele jaren ouder dan zij, zijn leven had gelaten op een slagveld vlakbij.
We reden door naar Bellewaerde en het verhaal van WO I verdween de rest van de dag naar de achtergrond. Maar blijkbaar bleef er toch iets hangen bij mijn zonen. In de dagen die volgden op onze uitstap borrelden de vragen over die oorlog af en toe op. Hoeveel soldaten waren er gesneuveld? Wat aten ze in de loopgraven? Welke landen vochten mee? Dus besloten we om enkele weken later opnieuw richting Ieper te rijden op zoek naar antwoorden. Deze keer was onze bestemming een stuk rauwer: Tyne Cot Cemetery in Passendale, de Dodengang in Diksmuide en het In Flanders Fields Museum in Ieper. Nergens is de realiteit van de Grote Oorlog zo zichtbaar als daar in de Westhoek. Die oorlog zit er nog altijd in de grond en is waarneembaar in het landschap dat zich gezet heeft naar de kraterinslagen. Die hangt in de lucht door emotionele bezoekers aan het graf van hun (over)grootvader en is vooral zichtbaar door de rijen en rijen witte kruisen. We vonden er een aantal antwoorden. Maar hét antwoord op dé grote waarom-vraag, moest ik de jongens schuldig blijven. Waarom voeren mensen oorlog?
Op weg naar huis zette ik Willem Vermandere op. Met een schoon en simpel lied probeerde ik mijn zonen de zinloosheid van de Grote Oorlog te laten voelen: ja ‘t is den oorlog da ‘j hier were vindt / en ‘t graf van duizend sol- doaten / altied iemands voader altied iemands kind / nu doodstille en godverlaten / laat de bom’n nu maar zwieg’n / en dat ‘t gras niets vertelt / en de wind moet ‘t ook maar nie zing’n / dat julder’n dood tot niets hè geteld / dat woaren al te schrik’lijke dingen. De jongens waren stil…
(Foto Flickr)
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier