Loser
De tweede vrijdag van januari is de dag waarop we doorgaans onze goede voornemens de vuilnisbak in kieperen. Quitter’s day. Vandaag dus. Ondanks stevige motivatie om af te vallen, te stoppen met roken, minder te drinken en meer te sporten en te slapen, op te ruimen…, geeft 80 procent al op voor het eind van januari.
Wat een bende losers zijn wij eigenlijk, denk ik dan. Mezelf incluis. Nog geen één maand houden we het vol. De tips van de motivatiepsycholoog die kranten over ons uitstorten ten spijt. 2022 is een mooi jaar om toch eens iets te proberen, bedacht ik tijdens een nachtelijke denksessie. Geen loze en vage beloften aan mezelf, maar concrete doelstellingen voor een gedragsverandering. Dure woorden voor: ‘wees geen loser Devos!’.
Volgens de experts moet je ‘gaan voor iets dat je zelf helemaal wil en zo concreet mogelijk zijn’. Check. Voorts mag je ‘de lat niet te hoog leggen’ en moet je ‘mild zijn voor jezelf als het tegenslaat’. Als de laatste twee tips jouw motivatie moeten zijn, snap ik dat het niet lukt. Het is niet voor niets dat personal trainers in je oor schreeuwen dat je ‘MOET VOLHOUDEN’ wanneer je spieren branden of dat je zin in een sigaret of een hamburger bijna ondragelijk wordt, eenmaal het niet mag.
Wees geen loser Devos!
Natuurlijk zal het (een beetje) moeilijk zijn. Dus heb ik dit jaar een uitgedokterde strategie. De lat ligt niet laag, maar hoog. Land je dan een beetje lager, is het nog altijd goed. En ik zal niet mild zijn – voor mezelf – als het tegenslaat. Ben ik niet flink met mijn voornemens, dan mag de broeksriem de dag nadien echt wel wat strakker. Makkelijk geeft geen voldoening, moeilijk wel.
Het wil dat ik zeer competitief ingesteld ben. Vraag maar rond, een gezelschapsspel met mij spelen, doet al tien jaar niemand meer. Ik verpest de sfeer. Een subtiel competitief kantje is nog schattig, mijn versie is ronduit irritant. Ideaal, ik hou toch niet van tijdverdrijf van die orde. Maar dat onhebbelijke trekje, heb ik nu ontdekt, maakt wel dat ik mijn eigen beste motivatiepsycholoog ben. Ik ga gewoon de hele tijd wedstrijdjes aan met mezelf. Om wat ik me voornam te doen, en dat goed te doen. Daar heeft niemand last van en ik win sowieso. Een win-win. Niet? De lat moet ook niet té hoog liggen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier