Van top tot teen in jeans
Geen kledingstuk is zo universeel als de jeans. De werkmansbroek voor goudzoekers uit de negentiende eeuw is meer dan ooit aanwezig in alle regionen van de modewereld. Van democratische ketens tot luxemodehuizen.
De jeans werd groot in Amerika, maar heeft zijn roots in het oude continent. De termen denim en jeans worden door elkaar gebruikt. Denim slaat op de oorsprong van de geweven stof, een ‘sergé de Nîmes’, oorspronkelijk afkomstig uit de Zuid-Franse stad Nîmes. Bluejeans is dan weer een vervorming van ‘Bleu de Gênes’, letterlijk blauw van Genua, de Italiaanse havenstad waar de schepen met indigo kleurstof uit India aanmeerden. Het materiaal was zo degelijk dat het ideaal was voor werkkledij. Ondertussen maakt de jeans al meer dan een halve eeuw furore als fashionitem en het ziet ernaar uit dat hij nog een lang leven beschoren is. Deze klassieker die symbool staat voor ‘eeuwig jong’, blijft zich heruitvinden, rekening houdend met de tijdsgeest. Zoals een steengoede, oude rocker die blijft scoren bij alle generaties.
Puur of bewerkt
De meeste jeans zijn gewassen, gebleekt en in min of meerdere mate bewerkt zodat ze er wat versleten uitzien en soepel aanvoelen. Het zijn nabehandelingen die zorgen voor een heel breed aanbod, maar die het milieu belasten, zij het tegenwoordig in mindere mate dankzij nieuwe, ‘groene’ technieken. De belangrijkste trend in de jeanssector heeft niet zozeer meer met de breedte van de broekspijpen of de soorten wassingen te maken, maar met het duurzame karakter achter het hele productieproces. In de persberichten die jeansfabrikanten uitsturen, gaat het nu vooral over zaken zoals het sterk verlaagde waterverbruik per geproduceerde jeans en de recycleerbaarheid van de jeans nadat hij versleten is.
Je kan natuurlijk al die nabehandelingen vermijden, door te kiezen voor ‘raw denim’, zeg maar oldskool jeans op z’n puurst: donker, ongewassen, van puur katoen en wat stug. Godfried Vanden Daele, de man achter Godfrieds jeans, werkt enkel met raw denim. Godfried heeft jarenlange ervaring in verschillende jeansbedrijven en startte een paar jaar geleden zijn eigen artisanaal en duurzaam label op. “Ik vind raw denim de meest ecologische optie”, zegt Godfried. Een jeans in raw denim past zich aan het lichaam aan en slijt mooi met de jaren. Nabehandelingen in het productieproces zoals een jeans kunstmatig verslijten en wassen voor dat washed- en used effect zijn heel belastend voor het milieu en bovendien verminderen ze de levensduur van de jeans. Ik raad dan ook aan om je jeans zo weinig mogelijk te wassen. Hoe minder je hem wast, hoe mooier hij slijt en hoe kleiner je ecologische voetafdruk wordt. Ik werk enkel met kwalitatieve denim uit Japan en uit Italië die nog volgens de traditionele manier geweven worden. De zelfkant van de stof verwerk ik in de zijnaad. Mijn jeans is volledig gemaakt van natuurlijke materialen en is dus 100% recycleerbaar. Voor het stikken gebruik ik linnen garens en de knopen zijn vervaardigd van corozo, een plantaardig materiaal. De jeans wordt in ons eigen atelier in West-Vlaanderen gemaakt. Op die manier kan ik waken over de kwaliteit en het duurzame aspect.”
Meer dan de breedte van de broekspijpen telt nu hoe groen de jeans is
HNST, een ander Belgisch label dat in Portugal geproduceerd wordt, draait ook rond duurzaamheid. Het is een circulair label dat gebruikmaakt van garens op basis van gerecycleerde jeans en andere duurzame materialen. Is je HNST-jeans versleten, dan kan je hem inruilen voor een nieuw exemplaar en gaat er 15 euro af van de prijs.
Van broek tot totaallook
Skinny jeans zijn jaren de grote trend geweest, maar de laatste jaren delen ze hun succes met wijdere exemplaren die helemaal passen in de comfortabele oversized stijl. Jeans stopt uiteraard niet bij broeken. De laatste jaren zijn totaallooks in jeans weer ‘in’, vooral het jeansjasje en het jeanshemd gooien hoge ogen en duiken in talrijke variaties op. Ook salopettes, jumpsuits en typische zomeritems zoals minirokken, bermuda’s en shorts, blijven populair. Voor een short of bermuda hoef je zelfs niet naar de winkel: het staat cool om je oude, versleten jeans een nieuw leven te geven als short of bermuda. De afgeknipte broekspijpen kan je dan weer verwerken tot een patchworkkussen of een tasje. Op het internet vind je heel wat tutorials om je jeans te transformeren. Zelfs op de websites van jeansfabrikanten zoals Levi’s staan nuttige doe-het-zelf-upcyclingtips.
Jeans zonder denim
Niet alles wat eruitziet als jeans, is van denim gemaakt. Alsmaar meer merken brengen jeansachtige outfits in Tencel, een zacht materiaal gemaakt van cellulosevezels, afkomstig van houtpulp. Ze zijn vooral terug te vinden in zomercollecties. Een jurk, hemd of salopette in Tencel is immers lichter en comfortabeler dan het zwaardere denim. We zien ze onder meer bij Nathalie Vleeschouwer die een ‘denim’ capsulecollectie lanceerde met de look van bleke jeans, maar uitgevoerd in Tencel.
Soms is het verschil tussen denim en een samenstelling van katoen en andere materialen nauwelijks te onderscheiden. Zo heeft Levi’s een lijn uitgebracht in een samenstelling van hennep, een gewas dat minder water en pesticiden nodig heeft dan traditioneel katoen. Linnen, een ander duurzaam gewas, wordt ook samen met katoen verwerkt tot denimachtige stoffen. Het Belgische modehuis Natan maakt er dit seizoen gebruik van en verwerkt de stof onder meer in vlotte jeansjurken. Casual-chic op z’n best. (Lut Clincke)
Mode
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier