Niet veel ruimte? Er groeit overál iets! Geen excuus meer dus om niet te tuinieren. Met deze tips tover je dat ene moeilijke plekje zo om tot een groene oase.
Een gevel
Er zijn heel wat huizen die geen koertje of balkon hebben, of geen zonnige vensterbank binnen. Jeuken je groene vingers toch? Dan kan je altijd een geveltuin aanleggen. Heel wat steden en gemeenten bieden dat zelfs aan. Je kan planten laten klimmen op je gevel, of een paar vaste planten zetten. Als je een ruim voetpad hebt, kan je ook een paar potten plaatsen. Zorg er wel voor dat voetgangers nog kunnen passeren.
Heb je een overbuur die ook houdt van groen? Dan kan je een groenslinger aanleggen. Een groenslinger is een slinger van klimplanten die vanuit twee (schuin) tegenover elkaar liggende geveltuinen over de straat worden geleid. Heel wat gemeenten hebben hier een reglement rond. Zeg nu zelf, zoiets vrolijkt de straat toch meteen op?
Donker koertje
Veel huizen in de stad hebben geen tuin, maar wel een koertje. Het is vaak een plek waar niet veel licht komt en waar je dus op het eerste gezicht niet veel kan doen behalve de vuilnisbak zetten. Eerst en vooral: schilder de muren in een vrolijke, lichte kleur zoals bijvoorbeeld lichtoranje. Een enorm verschil! Het lijkt meteen alsof de zon door de wolken breekt.
Planten laten klimmen op de gevel fleurt onmiddellijk de hele straat op
Wat planten betreft heb je veel keuze. Er zijn heel wat planten die het prima doen in de schaduw. Zolang het niet compleet donker is, groeit er altijd wel iets. Een hortensia bijvoorbeeld, is geschikt voor schaduw én doet het prima in een pot. Is je koertje ingesloten door muren? Zet een klimplant tegen de muur, hang enkele potten met varens op… Vergeet niet om ook een tafel en wat comfortabele stoelen te voorzien.
Zonnige vensterbank
